Dihybride kr. met onafhankelijke factoren + multipele allelie.
Multipele allelie wil zeggen dat er van een gen komen meer dan twee (meerdere = multipele) allelen voorkomen.
Intermezzo: Vaak bezigt men de term polymorfisme hiervoor: "De aanwezigheid in een bevolking van twee of meer allelen op een locus, waarbij tenminste twee allelen in een frequentie van meer dan 0,01 voorkomen.
Het gen voor het AB0-bloedgroepensysteem (spr. A B nul -systeem) kent drie allelen, nl. IA, IB en i(0). IA en IB zijn co-dominant over i. In plaats van een I (eig. van intermediair) gebruikt men ook wel een L (van Landsteiner, in 1900 de ontdekker van dit bloedgroepensysteem). Het simpelste, en dat doe ik hier, is het gebruik van de letters A, B en het cijfer 0. Even ter herinnering:
Genotypen Fenotypen AA en A0 óf IAIA en IAi
BB en B0 óf IBIB en IBi
AB óf IAIB
00 óf iibloedgr. A
bloedgr. B
bloedgr. AB
bloedgr. 0
Op een ander homoloog chromosomenpaar ligt de locus voor de Rhesusbloedgroep. Hiervoor geldt: De genotypes RR en Rr leveren het fenotype Rh+ en rr levert Rh-.
Een man met het genotype A0Rr heeft een vrouw met het genotype B0rr. Hoe groot is de kans dat hun eerste kind bloedgroep A zal hebben en tevens Rhesuspositief zal zijn? (VWO 77/1 vr. 35)
Generaties Genotypen Fenotypen P B0rr x A0Rr
vanwege onafhankelijkheidvr. B, Rh- x man A, Rh+ "P" B0 x A0 en rr x Rr B x A en Rh- x Rh+ "gameten" (1/2 B + 1/2 0) x (1/2 A + 1/2 0) en
(r) x (1/2 R + 1/2 r)"F1" 1/4 AB + 1/4 A0 + 1/4B0 + 1/400
en
1/2 Rr + 1/2 rr
Om de vraag te beantwoorden
hebben we slechts de onderstreepte
termen nodig. Dit levert op:1/4 AB + 1/4 A + 1/4B + 1/40
en
1/2 Rh+ + 1/2 Rh-
Ook hier het onderstreepte alleen."F1"
nodige deel1/4 A0 en 1/2 Rr 1/4 A en 1/2 Rh+ F1
gevraagde deel1/8 A0Rr 1/8 A, Rh+ We herhalen het nog maar een keer: "De kans is 1/8 (0,125 of 12,5 %) dat het eerste kind aan deze verwachting voldoet".
N.B.: Laat je niet foppen door de vraagstelling!!!! De kans dat het tweede kind aan deze verwachting voldoet is ook 1/8!
Het wordt anders als men vraagt: "Hoe groot is de kans dat de eerste twee kinderen (samen) aan deze verwachting van bloedgroep A en Rh+ voldoen."
De kans is nu 1/8 x 1/8 = 1/64.
Voor het derde kind is de verwachting 1/8, maar voor de eerste drie kinderen samen 1/8 x 1/8 x 1/8 = 1/512.Op de vraag hoe groot de kans is dat twee uit drie kinderen in dit gezin aan de verwachting voldoen, dan is het antwoord 3 x 1/64 = 3/64. Als we de kinderen even J, P en K noemen, dan is de kans dat J en P het hebben 1/64, de kans dat J en K het hebben 1/64 en dat geldt ook voor voor P en K, kortom drie gelijkwaardige mogelijkheden.
M.v.g. van G. Nevenzel.
Vorige pagina - Inhoudsopgave - Volgende pagina