Herpesvirussen
+
Kinderziekten


Herpesviridae (Lat. mv. van Herpesvirus) vormen een familie van dubbelstrengs-DNA-virussen met een enveloppe ter grootte van 150-170 nm.
HHV = humaan herpesvirussen.
Herpes (v.h. Grieks herpein 'kruipen') is een ontstekingsachtige aandoening van de huid, eventueel de slijmvliezen, waarop zich blaasjes vormen. Als er over herpes wordt gesproken doelt men meestal op herpes simplex.
Ze worden gekenmerkt door het vermogen tot persistentie (hardnekkig verblijf) in de gastheer. De dragers van het virus zijn waarschijnlijk meestal memory-T-lymfocyten. Reactivatie treedt o.a. op bij immunosuppressie (afweer-onderdrukking).

  1. HHV-1 óf HSV-1, het herpes-simplex-virus type I,
  2. HHV-2 óf HSV-2, het herpes-simplex-virus type II,
  3. HHV-3 óf HSV-3, het varicella-zoster-virus (VZV),
  4. HHV-4 óf HSV-4, het cytomegalovirus (CMV),
  5. HHV-5 óf HSV-5, het Epstein-Barr-virus (EBV),
  6. HHV-6 óf HSV-6, het exanthema subitum virus
  7. HHV-7 óf HSV-7, het niet bij de mens voorkomend virus (relatie met HHV-6?)
  8. HHV-8 óf HSV-8, het Kaposi-sarcoom-herpesvirus(KSHV).
Voor uitgebreider commentaar zie overzicht hieronder.



Overzicht herpesvirussen

  1. Het herpes-simplex-virus type 1 (HSV-l) is het oudst bekende herpesvirus; orale type, overgebracht via speeksel; veroorzaakt stomatitis ulcerosa als primaire infectie; virus blijft latent aanwezig in sensibele ganglia; recidieven veroorzaken herpes labialis, keratitis dendritica, encefalitis; syn. Herpesvirus hominis, 'humaan herpesvirus'-l (HHV-l).

  2. Het herpes-simplex-virus type 2 (HSV-2), genitaal type herpes simplex; wordt overgebracht door geslachtsgemeenschap; veroorzaakt herpes genitalis en congenitale en perinatale infecties die kunnen leiden tot o.a. groeiachterstand, microcefalie en encefalitis; mogelijk relatie met cervixcarcinoom; vaccinatie nog onmogelijk; hygiënische maatregelen werken preventief; syn. humaan herpesvirus-2 (HHV-2).

  3. Het herpes-simplex-virus type 3 (HSV-3), varicella-zoster-virus (VZV), overgebracht door druppelinfectie; veroorzaakt als primaire infectie varicella 'waterpokken'; kan daarna latent aanwezig blijven in de spinale ganglia en bij reactivering van het sluimerende virus herpes zoster 'gordelroos' veroorzaken; bij immuungecompromitteerden vaak infectieoorzaak; chemoprofylaxe met anti-viraal middel mogelijk, vaccinatie eventueel ook; syn. humaan herpesvirus-3 (HHV-3); zie ook varicella, herpes zoster.

  4. Het herpes-simplex-virus type 4 (HSV-4), cytomegalovirus (CMV); na primaire infectie bij volwassene vaak symptoomloos aanwezig; reactivering treedt m.n. op bij gestoorde cellulaire afweer; tevens grootste veroorzaker van congenitale virale infecties en van postperfusiesyndroom waarbij virus via leukocyten van donor wordt overgedragen; mogelijk bestaat relatie met colon- en prostaatcarcinoom; syn. humaan herpesvirus-4 (HHV-4); zie ook cytomegalie.

  5. Het Ebstein-Barr-virus (EBV) is voor het eerst geïsoleerd uit Burkitt-lymfoom; verwekker van mononucleosis infectiosa; komt ook voor bij nasofaryngeaal carcinoom, bepaalde vormen van de ziekte van Hodgkin en hypogamma globulinemie; enige 'humane' ziekteverwekker die B-lymfocyten infecteert; syn. EB-virus, humaan herpesvirus 5 (HHV-5).

  6. Het humaan herpesvirus 6 (HHV-6), virus dat voor eerst in 1986 uit patiënten met lymfoproliferatieve ziekten is geïsoleerd; verwekker van exanthema subitum; 80% van volwassenen heeft aantoonbare antistoffen; geen relatie met tumoren bekend.
    Zie artikel over De zesde ziekte hieronder en Overzicht van de zes kinderziekten.

