Kruising met volledige koppeling tussen een dominant allel en een recessief allel en vice versa


Bij Drosophila zijn genen voor lichaamskleur en vleugellengte gekoppeld. Aangenomen wordt dat deze koppeling niet wordt verbroken.
Een grijs individu met korte vleugels wordt gekruist met een geel individu met lange vleugels.
Alle van de vele nakomelingen (F1) hebben een grijze kleur en lange vleugels. De F1-individuen worden onderling gepaard en er ontstaat een F2.
Hoe is de samenstelling daarvan qua fracties van geno- en fenotypen? (Havo 81/2 vr. 24)

Met gebruikmaking van de 1e regel van Mendel:

P(grijs) x P(geel) geeft F1 (grijs), dus grijs is dominant; G = grijs, g = geel.
P (kort) x P(lang) geeft F1(lang), dus lang is dominant; L = lang, l = kort.

Generaties Genotypen Fenotypen
P Gl//Gl   x   gL//gL grijs/kort x geel/lang
gameten Gl/   x   /gL  
F1 Gl//gL grijs/lang
F1 x F1 Gl//gL   x   Gl//gL grijs/lang x grijs/lang
gameten (1/2  G l/ +  1/2 /gL) x (1/2  Gl/ + 1/2 /gL)  
F2 1/4 Gl//Gl + 2/4 Gl//gL + 1/4 gL//gL 1/4 grijs/kort +
2/4 grijs/lang +
1/4 geel/lang


M.v.g. van G. Nevenzel.

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Volgende pagina