Anthrax - Miltvuur



Niet kapot te krijgen
De antrax-bacil is een echte overlever.

Karel Knip. NRC 20 okt 2001, p.43

Dankzij zijn sporenvorming is de Bacillus anthracis bestand tegen vele gevaren en na jaren nog zeer kiemkrachtig. Ideaal als wapen.

MILTVUUR of ANTRAX is een typische veeziekte waarvoor herkauwers (runderen, geiten, schapen) en paarden gevoelig zijn. Onder normale omstandigheden raken mensen maar zelden besmet met de verwekker van de ziekte, de bacterie Bacillus anthracis. Risicogroepen bestaan uit personen die huiden, wol of beenderen verwerken en jagers die zelf hun jachtbuit villen.
Sporadisch raken nog mensen besmet als zij vlees eten van een dier dat aan miltvuur leed.
Op tal van plaatsen op aarde komt de veeziekte nog algemeen voor. De 'World Anthrax Data Site' toont vooral het Midden-Oosten en de Sahel als ziektehaarden. Maar er zijn veel andere gebieden waar de ziekte zich handhaaft omdat karkassen niet snel en veilig worden afgevoerd. In Nederland is miltvuur al in de jaren dertig door een strakke kadaverdiscipline uitgeroeid. Getroffen vee werd in diepe kuilen begraven en afgedekt met ongebluste kalk. De 'witte kuilen' werden gemarkeerd met bomen of struiken.

BESMETTE VACHT
Dieren raken met miltvuur geïnfecteerd door het eten van gras waarop antrax-sporen aanwezig zijn of door te likken aan de besmette vacht. Ook zouden bijtende insecten de sporen kunnen overdragen. In het laatste geval ontwikkelt zich huid-antrax, in de andere gevallen darm-antrax, die een ongunstiger verloop heeft.
Als de infectie aanslaat treedt in het lichaam, vooral in het bloed, een reusachtige vermeerdering van de bacterie op. Sterft de gastheer en wordt het karkas aangevreten dan gaan de antrax-bacteriën op plaatsen waar lucht toetreedt en het weefsel uitdroogt over tot sporenvorming. Sporen zijn verstevigde, inactieve cellen die goed overleven. Rond een aangevreten karkas is het terrein meestal zwaar met sporen besmet. In een intact karkas dat langzaam wegrot worden de antrax-bacteriën door rottingsbacteriën verdrongen.
Het natuurlijk 'reservoir' van de miltvuurbacterie is dus de bovenste bodemlaag. De bacterie vermeerdert zich niet in de bodem, maar de sporen blijven uiterst lang kiemkrachtig en zijn goed bestand tegen de inwerking van warmte, droogte en zonlicht. Alleen langdurige inwerking van ultraviolette straling tast de overlevingskans aan.
Het Schotse eilandje Gruinard waar de Engelsen in 1941 experimenteerden met miltvuurmunitie bleef infectueus totdat het tenslotte in de jaren tachtig werd ontsmet met formaline.
Virulente antrax-stammen isoleert men makkelijk uit bloedmonsters van aan miltvuur bezweken dieren. In gebieden waar veel miltvuur voorkomt is de bacterie ook uit grondmonsters op te hopen.
Erkende onderzoekers plaatsen gewoon een bestelling bij een van de honderden instituten die referentiestammen in beheer hebben.
De uit karkassen of bodemmonsters verzamelde miltvuurbacteriën zijn eenvoudig te zuiveren van begeleidende bacteriën en verder door te kweken. Voor kleine cultures gebruikt men afgedekte schaaltjes met een zogenoemde 'vaste voedingsbodem', bestaande uit schapenbloed waaraan agar-agar (een verdikkingsmiddel) is toegevoegd. Op dit medium komt de bacterie na verloop van tijd spontaan tot sporenvorming.