  7. Het humaan herpesvirus 7 (HHV-7), virus dat niet met ziekten bij de mens is geassocieerd, aanwijzingen voor relatie met HHV-6 bestaan; seroprevalentie 'het voorkomen van antistoffen in het serum' is hoog.

  8. Het humaan herpesvirus 8 (HHV-8), virus, in 1994 voor het eerst aangetoond in Kaposi-sarcoom bij aidspatiënten; behoort tot gamma-subfamilie van herpesviridae (genus Rhadinovirus); bij gezonde populatie is seroprevalentie 10%; syn. Kaposi-sarcoom-herpesvirus (KSHV).


Overzicht van de zes kinderziekten

  1. Roodvonk - scarlatina
      Roodvonk of scharlakenkoorts, syn. febris scarlatinosa is een zeer acute ziekte met een besmettelijke huiduitslag (exanthematische ziekte). Ze komt meestal voor bij kinderen van 2-10 jaar en wordt veroorzaakt door hemolytische streptokokken (ronde rijtjesvormdende bacteriën die rode bloedlichaampjes stuk maken). De incubatieduur is gemiddeld maar 3 dagen. De kenmerken zijn: koorts, angina, fijn exantheem, rode tong met gezwollen papillen (zgn. aardbei- of frambozentong). Na 3 á 4 dagen begint de huiduitslag te verbleken, terwijl de koorts gaat afnemen.
      Geen vaccinatie, want een bacterie (Zie de rijtjes DKTP, BMR en Hib, resp. difterie, kinkhoest, tetanus, polio; bof, mazelen, rodehond en Haemophilus influenzae type B).
      Vervelende directe complicaties zijn: middenoorontsteking, longontsteking, gewrichtsontsteking, bloedvergiftiging en ontsteking van het totale hart.
      Complicaties op latere leeftijd zijn: glomerulusontstekingen in de nieren en acuut reuma.

  2. Rodehond - rubella
      Rodehond is een vnl. bij kinderen optredende besmettelijke ziekte. Veroorzaker is het rubella-virus behorend tot de togavirussen, een rna-virus met een mantel (toga). Ze gaat gepaard met huiduitslag (exantheem) van rode vlekjes (rubéolae), koorts en lymfeklierzwellingen, vooral in de nek.
      Besmetting van het virus in de eerste 4 maanden van de zwangerschap kan bij een a.s. moeder die vroeger zelf geen rodehond heeft gehad, afwijkingen (doofheid, groene staar) aan de baby veroorzaken, teniminste als de moeder niet op tijd wordt behandeld.
      Een enkele keer kan deze, overigens goedaardige, infectieziekte ontaarden in een totale hersenonsteking.
      Wel vaccinatie, want een virus (Zie DKTP, BMR en Hib).

  3. Mazelen - morbili
      De mazelen vormen een acute besmettelijke koortsige virus-infectieziekte. Ze gaat gepaard met huiduitslag, bindweefselontsteking en bronchitis. In het beginstadium komen vaak blauwachtige vlekjes voor op het slijmvlies aan de binnenkant van de wangen (zgn. vlekken van Koplik). Soms kunnen er bacteriële complicaties optreden, vnl. longontsteking en middenoorontsteking.
      Wel vaccinatie, want een virus (Zie DKTP, BMR en Hib).

  4. Ziekte van Filatow-Dukes - rubeola scarlatinósa
      Deze zgn. vierde ziekte is een acute (virale?) ziekte. De symptomen zijn koorts, lymfekliervergroting en een roodvonkachtig huiduitslag (exantheem).
      Geen vaccinatie.

  5. Slapped cheek disease (Eng.) - erythema infectiosum
      Deze zgn. vijfde ziekte is een rodehond-achtige infectieziekte. Ze begint met rode vlekken (erythema)in het gezicht, soms met vlindervorm, daarna op romp en vnl. de strekzijden van de ledematen. Het zijn grote licht verheven, grillige plekken die samenvloeien. Deze laatste vormden ook aanleiding tot synoniemen als megalerythema epidemicum en exanthema variabile. Veroorzaakt geringe koorts en weinig algemeen ziekzijn.
      Bij volwassenen doen zich soms milde gewrichtsklachten voor.
      De verwekker is een parvovirus (enkelstrengs DNA-virus zonder envelop; parvus, a, um 'klein').
      Geen vaccinatie.

