Genetica - Erfelijkheidsleer
Algemeen
Monohybride kruisingen
Dihybride kruisingen Dihybride kruisingen met volledige koppeling
- Monohybride kruising met intermediaire factoren
- Zelfbestuiving bij een monohybride heterozygoot
- Monohybride met dominant en recessieve factoren
- Kruisbestuiving uitgaande van een monohybride heterozygoot
- De regels van Mendel voor monohybride kruisingen
- Populatiegenetica
(Afleiding van de regel van Hardy & Weinberg).- Monohybride kruising met een letale factor.
- Monohybride kruising met multipele factoren.
- Monohybride kruising met een vorm van bestuivings-incompatibiliteit.
- Monohybride kruising met extra-nucleaire factoren.
- Monohybride kruising ten aanzien van sexe-verschillen.
- Monohybride kruising bij gynandromorfen.
- Monohybride kruising met X-chromosomaal gebonden factoren.
- Monohybride kruising met een geslachtsgebonden letale factor.
- Monohybride kruising met geslachtsgebonden intermediaire fenotypen alleen bij vrouwelijke individuen.
- De drie regels voor het stamboom-onderzoek.
- Verwarring stichtende stamboomvragen.
Dihybride kruisingen met onafhankelijke factoren
- Kruising met volledige koppeling tussen de dominante allelen onderling en tussen de recessieve allelen onderling.
- Kruising met volledige koppeling tussen een dominant allel en een recessief allel en v.v.
- Kruising met volledige koppeling tussen gynosomale factoren.
- Kruising met dominant/recessieve + onafhankelijke factoren.
- Kruising met een autosomale en een gynosomale factor.
- Dihybride kr. met dom./rec. factoren + een letale combinatie.
- Dihybride kr. met dom./rec. factoren + twee letale combinaties.
- Dihybride kr. met onafhankelijke factoren + multipele allelie.
- Dihybride kr. met onafhankelijke, autosomale en kryptomere factoren.
- Dihybride kr. met een epi- en hypostatische factor (onafhankelijk + autosomaal).
- Dihybride kr. met cumulatieve polymere factoren (onafhankelijk + autosomaal).
- Dihybride kr. met absolute polymere factoren (onafhankelijk + autosomaal).
- Dihybride kr. met polymere factoren in het licht van enzymactiviteit.
Trihybride kruisingen
- Inleiding trihybride kruisingen.
- De Rhesusfactor, ingewikkelder dan vermoed.
- Trihybride kr. met volledige koppeling tussen twee der autosomale factoren.
- Trihybride kr. met volledige koppeling tussen twee autosomale factoren en een derde gynosomale factor.
- Trihybride kruising met onafhankelijke factoren (dominant en recessief).
- Trihybride kruising met een letale autosomale factor en een gynosomale factor.
Koppeling en crossing-over
- Dihybride kruising met gekoppelde erffactoren en overkruising.
- Dihybride kruising met gekoppelde erffactoren en berekening van het crossing-over-percentage
- Dihybride kruising met gekoppelde gynosomale factoren waarbij recombinatie optreedt.
- De meiose-I bij het Drosophila-mannetje wars van recombinatie.
- Bepaling van de relatieve afstand tussen gekoppelde genen.
- Bepaling van de volgorde van een aantal gekoppelde genen.
- Bepaling van de relatieve genafstanden op een gynosoom.
- Bepaling van de volgorde der genen m.b.v. dubbele crossing-overs.
- Bepaling van de volgorde en relatieve afstanden der genen.
Met vriendelijke groet van G. Nevenzel.