NUTRIENT BROTH
Voor de bereiding van grotere hoeveelheden antrax gebruikt men vloeibare voedingsoplossingen in glazen kolven ('erlenmeyers') of roestvrij stalen vaten. De voeding bestaat uit een heel gangbaar, rijk medium, zogenoemde 'nutrient broth' (en. nutrient 'voeding' en broth 'bouilllon, (vlees)nat', vgl. du. Brühe), waaraan hoogstens wat mineralen zijn toegevoegd. Er wordt doorgaans gekweekt bij neutrale zuurgraad, een temperatuur van 37 graden en krachtige beluchting. Groeien dit soort cultures dicht dan treedt ook hier vaak spontaan sporenvorming op. De internet-literatuur beschrijft voedingsoplossingen (zoals die van Leighton en Doi) waarin Bacillus-soorten extra makkelijk sporen vormen. Na het kweken 'oogst' men de bacteriën door de oplossingen te filtreren of te centrifugeren. Het gevreesde witte poeder is mogelijk het gedroogde en fijngewreven resultaat van zo'n oogst. Als gevriesdroogde preparaten zijn ze bij kamertemperatuur in het donker nagenoeg onbeperkt houdbaar. Voor professionele opslag worden de bacteriën opgenomen in glycerol en bewaard bij min tachtig graden.
De bacterie Bacillus anthracis werd al in 1876 door Robert Koch aangewezen als verwekker van miltvuur en volgens de regels rein gekweekt. Louis Pasteur bereidde een paar jaar later het eerste vaccin en al binnen enige decennia zijn de verworven inzichten misbruikt voor oorlogsdoeleinden: Duitse troepen probeerden in de Eerste Wereldoorlog paarden van de vijand te infecteren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is antrax op grote schaal in productie genomen in Japan, Engeland, Canada, de VS en Rusland. Al deze programma's zijn inmiddels beëindigd. In 1995 bleek dat ook Irak en de Japanse sekte Aum Shinrikyo antrax kweekten. Aangenomen wordt dat ruim 15 andere landen (zoals Noord-Korea, Iran, India, Syrië) inmiddels ervaring hebben met antrax-productie. Antrax geldt als een zeer geschikte bacterie voor biologische wapens, omdat het gemakkelijk is te kweken. Verder is het zeer virulent en gemakkelijk te bewaren - pestbacteriën lopen heel snel in kwaliteit terug.
Sinds 1995 worden Amerikanen vrijwel permanent bedreigd met antrax-brieven maar tot aan oktober is nooit werkelijk antrax verstuurd. Toch bestaat er geen enkele geheimhouding ten aanzien van de verkrijgbaarheid of het kweken van de bacterie. Alleen over de 'optimale' verspreidingsmethode, de bereiding van fijne poeders en nevels, is in de open literatuur vrijwel geen informatie te vinden. Dat heeft ertoe geleid dat zelfs Irak geen goed antrax-wapen heeft kunnen produceren.
Onder de microscoop onderscheidt de antrax-bacterie zich nauwelijks van andere Bacillus-soorten. Antrax-bacillen zijn enigszins rechthoekige, onbeweeglijke staafjes die nogal eens korte ketens vormen. Dan lijken ze op treinwagons. De cellengte kan oplopen tot 5 micron. De spore, de bovengenoemde overlevingsstructuur, is iets kleiner. Alle virulente antrax-stammen vormen onder gunstige omstandigheden, zoals in het bloed, een karakteristiek 'kapsel' rond de cel. Dat kapsel, niet te verwarren met de spore, is met speciale kleuringen goed zichtbaar te maken: een diagnostisch kenmerk.
Het kapsel beschermt de bacterie tegen vertering door de zogenoemde macrofagen, de speciale cellen uit het afweersysteem van hogere diersoorten die vreemde cellen opruimen. Antrax-stammen zonder kapsel zijn nauwelijks of niet ziekteverwekkend. De eigenlijke virulentie dankt de antrax-bacil aan de productie van twee eiwitachtige gifstoffen (toxinen) die in totaal uit drie componenten bestaan. Het beschermend antigen PA (protective antigen) is de component die een porie maakt in de membraan van de gastheercel waardoor de twee andere componenten toegang krijgen tot het inwendige van de cel (waar zij hun schade aanrichten).

