Genetica - Erfelijkheid
- Ellen de Visser (2009), Een hongerwinter blijft een ziekelijk kind.
Volkskrant, 24 dec., p. Kennis 2-3. (Zie hieronder)
- Rik Smits (2003). 'Genen weten niks en doen ook niks'. Neurofysioloog Colin Blackmore over de samenhang tussen genen en omgeving.
NRC 19 juli, p. 33.
- Wim Köhler (2002). Eén gen bepaalt het verschil tussen nat en droog oorsmeer.
NRC 8 juni, p. 39. (zie hieronder)
- Rinze Benedictus (2001). Epigenetica ontstijgt DNA.
Bionieuws 24 nov p.9.
Met de komst van de epigenetica is een dogma ter ziele gegaan: erfelijkheid kan ook buiten het DNA zitten. Maar waar dan? (RNA - methyleringen - silencing)
- Hendrik Spiering (2001). Een enkel gen bepaalt de variatie in sociale structuur vuurmier.
NRC 17 nov. p.43
Hierin wordt Jan van Gisbergen genoemd.
- Peter Vermeij (2001). Van wie waren uw genen in 1800? - Mormoonse biologen zoeken naar verwantschap in DNA van de wereldbevolking.
NRC 8 sep., p.47
- Karin Jegalian en Bruce T. Lahn (2001). Das kleine Chromosom der Männlichkeit.
Spektrum der Wissenschaft, juni, p. 60-66.
- Genoomkaart muis compleet.
Bionieuws 9, 12 mei 2001, jrg. 11, p. 3
- Erik Hermkens (2001). Erfelijk materiaal van rijst ontrafeld.
Bron: Bionieuws, feb. 2001. Mens & Wetenschap, nr. 2, maart/april, p. 120.
http://www.syngenta.com
- Ellen Althuizen (2001). Efficiënte genen.
N&T, Nr. 4. april, p. 18.
De mens heeft minder genen dan gedacht (ca. 30.000). Dat is genoeg, want het DNA heeft uitgebreide mogelijkheden. Denk bijv. aan het HLA-systeem! Compleet gelegen op het korte armpje van chromosoom 6.
NETTE UITLEG!
- Wiel Hoekstra (2000). Ringen van leven ontrafelen.
Natuur en Techniek, november p. 42-43.
Ontrafeling van het genoom van E. coli en van Mycobacterium tuberculosis.
Veel gegevensbestanden van genomen dan hier klikken.
- Peter de Jaeger (2000). Rashond zonder erfelijke ziekte.
Gelders Dagblad, 5 okt., p.AP2WET.
- Gen zorgt voor minder trek.
Gelders Dagblad 20 sep. 2000, p.1, k.8.
Jeruzalem - Australische onderzoekers hebben een menselijk gen ontdekt dat het eerste op genen gebaseerde medicijn tegen zwaarlijvigheid en suikerziekte kan opleveren.
Greg Collins ontdekte het gen terwijl hij onderzoek deed naar diabetes bij Israelische woestijnratten. Hij constateerde dat het gen, dat hij Beacon noemde, de eetlust vermindert en dat de rattenversie identiek is aan die van de mens.
- Ingrid van Vilsteren (2000). Gen met meer functies.
N&T sep. p.13. k.2-4
- Rinze Benedictus (2000). The Gene Machine vindt al uw genen.
Bionieuws 12, 1 juli, jrg. 10. p.7. k.1-5.
Veefokkers, farmaceuten, biologen en genetici zijn geïnteresseerd in de Nijmeegse Gene Machine. Geef chromosoomlocatie en lichaamsdeel en de zoekmachine tovert een gen tevoorschijn. The Gene Machine smeedt ruim tien databanken tot een geheel dat veel meer is dan de som der delen.
- Arno van 't Hoog (2000). De genetische basis van het aardbei-aroma - DNA-chips wijzen de weg in onbekend genoom.
Bionieuws 12, 1 juli, jrg. 10. p.7. k.1-5.
- Janine Meijer (2000). Boerenkennis vult genenbank aan.
Volkskrant 1 juli. p.5W, k.1-5.
- Maarten Evenblij (2000). Basenkennis.
