5V - BIOLOGIE VOOR JOU

Practicumopdracht 8 en 10
.

Zie voor uitgebreide beschrijving het leerboek 5V-3.2 p. 109. De leerlingen kregen de beschikking over 20 ml H2O2, waarna zij zelf 4 ml H2O en/of HCl of NaOH (beide 0,1 M) moesten bijpipetteren. Op hun werkplek voegde elke leerling zijn 4 stukjes aardappel toe en vanaf het verschijnen van de eerste zuurstofbel in de maatcilinder werd er een kwartier lang zuurstof verzameld (GA = geen toevoeging van de aardappelstukjes). Intussen werd practicumopdracht 6 gedaan.
De gemiddelde uitkomsten hier beneden gelden voor elke leerling en elke leerling maakt hierover individueel een verslag (Inleverdatum donderdag 17 jan 2002).
De proefopzet is als volgt over 33 leerlingen verdeeld:

              Proefopzet:
Leerlingnr.     ml NaOH   ml H2O   ml HCl
 1, 11, 21         4         0        0
 2, 12, 22         3         1        0
 3, 13, 23         2         2        0
 4, 14, 24, 31     1         3        0
 5, 15, 25, 32     0         4        0
 6, 16, 26, 33     0         3        1
 7, 17, 27         0         2        2
 8, 18, 28         0         1        3          
 9, 19, 29         0         0        4
10, 20, 30         0         4        0 (GA)
Resultaten:
   pH    ml O2
  12,2    5,1 
  12,1    6,2
  12,0    7,0
  11,6   10,6
   6,3   16,9
   2,4    9,1
   2,1    8,2
   1,9    7,1
   1,8    6,0
   6,2    0,0

Het te maken verslag (met naam en datum) moet de volgende elementen bevatten:

  1. Titel
  2. Inleiding
    • achtergrondinformatie (óf browsen via Google - catalase)
    • probleemstelling
    • hypothese (N.B.: Hierin mag geen vraagteken of uitleg staan!)
    • verwachting
  3. Werkplan
    • materialenlijst
    • schets proefopstelling
    • protocol met handelwijze, tijdpad en methode van verzamelen resultaten (dit laatste hoe dat klassikaal is gebeurd).
  4. Resultaten
    • beschrijving verloop de proef.
    • tabel en diagram van meetresultaten.
  5. Conclusie en discussie
    • Kritiek: Is het pH-traject in goede stappen doorlopen? Zo nee, wat had beter gekund?
    • Zijn je resultaten volgens verwachting?
    • Is je hypothese juist of onjuist gebleken?
    • Moet je een nieuwe hypothese toetsen?
  6. Literatuur
    • Geraadpleegde boeken, tijdschriften of URL's volgens de regelen der kunst vermelden. Zie literatuurlijst.


Ter verduidelijking nog even dit:

Coënzym - Een niet uit eiwitten bestaande groep stoffen, zonder welke bepaalde enzymen inactief of incompleet zijn. Het eiwitgedeelte van een enzym staat bekend als het apoënzym. Wanneer het met een coënzym is verbonden is verbonden, permanent of tijdelijk, vormen de twee samen een actief enzym dat holoënzym heet. Coënzymen zorgen niet alleen voor een aanhechtingspunt voor de om te zetten chemische groep, maar beïnvloeden ook de eigenschappen van de groep.

Cofactor - Een stof, die geen eiwit is en die een enzym helpt bij het uitoefenen van zijn activiteit. Cofactoren kunnen kationen zijn of organische moleculen. Ze staan bekend als coënzymen. In tegenstelling tot enzymen zijn zij meestal bestand tegen verhitting. Wanneer een enzym dat katalytisch actief is, een complex vormt met een cofactor, resulteert dit in een holoënzym. Een enzym zonder cofactor wordt apoënzym genoemd.

Na twee keer hetzelfde verteld te hebben zal het wel beklijven.


In de zuurstofloze oeratmosfeer groeiden bacteriën die geen katalase nodig hadden. Bij sommige is zuurstof zelfs schadelijk (we noemen die obligaat anaërobe organismen) en dat zou veroorzaakt kunnen worden door het ontbreken van het enzym katalase.


Bij mensen kan de enzymactiviteit van katalase per individu verschillen. Op latere leeftijd kunnen problemen ontstaan, wanneer de enzymactiviteit zeer laag is. Over de hele wereld zijn mensen met extreem lage katalase-activiteit te vinden. In en rond Korea zijn de aantallen echter het hoogst. De helft van deze groep mensen vertoont geen bijzondere symptomen, zodat katalase als niet essentieel beschouwd zou kunnen worden. Velen ontwikkelen echter rond hun tanden zweren, die tot ernstige problemen kunnen leiden. Het door bacteriën geproduceerde waterstof-peroxide wordt opgehoopt en hemoglobine wordt geöxideerd tot methemoglobine. Blijkbaar wordt het aangetaste weefsel zuurstof onthouden waardoor genezing van het weefsel wordt verhinderd.


Met vriendelijke groet aan klas V - G. Nevenzel.

Overzicht