Kruising met volledige koppeling tussen gynosomale factoren.


Bepaalde genen voor vleugelbouw en lichaamskleur zijn bij een Drosophilasoort gynosomaal (= X-chromosomaal). Het allel N (normale vleugels) is dominant over n (gedrongen vleugels); het allel G (grijze lichaamskleur) is dominant over g (gele lichaamskleur). De stamboom beneden geeft de fenotypen weer van enkele individuen (VWO 78/2 vr. 38).
Wat is het genotype van de moeder en de nakomelingen in deze stamboom?

Aanpak: Invullen datgene dat zonder meer bekend is en daarbij de stamboomregels toepassen. Bij geslachtsgebonden eigenschappen krijgt een zoon steeds het X-chromosoom van moeder (Y van pa); een dochter moet het ene van de twee X-chromosomen steeds van vader hebben gehad.
Vanwege overzichtelijkheid en notatiegemak wordt het X-chromosoom weergegeven door een / (slash, En. 'schuine streep') en het Y-chromosoom door een - (hyphen, En. 'afbreekstreepje').

Generaties Genotypen Fenotypen
P gN//g?   x   Gn/- geel/norm.vr. x gr./gedr.mn
gameten (1/2 gN/ + 1/2 /g?)   x   (1/2 Gn/ + 1/2 -)  
F1 o.a.
zie stamboom
gn/-  +  gN/-  +  Gn//?n  + 2 Gn//?N
(1)   +    (2)     +     (3)     +     (4)      
ge/gedr.m. + ge/nor.m. +
gr/gedr.v + 2 gr/nor.v

Verdere uitwerking:

In de streepnotatie: moeder gN//gn; dochter (3) Gn//gn; dochters (4) Gn//gN.


M.v.g. van G. Nevenzel.

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Volgende pagina