MKZ - Mond- en klauwzeer



NRC

HET VIRUS

Het mkz-virus behoort tot de kleinste bekende virussen. Het meet in doorsnede 20 tot 30 nanometer (een nanometer is een miljoenste millimeter). Er zijn virussen die tien- tot twintigmaal groter zijn. Het oppervlak heeft de vorm van een regelmatig twaalfvlak.
Molecuulmodel<BR> van het<BR> MKZ-virus
Ieder vlak is een vijfhoekig segment dat weer is opgebouwd uit vijf zogenoemde protomeren. Ieder protomeer bestaat uit ieder van de vier manteleiwitten die het virus maakt. De genetische code voor die vier eiwitten ligt op de RNA-streng die de enige inhoud van het virusbolletje vormt.

Het virus bezit behalve de vier genen voor de oppervlakte-eiwitten nog acht andere genen. De hele RNA-streng, dus de hele erfelijke code van het virus, bestaat uit ruim 8.000 nucleotiden. De streng zou in de gastheercel in principe als mRNA kunnen functioneren.
Dit mRNA is het molecuul dat als matrijs dient voor de eiwitsynthese. In de praktijk maakt de gastheercel eerst een complementaire kopie van het virale RNA. Dat molecuul is vervolgens de matrijs voor de productie van vele mRNA-moleculen. Van het mRNA laat het virus door het eiwitsyntbeseapparaat van zijn gastheer één lang viruseiwit maken. De eiwitsplitsende enzymen van het virus knippen dit grote eiwit in de twaalf functionele viruseiwitten. Genoom<BR> van het<BR> MKZ-virus

Van het mkz-virus bestaan zeven serotypen, waarvan er drie (de typen A, 0 en C) vanouds in Europa voorkomen. De typen SAT1, SAT2 en SAT3 stammen uit zuidelijk Afrika (South African Territories) en er is een Aziatisch type (Asia1). Het'Europese' type O was de laatste decennia door vaccinatie en uitroeiingsstrategieën uit Europa verdwenen, maar komt wijdverspreid voor in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.

De indeling in serotypen is gebaseerd op besmettelijkheid: afweer tegen het ene serotype biedt nauwelijks bescherming tegen een ander. Tot 1992 vaccineerden Nederlandse dierenartsen ieder voorjaar tegen de drie Europese serotypen A, 0 en C.

Alleen van het serotype O bestaan al tientallen subtypen. Die nemen in aantal toe nu het de gewoonte is om de nucleotidenvolgorde van het RNA te bepalen van vrijwel iedere geïsoleerde stam die wordt gevonden.

Het mkz-virus is lid van het genus Aphthovirus binnen de familie van de picornavirussen (pico 'zeer klein', rna 'RNA'). Familieleden zijn het poliovirus, de coxsackievirussen en enterovirus type 71 (de laatste twee veroorzaken bij mensen het gelijkende ziekteheeld hand-voet-en-mond-ziekte). Ook de meer dan 100 verschillende serotypen van de verkoudheid veroorzakende rhinovirussen zijn lid van de picornavirusfamilie.
Opvallend is dat veel van de picornavirussen zich in cellen van het centraal zenuw nestelen (ze kunnen verlammingen en hersen(vlies)ontstekingen veroorzaken), maar het mkz-virus heeft die eigenschap net als de rhinovirussen voorzover bekend niet.
De picornavirussen kunnen op veel plaatsen in het lichaam groeien: enterovirus 72 is bij- voorbeeld het virus dat in de lever hepatitis-A veroorzaakt.

BESMETTINGSRISICO'S

De beste manier om een evenhoevige mond- en klauwzeer te bezorgen is er een besmet dier naast zetten. Het verblijf in een besmette veewagen en het eten van besmet voer zijn ook hoge-risico-activiteiten, volgens de mkz-epidemiologen. Het ontsmetten van veewagens is een routineklus in Nederland, het veevoer is hier over het algemeen virusvrij.
Het voeren van tot veevoer verwerkt afval van restaurants, supermarkten en de voedingsmiddelenindustrie (swill) is in Nederland verboden, maar dat verbod geldt niet voor alle andere Europese landen. In Groot-Brittannië bestaan swill-bedrijven. Onvoldoende gesteriliseerde swill heeft de laatste decennia echter een aantal uitbraken van veeziekten veroorzaakt, zoals Afrikaanse varkenspest.

Ook het mkz-virus behoudt in sommige vleessoorten lang zijn infectiviteit. Vers vlees verzuurt door melkzuurvorming en daar kan mkz-virus niet goed tegen. Maar het virus is nog gekweekt uit Parmaham van vijf maanden oud. Het voeren van ongesteriliseerde vleesresten aan vee is daardoor gevaarlijk. Resten van vleeswaren, bijvoorbeeld meegenomen van een reis naar landen waar mkz heerst, die ongekookt aan de varkens worden gevoerd kunnen het begin zijn geweest van de Britse uitbraak.