Volkskrant 1 juli. p.1W, k.1-4.
- Hendrik Spiering (2000). Eindelijk iets niet erfelijks! - Tweelingonderzoek vindt bijna altijd wel een erfelijke factor.
NRC 24 juni. p.55, k.1-4.
- Maarten Evenblij (2000). Een stamboom voor de eik.
Volkskrant 29 juli. p.7R. k.1-5.
- Sander Voormolen (2000). Genetische doodlopers - Met verstandig rekenen is inteelt te voorkomen.
NRC 22 jul. p. 34.
Een groot aantal melkkoeien is verwekt door een handvol topstieren (o.a Sunny Boy met een miljoen nakomelingen). Inteelt ligt op de loer.
Pieter Bijma, Wageningen promoveerde cum laude op een wiskundig programma om inteelt tegen te gaan.
- Piet Borst. 2000. Van wie zijn uw genen?
NRC 17 juni. p.50. k.1-5.
Het gaat met name over het screenen van borstkankergenen en de octrooien die daarop gelegd zijn.
- Marijke Domis (2000), Genen in de databank.
Archimedes nr. 5, p. 22-23.
In 2013 las ik dat er 2 genen zijn die met rechts- en linkshandigheid te maken hebben, nl. een R-gen voor rechtshandigheid en een K-gen dat 50 % links- en 50 % rechtshandigheid levert.
RR - bijna altijd rechts (milieu speelt ook een rol);
RK - vaak rechts;
KK - rechts of links (dit zelfs bij ééneiige tweelingen!).
Een hongerwinterkind blijft een ziekelijk kind De hongerwinter van 1944-1945 in noordelijk en westelijk Nederland is een historisch drama, maar ook een buitenkans.voor onderzoekers die studie maken van de invloed van ondervoeding op de gezondheid. De baby's van toen zijn nu 65. Een hongerige moeder blijkt een slecht begin.
Door Ellen de Visser, Volkskrant, 24 dec. 2009, p. Kennis 2-3.
De baarmoeder werkt als een weersvoorspelling. Als een ongeboren kind te weinig eten van de moeder krijgt, stelt de stofwisseling zich in op permanente ondervoeding. Is na de geboorte de schaarste voorbij, dan is het lichaam daar niet op voorbereid. Op latere leeftijd kunnen zo chronische ziekten ontstaan.
Dat prenatale ondervoeding blijvende gevolgen kan hebben voor de gezondheid van mensen, was alleen in Nederland vast te stellen.
Hongersnood genoeg in de wereld, maar die is vaak langdurig van aard en beperkt zich niet tot de zwangerschap. Het Amsterdamse AMC ontdekte vijftien jaar geleden de Nederlandse hongerwinter als een ongekend onderzoekspotentieel. De hongersnood in de laatste oorlogsmaanden trof iedereen, het ging om een afgebakende periode van vijf maanden, de mate van ondervoeding is bekend, en de registratie was ook in de oorlogsjaren zo nauwgezet, dat vijftig jaar later betrokkenen nog konden worden opgespoord. Een historische catastrofe maakte een uniek experiment met de geschiedenis mogelijk, concludeerde medisch bioloog Tessa Roseboom in 2000 in haar promotieonderzoek.Deze winter is het 65 jaar geleden dat het noorden en westen van Nederland in het zicht van de bevrijding moesten overleven op suikerbieten, tulpenbollen en een paar sneeën brood per dag. In mei, als de kinderen uit de hongerwinter 65 worden, publiceert Roseboom, inmiddels onderzoeksleider, samen met journalist Ronald van der Krol een boek over de studie, waarin alle resultaten op een rijtje worden gezet.
Van achthonderd kinderen die tijdens of vlak na de hongerwinter werden geboren in het Amsterdamse Wilhelmina Gasthuis, werd jarenlang nauwgezet de gezondheid onderzocht. Zij bleken een veel grotere kans te hebben op tal van ernstige aandoeningen, zoals hart-en vaatziekten, suikerziekte, nierproblemen en borstkanker. Aanpassing van de foetus aan de ondervoeding in de baarmoeder speelt een rol, evenals het gebrek aan bouwstenen voor de aanleg van organen.
