De regels van Mendel voor monohybride kruisingen.


Voorgaande standaardvoorbeelden van monohybride kruisingen leiden tot bepaalde conclusies, die we nu noemen:

De REGELS van MENDEL:

  1. De F1 is uniform, mits de ouders homozygoot zijn.
  2. Reciproque kruisingen leveren eenzelfde uitkomst.
  3. De uniforme F1 levert een pluriforme F2.
Populair gezegd:
  1. In de F1 zijn alle nakomelingen eenvormig qua fenotype. De omgekeerde redenering geldt ook: Als de F1 eenvormig is dan moeten de ouders homozygoot zijn.
  2. Mannetjes en vrouwtjes mag je verwisselen qua fenotype.
  3. De F2 splitst zich weer uit in de ouderfenotypen.
Kanttekening:

Mendel onderzocht geen geslachtsgebonden factoren en ook geen gekoppelde factoren. Zie later.


M.v.g. van G. Nevenzel.

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Volgende pagina