Dihybride kr. met dom./rec. factoren + 1 letale combinatie.


Bij kanaries is gekuifd (K) dominant over ongekuifd (k). (VWO 82/1 vr. 37) Individuen die homozygoot gekuifd zijn sterven in een vroeg stadium in het ei.
Het allel voor de veerkleur geel (G) is dominant over wit (g). Het zijn onafhankelijke, niet gynosomale factoren.
Een homozygoot gele, ongekuifde kanarie en een witte, gekuifde krijgen onder andere gekuifde nakomelingen. Door onderlinge kruising van deze gekuifde dieren ontstaat een talrijk levend nakomelingenschap.
Werk deze kruising uit en vermeld in een aparte regel welk deel van de levende F2 geel en gekuifd is.

Voorbereidende gedachte: P: GGkk x ggK? levert o.a. geel, gekuifde (dan dus ook ongekuifde), dus kun je starten met P: GGkk x ggKk anders zou je geen ongekuifde exemplaren krijgen.

Generaties Genotypen Fenotypen
P GGkk x ggKk geel, ongekuifd X wit, gekuifd
F1 met o.a. GgKk geel, gekuifd
F1 x F1 GgKk x GgKk geel gekuifd x geel gek.
"F1 x F1" Gg x Gg   en   Kk x Kk geel x geel en gek. x gek.
"gameten" (1/2 G + 1/2 g)(1/2 G + 1/2 g) en
(1/2 K + 1/2 k)(1/2 K + 1/2 k)    
 
"F2 (theor.)" 1/4 GG + 2/4 Gg + 1/4 gg   en
1/4 KK + 2/4 Kk + 1/4 kk      
De portie KK is letaal waardoor we in de
praktijk 3 x 2 = 6 genotypen overhouden.
3/4 geel + 1/4wit en
1/4 letaal + 2/4kuif + 1/4 ongek.
N.B.: Door de letale factor valt er van
elke 4 ééntje weg, dus 3 blijven over.
"F2 (prakt.)" 1/4 GG + 2/4 Gg + 1/4 gg   en
2/3 Kk + 1/3 kk
3/4 geel + 1/4wit en
2/3kuif + 1/3 ongek.
F2 2/12 GGKk + 1/12 GGkk +
4/12 GgKk + 2/12 Ggkk +
2/12 ggKk + 1/12 ggkk +
6/12 geel, kuif + 3/12 geel, ongek. +
2/12 wit, kuif + 1/12 wit, ongekuifd

Dan nog de gevraagde aparte regel:
6/12 = 1/2 ofwel de helft van de nakomelingenschap in de F2 is geel en gekuifd.


M.v.g. van G. Nevenzel.

Vorige pagina - Inhoudsopgave - Volgende pagina