PLASMIDEN
De genetische informatie voor de aanmaak van kapsels en toxinen is niet binnen het gewone bacterie-chromosoom, het genoom, aanwezig maar is opgeslagen in twee kleinere losse DNA-ringen die plasmiden worden genoemd. Het plasmide pXO1 bevat de informatie voor de vorming van kapsels, het plasmide pXO2 dat voor de toxinen. Ook resistentie tegen antibiotica is vaak in de plasmiden gecodeerd. Over het algemeen kunnen bacteriën nogal makkelijk een plasmide kwijt raken of overnemen van een andere bacterie. Verliest de antrax-bacterie één van zijn twee plasmiden dan is hij niet gevaarlijk meer.
Uit proeven met muizen en cavia's blijkt dat de diverse antrax-stammen enorm verschillen in hun virulentie. Kapselloze stammen, zoals de Sternestam die wordt gebruikt voor vaccins, zijn vrijwel ongevaarlijk. De Vollum- en Buffalo-stammen zijn wel ziekteverwekkend, de Ames-stam blijkt zelfs uiterst virulent. (Kort na de antrax-uitbraak in Florida is bericht dat het hier een Ames-stam betrof. Daar is later niet meer op teruggekomen.)
Op internet zijn de eigenschappen van de tientallen isolaten die in de loop van de decennia zijn verzameld gerubriceerd. Ze verschillen, afgezien van hun virulentie, onder meer in gevoeligheid voor antibiotica en in de hoeveelheden toxine die ze produceren.

WERKING VAN MILTVUURGIF

De miltvuurbacterie produceert drie eiwitten waaruit hij twee verschillende gifstoffen maakt. Het protective antigen is de transporteur voor de twee andere (edema factor en lethalfactor) eiwitten. Protective antigen bindt op de celwand (1) en combineert na een enzymatische splitsing (2) met zes soortgenoten (3) tot een heptameer.
Dat is een transportvehikel om aangepaste moleculen de celwand te laten passeren. De miltvuurbacterie brengt er via een vacuole (5) zijn gifstoffen die oedeem en ongecontroleerde ontstekingsreacties mee veroorzaken in de cellen (6). Maar biotechnologen zijn in het transportvehikel geïnteresseerd omdat er wellicht ook medicijnen mee kunnen worden getransporteerd.

TREINWAGONS
Het aantonen van antrax in lichaamsvocht of weefselsmonsters is nooit een probleem geweest. De antrax-bacillen zijn goed kleurbaar waardoor de 'treinwagons' in microscopische preparaten snel opvallen. Bij het kweken op bloed-agar ontstaan heel karaktetistieke koloniën. Ook is er een virus, de gamma-bacteriofaag, dat zeer specifiek antrax-bacteriën aanvalt en oplost. De grote gevoeligheid voor penicilline is een ander diagnostisch kenmerk. Definitief uitsluitsel kwam vroeger van dierproeven. Veel van deze klassieke testen zijn inmiddels vervangen door DNA-analyse. Met behulp van de polymerase-kettingreactie (PCR) is uit te maken of er überhaupt sprake is van een antrax-infectie. Met behulp van DNA-fingerprinting kan de desbetreffende stam worden geïdentificeerd. Aangenomen mag worden dat de FBI precies weet welke antrax-stammen zijn verspreid, maar er uit tactische overwegingen het zwijgen toe doet.
Veel van het huidige antrax-onderzoek is gericht op een snellere detectie van de bacterie en op de bereiding van betere vaccins. Op dit moment zijn er twee soorten vaccins. De ene soort, die voornamelijk een veterinaire toepasing kent maar in Rusland ook voor mensen wordt gebruikt, bestaat uit levende, maar verzwakte (want kapselloze) antrax-cellen. In het Westen vindt men dit vaccin niet veilig genoeg. In Engeland en de VS bereidt men vaccins uit gezuiverde, celvrije oplossingen van het beschermend antigen PA dat gehecht is aan aluminiumhydroxide. (Het aluminium versterkt de afweerreactie.) Het bezwaar van dit laatste zogeheten AVA-vaccin is dat pas na zes injecties voldoende bescherming ontstaat. Een onderzoeksgroep in Boston heeft (Science, 27 aptil 2001) een antrax-bacterie 'gemaakt' die een zwaar gemuteerd antigen PA produceert. Dit antigen maakt geen bruikbare poriën meer maar houdt de aanhechtingsplaatsen op de celmembraan wel bezet. Zo'n gemuteerde stam zou als tegengif bij een antrax-besmetting goede diensten kunnen bewijzen.