  6. Zesde ziekte - roseola infantum
      De zesde ziekte, ook wel exanthema subitum 'plotselinge uitslag' genoemd, is een goedaardige infectieziekte bij kinderen onder de 4 jaar. Na een 3 dagen durende hoge koorts verschijnt de uitslag over het hele lichaam, maar is meestal na 24 uur verdwenen. De vlekjes doen denken aan die bij rodehond, maar zijn meestal iets verheven.
      De verwekker vertoont grote overeenkomst met het humane herpesvirus type 6 (HHV-6).
      Geen vaccinatie.


Bart Meijer van Putten. De zesde ziekte. Buiten het ziekenhuis is HHV-6 een onschuldig virus.
NRC 26 mrt 2005, p. 42.

De zesde ziekte staat in kinderziekenhuizen bekend als een kwaal waarvan jonge kinderen hoge koorts en gevaarlijk uitziende koortsstuipen krijgen. Maar onder kinderen die niet bij de dokter komen, verloopt de zesde ziekte mild.

Baby's die wegens hoge koorts op de intensive care in het ziekenhuis zijn opgenomen en dan koortsstuipen krijgen, hebben vaak een infectie met herpesvirus type 6. Onder IC- en kinderartsen is dat humane herpesvirus 6 (HHV-6) dus een berucht virus. Maar Amerikaanse onderzoekers hebben nu HHV-6-ziekte bestudeerd bij een groot aantal baby's die niet in het ziekenhuis waren opgenomen. Daarbij veroorzaakt HHV-6 nooit koortsstuipjes. Buiten het ziekenhuis is deze zesde ziekte een onschuldige kinderziekte (New England Journal of Medicine, 24 feb 2005).
De zesde ziekte heet zo omdat het - historisch gezien - de zesde kinderziekte is met een huiduitslag, naast roodvonk, rodehond, mazelen, rodehond, de (onduidelijke en wellicht niet eens bestaande rubeola scarlatinosa) vierde ziekte en erythema infectiosum (de vijfde ziekte).
Tegenwoordig krijgen de meeste kinderen vaccinaties tegen de eerste drie rode-vlekjes-ziekten. Het vaste patroon van zes achtereenvolgende kinderziekten met huiduitslag bestaat dus al een paar decennia niet meer. Kenmerkend voor de zesde ziekte zijn drie tot vijf dagen hoge koorts bij een baby, gevolgd door niet-jeukende, voelbare, roze vlekjes op het gezicht en de romp. Vanwege het plotselinge begin en de korte duur van de huiduitslag wordt de ziekte ook wel exanthema subitum 'plotselinge roodheid' genoemd. Nog weer een andere naam is roseola infantum, naar de kenmerkende kleine rode vlekjes (roseola 'roosjes').

Pas een tiental jaren geleden werd HHV-6 ontmaskerd als het virus dat de zesde ziekte veroorzaakt. Het herpesvirus werd geïsoleerd uit afweercellen (T-lymfocyten) van volwassenen met een gestoorde afweer. Al snel werd duidelijk dat dit virus ook de oorzaak is van de meeste gevallen van roseola bij kinderen. De aanduiding 'type-6' is overigens geen verwijzing naar de zesde ziekte. Het was domweg het zesde herpesvirus dat bij de mens werd gevonden.

Hoge koorts. Toen HIV-6 eenmaal ontdekt en met een laboratoriumtest aantoonbaar was, bleek het virus een belangrijke ziekteverwekker bij jonge kinderen die met hoge koorts op de intensive care terechtkomen. Zo'n HHV-6-infectie leek niet ongevaarlijk, want meer dan tien procent van die kinderen kreeg daarbij ook koortsstuipen.
Een koortsstuip is een kortdurende epileptische aanval bij kleine kinderen tijdens een plotseling snel oplopende lichaamstemperatuur. Zo'n stuipaanval ziet er verontrustend uit, maar is al met al een betrekkelijk onschuldig verschijnsel. De stuip ontstaat doordat de nog onrijpe kinderhersenen bij koorts soms met spontane ontladingen reageren. Maar zo'n doodziek kind dat plotseling het bewustzijn verliest, met armen en benen schokt en bleek of blauw wordt, jaagt de ouders ook zelf de stuipen op het lijf. Toch is medisch ingrijpen niet nodig. De stuipjes gaan vanzelf over. En het is ook niet zo dat er bij volgende koortsperioden steeds weer een stuip optreedt.

