Bepaling van de volgorde en relatieve afstanden der genen.
Bij Drosophila zijn de allelen voor gevorkte haren (e), korte vleugels (f) en witte ogen (g) gynosomaal en recessief ten opzichte van de allelen voor rechte haren, lange vleugels en rode ogen.
Bepaalde wijfjes zijn heterozygoot van haarvorm, vleugellengte en oogkleur. Zij worden gekruist met mannetjes met gevorkte haren, korte vleugels en witte ogen. De nakomelingenschap is samengesteld zoals in het kader is weergegeven.
gevorkt,kort, rood 26,8 % gevorkt, lang, rood 6,7 % recht, lang, wit 26,8 % recht, kort, wit 6,7 % recht, lang, rood 13,2 % recht, kort, rood 3,3 % gevorkt, kort, wit 13,2 % gevorkt, lang, wit 3,3 %Bepaalde volgorde der genen met hun afstanden. (VWO 80/1 vr. 40)
Oplossing:
- Gevorkt, kort, rood (efG) en recht, lang, wit (EFg) moeten gekoppeld zijn, want zij vertegenwoordigen het grootste % bij de nakomelingen.
- Recht, kort, rood (EfG en gevorkt, lang, wit (eFg) moeten zijn ontstan door dubbele crossing-over, want deze kenmerken vertegenwoordigen het laagste %.
Als uit efG//EFg door dubbele c.o. EfG en eFg moeten ontstaan, dan is deze volgorde fout. Het moet dan worden feG//FEg (volgorde vleugels, haren, ogen; zie kader).
f e G _________ F E g
- Afstand vorm-lengte = 6,7 + 6,7 + 3,3 + 3,3 = 20,0 eenheden Afstand lengte kleur = 13,2 + 13,2 + 6,7 + 6,7 = 39,8 eenheden Afstand vorm-kleur = 13,2 + 13,2 + 3,3 + 3,3 = 33,0 eenheden
Lengte, vorm en kleur in tekening:
/ 20,0 \ / 33,0 \ le vo kl .......................... \ 39,8 /
- Je ziet dat 20,0 + 33,0 > 39,8 is. Deze discrepantie ontstaat ook weer door dubbele c.o.
M.v.g. van G. Nevenzel.
Vorige pagina - Inhoudsopgave - Volgende pagina