Met dank aan dr. Ph.J. van Dalen, TNO , Preventie en Gezondheid, Leiden.


Dodelijk gif
Miltvuur ontleent kracht aan twee toxines.

Wim Köhler. NRC 20 okt 2001, p.43

ROBERT STEVENS stapte op 2 oktober een ziekenhuis in Palm Beach County binnen. De 63-jarige fotoredacteurvan American Media in Boca Rotan had koorts en was in de war. Hij werd opgenomen en kreeg antibiotica. Zijn arts liet dezelfde dag wat hersenvloeistof afnemen. Daarin zag de patholoog een bacterie die op de miltvuurbacterie leek. De alarmbellen rinkelden bij alle gezondheidsautoriteiten: het Palm Beach County Health Department, het Florida Department of Health en ook al snel bij de Amerikaanse nationale infectieziektenwaakhond, het Centers for Disease Control (CDC) in Atlanta en uiteindelijk bij de FBI.

Twee dagen later toonde de bacteriekweek onomstotelijk Bacillus anthracis, de miltvuurbacterie aan. Een dag later, op 5 oktober, was Stevens dood. Na 25 jaar afwezigheid kwam in de VS weer miltvuur voor. Een autopsie bracht aan het licht dat Stevens' miltvuur was ontstaan door het inademen van de miltvuurbacil.

Een dag voor Stevens was al Ernesto Blanco, een 73-jarige postkamermedewerker van American Media, in het ziekenhuis opgenomen. Met longontsteking door onbekende oorzaak. Op 5 oktober werd ook bij hem de miltvuurbacterie aangetoond. Hij ligt nog in het ziekenhuis.

Een zwarte korst, vochtophoping (oedeem) en een zweer (hier aan de basis van de ringvinger) zijn kenmerken van huidantrax. De meeste patiënten herstellen. Huidantrax wordt in 10% van de patiënten levensbedreigend als de bacterie in de bloedbaan terecht komt en bloedvergiftiging (sepsis) veroorzaakt.

Miltvuur dankt zijn naam aan de vergrote, ontstoken ('vuur'rode) milt die de slachtoffers hebben. Bacillus anthracis, de Engelse naam antrax en de Franse naam maladie du charbon 'steenkool'ziekte (charbon '(steen)kool' of 'anthraciet'ziekte), verwijzen naar de antracietkleurige, zwarte korsten die karakteristiek zijn voor miltvuurpatiënten die via de huid besmet zijn. (Antraciet is een magere steenkoolsoort met 95% koolstof.) Huidbesmetting is niet zo snel levensbedreigend. Een paar procent van de patiënten sterft daar aan. Aan inhalatie-antrax gaat meer dan 80% van de patiënten dood.