Tientallen internationale wetenschappelijke publicaties leverde de Dutch Famine Study op, plus nog immer aanhoudende buitenlandse aandacht: Roseboom reist de wereld over en is net terug uit Chili, waar ze de president heeft bijgepraat. In haar werkkamer in het Amsterdamse ziekenhuis laat ze enthousiast de minutieus ingevulde ziekenhuisdossiers zien die van de zwangerschappen zijn bijgehouden en die de basis vormen van het bijzondere onderzoek. Omdat er geen elektriciteit was en nauwelijks stromend water, bevielen veel vrouwen op sociale indicatie in wat toen nog de Universiteits Vrouwen Kliniek heette. 'Extra eten' staat er in priegelletters op de bruine kaarten.
Vijftien jaar nadat het AMC aan de hongerwinterstudie begon, gaat het onderzoek een nieuwe fase in: de komende jaren wordt ook de gezondheid onderzocht van de kleinkinderen van de vrouwen die zwanger waren in die laatste zware maanden van de Tweede Wereldoorlog, toen de rantsoenen maar 400 tot 800 calorieën (nu 1700 tot 3400 kJ) per dag bedroegen. Aanleiding waren de opmerkingen van de vrouwelijke onderzoeksdeelnemers, zegt Roseboom. Zelf relatief vaak kampend met gezondheidsproblemen gaven zij aan dat ook hun kinderen minder gezond waren.
Dat alleen de moeders dit constateerden, is verklaarbaar, aldus Roseboom. De voorraad eicellen van meisjes ontstaat immers al voor de geboorte. 'Dat betekent dat de eicellen waaruit de kleinkinderen zijn ontstaan, al zijn aange1egd in de hongerwinter.' Achthonderd kleinkinderen vulden de afgelopen maanden online een uitgebreide vragenlijst over hun gezondheid in.
Wie toch zwanger werd,
moet heel sterk zijn geweestDe gezondheidsproblemen van de hongerwinterkinderen hebben deels te maken met versnelde veroudering van de weefsels, zegt Roseboom. Maar omdat de kleinkinderen dertigers zijn, doen veel van die problemen zich bij hen vermoedelijk nog niet voor. Maar net als bij hun ouders kunnen die zich over een jaar of twintig opeens manifesteren. Genetisch onderzoek moet uitwijzen of de conclusie 'Je bent wat je moeder at' kan worden uitgebreid naar 'Je bent wat je oma at'. Van tachtig vrouwen die in de hongerwinter zwanger waren, is dna verzameld, evenals van hun tachtig dochters en tachtig kleinkinderen. Dat wordt geanalyseerd door de universiteit van Southampton, waar wordt getracht de effecten van eerder dieronderzoek ook bij mensen te traceren.
De Engelse onderzoekers ontdekten dat ratten die tijdens de zwangerschap ondervoed waren, minder gezonde kinderen én kleinkinderen kregen, en vonden daarvoor een epigenetische verklaring: bij de kinderen van de ratten was de volgorde van de genen niet veranderd, maar waren ten gevolge van de ondervoeding bepaalde genen aan- of uitgezet, met gezondheidsproblemen als gevolg. Ook bij de kleinkinderen bleek de expressie van bepaalde genen veranderd.
'Of een gen kan worden afgelezen, hangt af van de hoeveelheid methylgroepen die eraan hangen',legt Roseboom uit. 'Sommige voedingstoffen fungeren als methyldonor en leiden tot methylering van een gen. Vlak na de conceptie zijn genen gevoelig voor de invloed van de omgeving. Wij vermoeden dat bij de kinderen uit de hongerwinter bepaalde genen zijn gemethyleerd en dat die methylering is doorgegeven aan de kleinkinderen.' Onderzoek moet allereerst uitsluiten dat er verschil bestaat tussen de expressie van bepaalde genen tussen vrouwen die in de hongerwinter zwanger waren, en vrouwen die ervoor of erna kinderen kregen. Daarna zal het dna van de kinderen en kleinkinderen eerst onderling en daarna met dat van de moeders worden vergeleken. De broers en zussen van de hongerwinterkinderen, die voor de geboorte niet aan ondervoeding zijn blootgesteld, fungeren als controlegroep.
