Virussen


Virus (lat. mv. virussen, virus = vergif)



'Virofaag': een virus dat een virus aanvalt

Het grootste en vreemdste virus ter wereld, het Mimivirus, is verslagen. De overwinnaar is een piepklein en net ontdekt virus genaamd Spoetnik (Nature, 7 aug).
Spoetnik is het eerste virus waarvan bekend is dat het een ander virus ziek kan maken.

Biologen vragen zich onthutst af of ze nu nog kunnen volhouden dat virussen levenloos zijn.

Virussen zijn, net als levende organismen, ingewikkelde bouwsels van eiwit en DNA. Het essentiële verschil is dat virussen niet kunnen overleven zonder gastheer. Zo heeft het Mimivirus amoebes nodig om zich te vermenigvuldigen. Het virus neemt de eiwitfabrieken van de amoebe over en verbouwt ze tot productieplaats voor virusdeeltjes.

Het Spoetnikvirus kaapt die virusfabrieken. Dat resulteert in minder en defecte Mimi-nakomelingen. Het Spoetnikvirus, vernoemd naar de Russische satelliet (Sputnik zemli 'reisgezel van de aarde'), werd gevonden in het water van een Parijse koeltoren.

Dat was geen toeval: het Mimivirus werd in 2003 ontdekt in een soortgelijke koeltoren in Engeland. Het Mimivirus is zo groot, dat het eerst voor een bacterie werd aangezien: Mimi staat voor mimicking microbe. Toen het Engelse lab dicht ging, gaven de onderzoekers het ogenschijnlijk oninteressante beestje cadeau aan collega's in Marseille. Daar bleek de 'bacterie' het grootste virus ter wereld.

Het Mimivirus bevat onwaarschijnlijk veel genen, 911 stuks. Een griepvirus heeft maar tien genen. Bovendien hebben veel Mimigenen functies die gewoonlijk niet voorkomen bij virussen. Daarmee vervagen de grenzen tussen virussen en levende wezens zoals bacteriën - een schok voor biologen.

Met de ontdekking van het Spoetnikvirus wordt de onzekerheid nog groter. Een virus dat ziek kan worden, moeten we toch bijna wel zien als een levend organisme?

Spoetnik-virusdeeltjes (groen)
rond reuzenvirussen (rood).

ILLUSTRATIE NATURE

De onderzoekers denken dat het Spoetnikvirus onderdeel is van een uitgebreide, nog onbekende familie van veel in de oceaan voorkomende virussen. Vier van Spoetniks 21 genen vertonen namelijk verwantschap met DNA-sequenties die veelvuldig terug te vinden zijn in de oceaan.

De wetenschappers vermoeden dat een groot deel van het plankton besmet is met het Mimivirus en mogelijk ook met Spoetnik.
Dat is belangrijke informatie, omdat plankton koolstofdioxide (CO2) opneemt uit de lucht. De virussen zouden via groeiregulatie van het plankton invloed hebben op het wereldwijde klimaat.

Als naam voor de nieuwe familie planktonjagers opperen de onderzoekers 'virofagen'. Ze vonden evolutionair belangrijke aanwijzingen dat het Spoetnikvirus genen uitwisselt met zijn gastheer en overbrengt van het ene naar het andere Mimivirus.
Bacteriofagen zijn kleine virussen die hetzelfde doen met de genen van bacteriën.

Berber Rouwé


Buistransport

Een mozaïekvirus in de plant alfalfa (Luzerne) maakt buizen om nieuwe cellen te infecteren. Tot nu toe dacht men dat het virus plasmodesmata uitrekte en zo andere cellen bereikte. Onderzoekers van het laboratorium Virologie van de Wageningen Universiteit ontdekten de buizen.
Mutanten van het virus die de buizen niet meer maken, kunnen zich niet meer verspreiden. Dat gegeven vormt wellicht een aanknopingspunt voor toekomstige bestrijdingsmiddelen. Stoffen die de aanmaak van de buizen remmen, blokkeren daarmee ook de infectie door het virus.
Van het koebonenmozaïekvirus was al bekend dat het zich verspreidde via buizen. Het feit dat het alfalfa-virus zich ook via deze methode verspreidt, suggereert dat deze manier wellicht veel algemener is dan men tot nu toe dacht.


M.v.g. G. Nevenzel.

Overzicht van onderwerpen.