HOOFDPIJN
In New York begon bij Erin O'Connor, een 38-jarige medewerkster van NBC-anchorman Tom Brakow, een wondje op haar borst te ontsteken. Op 25 september merkte ze het voor het eerst. Drie dagen later was de huid rood en ontstond er vochtophoping (oedeem) rond de ontstekingsplaats. Ze kreeg hoofdpijn en voelde zich beroerd. Op 1 oktober ging ze naar de dokter. Die beschreef een vijf centimeter grote ontsteking, verhoogde wondranden en veel oedemen en ontstekinkjes in de nabijgelegen huid. De wond was niet pijnlijk, maar lymfeklieren links in de hals van de patiënte waren opgezwollen. O'Connor kreeg het antibioticum ciproflaxine voorgeschreven. In de dagen erna ontstond een zwarte korst op de wond. In een op 9 oktober naar de CDC gestuurd biopt toonden microbiologen miltvuurbacteriën aan. Erin O'Connor had een verdachte brief geopend die op 18 september was afgestempeld. Inmiddels hebben nog drie mensen huidantrax: een 7 maanden oud zoontje van een programmamaker van ABC News, een medewerkster van CBS-anchorman Dan Rather en een postbeamte op het postkantoor van Trenton in New Jersey. Het lijkt er op dat er in de week na de aanslag op het World Trade Center vanuit New Jersey brieven met miltvuurbacteriën naar een aantal Amerikaanse nieuwsmedia en regeringsinstanties zijn gestuurd.

Miltvuurbrieven bevatten geen levende miltvuurbacteriën, maar bacteriesporen. Bacillus anthracis vormt, zoals veel andere bacteriesoorten, in barre omstandigheden sporen die decennialang houdbaar zijn. De sporen kunnen per post verstuurd, via de lucht verspreid en in etenswaren worden verwerkt. Via de huid, de longen of de darm kunnen de sporen een lichaam binnenkomen. En kennelijk kunnen de sporen ook binnen een lichaam wekenlang blijven hangen zonder 'biologisch actief' te worden, want bij de best beschreven miltvuuruitbraak uit de geschiedenis (Sverdlovsk, Rusland, 1979) werden mensen ziek tot zes weken na de blootstelling. De inmiddels honderden mensen die in de VS de afgelopen weken misschien zijn blootgesteld aan de miltvuurbacterie krijgen van de CDC dan ook het advies om uit voorzorg gedurende 60 dagen antibiotica te slikken. Penicilline, doxycycline of ciprofloxacine zijn de antibiotica die tegen miltvuur helpen. Wie eenmaal miltvuur heeft, heeft weinig meer aan antibiotica, want de levensbedreigende complicaties ontstaan door twee gifstoffen die de bacterie maakt. Antibiotica doen niets tegen het gif, ze doden alleen bacteriën.

Miltvuur: drie ingangen en drie doodsoorzaken.

MACROFAGEN
Zodra miltvuursporen via huid, darm of longen binnenkomen opent het afweersysteem de jacht. Wie een paar sporen inademt wordt bijna nooit ziek. Maar mensen die 8.000 tot 10.000 sporen inademen lopen al een kans van 50% om te overlijden. Na herkenning van de indringers mobiliseert het afweersysteem macrofagen. Dat zijn witte bloedcellen die indringers verzwelgen en, als het goed is, ook verteren. De macrofaag is intussen met zijn buit op weg naar de lymfeknopen. De antraxsporen komen echter in de macrofaag juist tot leven, beginnen zich te delen en, wat erger is, produceren er hun gifstoffen. De combinatie van ontsteking en gifstoffen veroorzaakt bloedende ontstekingen van de lymfeknopen. Die ontsteking slaat snel over naar de milt, het grootste orgaan van het lymfesysteem, waar de aangetaste macrofagen en de vrijgekomen bacteriën blijven hangen. Patiënten hebben een sterk vergrote, ontstoken milt.

De gifstoffen van de miltvuurbacterie zijn opgebouwd uit drie eiwitten, waarvoor de genen op een bacterieel plasmide liggen, een cirkelvormig stukje DNA. Twee van die eiwitten (protective antigen en lethal factor) vormen samen het dodelijk gif (lethal toxin), terwijl een andere combinatie (protective antigen en edema factor) het oedeemvormend gif (edema toxin) levert.