Na vijftien jaar is Roseboom nog altijd verbaasd over de enorme effecten die zijn gevonden. Terwijl de hongerwinterkinderen slechts 200 gram lichter waren dan gemiddeld. 'Dat is ongelooflijk. De helft van de vrouwen menstrueerde niet meer door de honger. Wie toch zwanger werd, moet erg fit zijn geweest.' De enige vraag die nog moet worden beantwoord is of prenatale ondervoeding ook leidt tot een verhoogde sterftekans. Ze mag er nog niets over zeggen; de onderzoeksresultaten zijn geanalyseerd, een publicatie is aanstaande.
Wat kan ze ermee, met onderzoek naar de gevolgen van iets dat zich 65 jaar geleden heeft afgespeeld? Die vraag is haar vaak gesteld, zegt ze. Maar de historische catastrofe van toen blijkt ook voor de huidige generatie zwangere vrouwen een wijze les op te leveren: gezond eten tijdens de zwangerschap is cruciaal. Nu ligt de nadruk te veel op wat ze niet moeten eten en drinken, zoals wijn en foute kaasjes, en niet op wat ze vooral wél tot zich moeten nemen, zegt Roseboom. 'Een goed begin in de baarmoeder is de beste preventie tegen hart- en vaatziekten en veel andere aandoeningen voor de komende generaties.'
Wim Köhler (2002). Eén gen bepaalt het verschil tussen nat en droog oorsmeer. NRC 8 juni, p. 39.
Vier op de vijf Japanners hebben grijs, droog en brokkelig oorsmeer. Het is een eigenschap die ze met veel Aziaten en de Indianen delen. Blanken en zwarten hebben doorgaans nat oorsmeer: bruin en kleverig.
Japanse onderzoekers hebben bij toeval het gen gevonden dat het verschil tussen nat en droog oorsmeer uitmaakt. Zij deden genetisch onderzoek bij een vrouw met choreo-athetose. Dat is een hersenaandoening waarbij de patiënten buiten hun wil dansende en rukkerige bewegingen maken. De patiënte vertelde, schrijven de onderzoekers (The Lancet, 8 juni 2002), dat ze zes familieleden met choreo-athetose heeft en dat zij en die zes familieleden allemaal nat oorsmeer produceerden.
Daarmee was zonneklaar dat het gen (met genafwijking) dat de choreo-athetose veroor- zaakt vlak in de buurt moest liggen van het gen dat het verschil tussen droog en nat oorsmeer uitmaakt. Met DNA van 92 mensen uit acht Japanse families waarin zowel nat als droog oorsmeer voorkomt, was een plaats rond het centromeer van chromosoom 16 snel gevonden.
Nat oorsmeer is een eigenschap die dominant overerft, stelden ze vast. Wat het gen doet is nog onbekend, maar dat kan nu snel veranderen, want een gelokaliseerd gen is tegenwoordig ook vrij snel een gevonden gen.Uit eerder anatomisch onderzoek was al duidelijk dat droog oorsmeer komt uit minder goed ontwikkelde oorsmeerkliertjes. Die kliertjes liggen in de huid van de externe gehoorgang. Bij mensen met nat oorsmeer produceren de kliertjes lipidedruppeltjes en pigmentkorreltjes die bij mensen met droog oorsmeer niet ontstaan.
De oorsmeerkliertjes zijn verwant aan de zweetklieren in de oksels en met de melkaf- scheidende klieren in de vrouwenborst. Mensen met nat oorsmeer hebben vaak ook geurige of stinkende oksels, afhankelijk van hun hygiënische staat. Het verspreiden van onwelriekende okselgeur wordt, omdat slechts 1 op de 5 Japanners daar last van heeft, in Japan wel als een ziekte of afwijking beschouwd die medische behandeling behoeft.
Epidemioloog N. Petrakis van de universiteit van Californië (San Francisco) heeft in de jaren zeventif en tachtig van de vorige eeuw vastgesteld dat vrouwen met nat oorsmeer een grotere kans op borstkanker hebben.
M.v.g. G. Nevenzel.
Overzicht van onderwerpen.