Trihybride kruising met onafhankelijke factoren (dominant + recessief)
Een plant die homozygoot is voor de kenmerken rode, normale bloemen en late bloeitijd wordt gekruist met een plant die zaadvast is voor de kenmerken witte, pelorische bloemen en vroege bloeitijd (gr. pelor 'monster'). De F1 is rood, normaal gebloemd en laatbloeiend. Geen koppeling tussen de erffactoren.
Geef alle gameten van de F2, de fracties geno- en fenotypen van de F2 bij onderlinge bestuiving van de F1 en het gedeelte dat van de F2 dat rood, pelorisch, laatbloeiend is en de fractie die wit, normaal, vroegbloeiend is.Voorbereiding:
- De F1 is uniform, dus is de ouder met rood, normaal, laat homozygoot en dominant.
- Onafhankelijke factoren, dus is het een 'uitgebreidere'dihybride kruising met onafhankelijke factoren.
Generatie Genotypen Fenotypen P RRNNLL x rrnnll ro,no,la x wi,pe,vr "P" RR x rr en NN x nn en LL x ll ro x wi en no x pe en la x vr "gameten" R xr en N x n en L xl "F1" Rr en Nn en Ll ro en no en la F1 RrNnLl ro,no,la F1 x F1 RrNnLl x RrNnLl ro,no,la x ro,no,la "F1 x
F1"Rr x Rr en Nn x Nn en Ll x Ll ro x ro en no x no en la x la "gameten" (1/2 R + 1/2 r)(id.) en (1/2 N + etc. gameten 2 x 2 x 2 = 8 gametentypen, nl.
1/8 RNL + 1/8 RNl + 1/8 RnL + 1/8 Rnl +
1/8 rNL +1/8 rNl + 1/8 rnL + 1/8 rnl"F2" 1/4 RR + 2/4 Rr + 1/4 rr en
1/4 NN + 2/4 Nn + 1/4 nn en
1/4 LL + 2/4 Ll + 1/4 ll3/4 ro + 1/4 wi en
3/4 no + 1/4 pe en
3/4 la + 1/4 vrF2 3 x 3 x 3 = 27 genotypen
met o.a.
1/64 RRNNLL + 2/64 RrNNLL + 1/64 rrNNLL +
2/64 RRNnLL + etc.2 x 2 x 2 = 8 fenotypen
27/64 ro,no,la +
9/64 wi,no,la +
etc.Uit de tabel blijkt dat het gevraagde is (zie "F2"):
rood, pelorisch, laatbloeiend: 3/4 x 1/4 x 3/4 = 9/64
en
wit, normaal, vroegbloeiend: 1/4 x 3/4 x 1/4 = 3/64.
M.v.g. van G. Nevenzel.
Vorige pagina - Inhoudsopgave - Volgende pagina