Om te onderzoeken of infecties met HHV-6 ook bij gewone baby's vaak koortsstuipen veroorzaken, keken kinderartsen van het Children's Hospital in Seattle bij een groep van 277 baby's vanaf de geboorte tot hun tweede jaar of ze een infectie met HHV-6 doormaakten en hoe ziek ze daar van werden. Elke week lieten ze de ouders bij de kinderen wat speeksel afnemen en testten dat op HHV-6. Tegelijk moesten de ouders een dagboek bijhouden als hun kind ziek was.

Loopneus. Het bleek dat de meeste HHV-6-infecties opdoken bij een leeftijd tussen de 9 en 21 maanden. Meer dan driekwart van de kinderen raakte uiteindelijk besmet, meisjes iets vaker dan jongens en kinderen met oudere broertjes en zusjes ook iets vaker. De helft van de kinderen kreeg koorts. Andere veel voorkomende verschijnselen waren een loopneus en wat hangerigheid. De rode huidvlekjes waardoor de HHV-6-infectie vroeger de naam zesde ziekte kreeg, kwamen maar bij een kwart van deze kinderen voor. Twee op de vijf kinderen waren zo ziek dat de ouders er een dokter bij riepen. Koortsstuipen waren er niet. In de dagelijkse praktijk zijn die dus veel zeldzamer dan de ziekenhuisdokters veronderstelden.

Een opvallend detail in het onderzoek was dat DNA van het HHV-6 tenminste 12 maanden in het speeksel van een geïnfecteerd kind aanwezig bleef. In de eerste week na de infectie zaten er gemiddeld zo'n 1700 virusdeeltjes in een milliliter speeksel en dat liep in drie maanden op naar 130.000 deeltjes om daarna weer langzaam af te nemen. Speeksel is de belangrijkste infectiebron van HHV-6 en een kind blijft dus heel lang besmettelijk. Dat verklaart de wijde verbreidingvan HHV-6-infecties.

Na de infectie duikt HHV-6 onder. Het virus blijft sluimerend in de lichaamscellen aanwezig. Het kan veel later, zelfs op oudere leeftijd, weer uit die latente fase opduiken bij een tijdelijke of langdurige periode van ernstig verminderde afweer. Dat kan gebeuren als de afweer langdurig onderdrukt wordt, bijvoorbeeld bij transplantatiepatiënten. Dan kan HHV-6 een virale longaandoening veroorzaken, een hersenontsteking, leverfalen of zelfs een beenmerguitval.

Of HHV-6 ook bij een kleinere daling van de weerstand opnieuw ziekteverschijnselen kan geven, is nog niet bekend. Bij de andere menselijke herpesvirussen is dat wel het geval.
Zo kan herpes simplex type 1 - de verwekker van een slijmvliesontsteking bij kleine kinderen - later koortsuitslag geven bij stress of bij blootstelling aan overmatig zonlicht.
Herpes simplex type 2 geeft genitale blaasjes die steeds weer terug kunnen komen.
Herpes simplex type 3 - de verwekker van waterpokken bij kinderen - kan later bij volwassenen pijnlijke gordelroos (herpes zoster) veroorzaken.
Nog weer een ander herpesvirus, het Epstein-Barr-virus, is niet alleen de verwekker van de bekende ziekte van Pfeiffer bij pubers en jonge volwassenen maar wordt ook in verband gebracht met lymfeklierkanker, de ziekte van Hodgkin en (in Afrika) met het agressieve Burkitt-lymfoom (een kwaadaardige kanker van lymfecellen).
Er zijn aanwijzingen dat herpesvirussen ook een rol spelen bij chronische ziekten als multipele sclerose maar dat is nog niet bewezen.


Huidkanker bij aids via speeksel

BOSTON - Onderzoekers van de Universiteit van Washington zijn tot de conclusie gekomen dat het virus dat Kaposi's sarcoom veroorzaakt waarschijnlijk verspreid wordt door kussen. Kaposi's sarcoom is een vorm van huidkanker die aids-patiënten treft. Het betreffende virus is bekend onder de naam HHV-8, humaan herpesvirus 8. Het werd zes jaar geleden ontdekt.
Kaposi's sarcoom veroorzaakt paarse vlekken op de huid, en kan ook de inwendige organen aantasten.


M.v.g. G. Nevenzel.

Overzicht van onderwerpen.