KARDINAALSMUTS
De namen van oedeemvormend en dodelijk gif duiden hun werking aan, met die toevoeging dat ook het oedeemvormend gif dodelijk kan zijn. Vooral als het oedeem rond de longen ontstaat. De longblaasjes komen dan zo knel te zitten dat de patiënt stikt. Lethal toxin veroorzaakt een massale afweerreactie doordat het de macrofagen aanzet tot de aanmaak van ontstekingsbevorderende eiwitten. De haarvaten raken lek, en de patiënt overlijdt aan shock. Of de hersenvliezen worden aangetast en de dood treedt in door hersenvliesontsteking. Een kardinaalsmuts noemen de pathologen het beeld dat ze zien als ze bij autopsie de hersenpan lichten, want ook hier is er bloed uit lekgeraakte bloedvaatjes gestroomd.

Huidantrax verloopt een stuk milder omdat de kans dat de bacteriën en hun gifstoffen massaal in het lymfesysteem en in de bloedbaan terechtkomen een stuk minder is. Bij de epidemie in Sverdlovsk in Rusland, waar op 2 april 1979 een aërosol met miltvuurbacteriën ontsnapte, kregen 77 mensen inhalatie-antrax, van wie er 66 stierven. Enkele slachtoffers stierven onverwacht op straat, of tijdens het werk op het land. Zij waren een beetje koortsig en beroerd geweest toen ze op pad gingen. Dit laat zien hoe snel het gewone 'griepje', dat het begin is van inhalatie-antrax, in een bevolking die niet voorbereid is, omslaat in een dodelijke ziekte.


miltvuur - anthrax - oorlogsmachine
ANTHRAX- ofwel MILTVUUR-BACTERIE IN SUIKERKLONT UIT 1917.

Karel Knip (1998). Anthrax - ofwel - Miltvuur-bacterie in suikerklont van 1917. NRC 27 jun. p. 51

Uit onverwachte hoek is bevestiging gekomen van de indrukwekkende resistentie en persistentie van de sporen van de miltvuurbacterie Bacillus anthracis. Onderzoekers wisten anthrax-sporen die 80 jaar in een gesloten glazen ampul hadden gezeten tot groei te brengen (Nature, 25 juni).
De naaldvormige ampul met anthrax (20 bij 2 mm groot) werd onlangs ontdekt in het politiemuseum van Trondheim en bevond zich in een uitgeholde suikerklont die in de winter van 1917 door de Noorse politie was aangetroffen in de bagage van baron Otto Karl Robert von Rosen. Rosen was als spion en saboteur in dienst van de Duitse overheid en moest kennelijk Britse wapentransporten door Noorwegen saboteren. De besmette suikerklonten waren bestemd voor de lastdieren die de sleeën met wapens trokken: rendieren en paarden. Bij zijn arrestatie onthulde Rosen dat de ampullen anthrax-sporen bevatte.
In wat voor vloeistof die waren opgenomen is niet bekend. Maar erg véél kiemkracht was er na 80 jaar niet meer over, schrijven de onderzoekers. Pas na voorafgaande ophoping (door een week te kweken bij 37 graden) was voldoende materiaal verzameld voor een determinatie. Klassieke testen en modern DNA-onderzoek (een reactie op drie typische anthrax-genen) bewezen dat de ampul inderdaad anthrax bevatte.
Miltvuur is een van de weinige ziekten die zowel voor mensen als dieren gevaarlijk zijn. Zonder snelle tegenmaatregelen is de ziekte voor de mens in 20 procent van de gevallen dodelijk. In veel gebieden in West-Azië komen endosporen van B. anthracis van nature in de grond voor en wordt ook vee er vaak het slachtoffer van. De grote persistentie van de anthrax-endosporen is al lang bekend. In 1943 werd bij wijze van experiment door de voorloper van 'Porton Down' het Schotse Gruinard lsland met een anthrax-suspensie besproeid. Tot ver in de jaren tachtig was het eilandje daarna onbenaderbaar. Pas een paar jaar geleden is het ontsmet en vrijgeven.
De arrestatie van Rosen in 1917 is een van de weinige gevallen waarin de intentie om biologische wapens te gebruiken is bevestigd, schrijven de auteurs. Dat is niet juist. Duitsland had in de Eerste Wereldoorlog een uitgebreid programma voor biologische sabotage waarover al veel bekend is (zie Journal of the American Medical Association, 7 augustus '97). Het was gebaseerd op anthrax en Burkholderia mallei (kwade droes, een paardenziekte) en richtte zich in eerste instantie tegen vee (schapen, paarden en muildieren). In de jaren dertig en veertig heeft Japan dodelijke ziekteverwekkers ingezet tegen de burgerbevolking van China. Onlangs werd bekend dat ook Irak raketten met anthrax had geladen. Een verontrustend aspect van het Nature-artikel is dat het aantoont hoe vaak onbedoeld detail-aanwijzingen worden gegeven voor het kweken en herkennen van anthrax.


Menselijke angst voor miltvuur wellicht redding neushoorn
New Scientist 4 feb. 1988.
In Namibië hebben onderzoekers in de hoorns van rhinocerossen sporen van de miltvuurbacterie gevonden. Miltvuur (antrax) kan een extra aanslag betekenen op de toch al zo bedreigde diersoort. Maar het zou ook zijn redding kunnen blijken, want de ziekte is ook voor mensen gevaarlijk.
Het staat nog niet vast hoe groot het gevaar van miltvuur voor de neushoorns is, maar er worden de laatste tijd dode neushoorns gevonden die hun hoorn nog hebben - een zeker teken dat stropers niet de hand in hun dood hebben gehad. In 1962 waren er nog 100.000 rhinocerossen in Afrika, nu nog zo'n 3.700. Oorzaak: stroperij. Een hoorn brengt 600 tot 1.400 dollar op en dat is meer dan de meeste Afrikanen per jaar verdienen. In de Zambesi-vallei worden nu ongeveer 20 neushoorns per week door stropers gedood. De hoorns worden in de Arabische staten tot handvaten voor dolken bewerkt en in het Verre Oosten wordt de gemalen hoorn als grondstof voor verschillende traditionele medicijnen gebruikt.

Miltvuur komt vooral onder vee voor, maar is ook voor mensen een gevaarlljke ziekte. Als geen antibioticum wordt toegediend kan besmetting met de antrax-bacil binnen 48 uur tot de dood leiden. In Afrika komen nog regelmatig uitbarstingen van antrax voor. De laatste was in 1980, in Zimbabwe. 6.000 mensen werden toen geïnfecteerd.

De antrax-bacil infecteert mensen heel gemakkelijk. Bovendien is hij heel hardnekkig en kan ook in dierlijke producten voorkomen. Besmetting kwam vroeger voor onder wolsorteerders, leerwerkers en bongo-drumspelers, die via inademing of oppervlakklige huidbeschadingen geïnfecteerd raakten. In de tweede wereldoorlog is geëxperimenteerd met antrax als biologisch wapen. Op het eiland Gruniard, waar de Britten een dergelijk antrax-wapen testten, werden na veertig jaar nog levensvatbare sporen van de antrax-bacil in de grond aangetroffen. Men hoopt nu maar dat stropers, hoornbewerkers en consumenten de besmettingskansen serieus nemen. Hoewel ook de stropers risico lopen, is kans op besmetting het grootst voor de makers, die de sporen zouden kunnen inademen en voor de gebruikers die op de medicinale werking vertrouwen.
Het ziet er dus naar uit dat het Wereld Natuurfonds, dat juist een grote actie houdt tegen de neushoornjacht, er een onverwachte bondgenoot bij heeft gekregen.

New Scientist 4 februari 1988.


M.v.g. G. Nevenzel.

Overzicht van onderwerpen.