Mond- en klauwzeer is Nederland waarschijnlijk binnengekomen met een lading van 230 te mesten Ierse kalveren die via Frankrijk in Nederland verzeild raakten. Een deel van de lading kwam op de geitenboerderij in Oene. Het verslepen van dieren is een activiteit met hoog risico omdat het gevaar bestaat dat het vee in contact komt met besmette dieren. Maar het bedrijf in Olst, waar officieel het eerste geval van mkz in Nederland is vastgesteld, had geen nieuwe dieren binnengehaald. Hier is de besmetting waarschijnlijk veroorzaakt door verspreiding via de lucht (tot vijf kilometer afstand) of door contact met familieleden, bezoekers, dierenartsen, KI-personeel of veehandelaren. Mkz-epidemiologen zien die lucht- en menscontacten als een middelmatig groot verspreidingsrisico.

Het ziet er naar uit dat het virus, na de getroffen maatregelen, in Nederland is aangewezen op verspreiding via de lucht. Verspreiding door de lucht heeft in de pers al mythische vormen aangenomen. Over zee zou het virus 300 kilometer met de wind mee kunnen waaien en aangeland nog een dier ziek kunnen maken. Deskundigen achten de kans op luchttransport van het virus over meer dan vijf kilometer gering.
De Britse veearts D.J. Taylor wijst in zijn handboekje Pig Diseases echter op het versterkende effect van de luchtventilatoren op de daken van de varkensstallen die aërosolpluimen met uitgeademde en uitgehoeste virusbevattende lucht veel hoger de lucht in blazen dan hoestende varkens dat zelf kunnen.
Een Britse viroloog wees er op dat ook de kadaverbranden de verspreiding door de lucht wellicht een handje helpen.

ID-Lelystad (Instituut Dierkunde) heeft luchtverspreidingsmodellen voor het virus opgesteld. Bij matige wind kan uit een schuur met tien besmette varkens zoveel virus ontsnappen dat een koe tien kilometer benedenwinds nog tien virusdeeltjes inademt. Dat kan genoeg zijn voor een besmetting. Voor varkens en de schapen zijn de risico's beperkt tot twee kilometer afstand. Als deze modellen de werkelijkheid benaderen, betekent dat een fors risico in de Nederlandse landbouwgebieden waar om de halve kilometer een stal vol beesten staat.

Besmette varkens zijn in die modellen de grootste virusstrooiers, omdat het virus zich in de varkensbekken goed vermenigvuldigt. Koeien vangen de ziekmakende deeltjes het best op uit de lucht, want die grote dieren ademen veel meer lucht in en uit dan varkens, schapen en geiten. Streken in Nederland waar op hetzelfde bedrijf zowel koelen als varkens worden gehouden zijn in dit model dus het riskantst: de koe is de antenne en vangt het virus uit de lucht op, de boer loopt bezorgd, verzorgend en besmettend van zijn koeien naar de varkens en die zenden het virus naar de buren.

OPGERUIMD

Een boerderij waar mond- en klauwzeer heerst, is niet virusvrij zodra de containerwagen vol kadavers naar het destructriebedrijf is vertrokken.
Op de grond, bij temperaturen van 4 tot 7 graden die de afgelopen weken heersten, blijft het virus krap een maand actief.
's Zomers is dat maar drie dagen. Het virus kan niet tegen uv-straling.
In opgedroogde uitwerpselen blijft het virus twee weken goed, in drijfmest ongeveer een maand.
Op haren overleeft het virus vier weken, op leer 15 weken en in hooi of stro (op kamertemperatuur) wel tot 20 weken.

Tijdens eerdere epidemieën verbrandden de boeren dagelijks het stro waar de zieke koeien op stonden, niet de dieren zelf.
Desinfectie is belangrijk om achtergebleven virus te vernietigen. Het mkz-virus kan niet goed tegen zure en basische milieus. Beneden een pH van 6 (zuur) en boven een pH van 9 (basisch) verliest het snel zijn activiteit.
Een citroenzuuroplossing (zuur) of een natriumcarbonaatoplossing (basisch) zijn daarom goede doch eenvoudige desinfecterende middelen. Het ministerie beveelt citroenzuur aan.

Het virus is weken of maanden houdbaar, de incubatietijd is vanouds 2 tot 14 dagen en mogelijk langer bij de nu rondwarende virusvariant. Vergeleken daarbij lijken de afgekondigde stand stills van 72 uur ineffectief kort. Die drie dagen zijn echter vooral bedoeld om na te gaan of een besmet bedrijf eerder in contact is geweest met andere bedrijven. Die worden dan ook geïsoleerd en geruimd. Het is, in een EU die niet vaccineert, de beste tactiek, maar iedereen kan op zijn vingers natellen dat geen enkele isolatiemaatregel na het uitbreken van een ziekte voldoende is, bij een virus dat zich verspreidt voordat de ziekte tot uiting komt. De besmetting grijpt als een veenbrand om zich heen.


GWP
Mond- en klauwzeer - MKZ (Fr. fièvre aphteuse; Du. Maul- und Klauenseuche; En. foot-and-mouth disease), een economisch belangrijke virusziekte van herkauwende dieren en varkens (Evenhoevigen), waarbij vooral de slijmvliezen van de mondholte en de huid rond de klauwen worden aangetast door blaarvorming.
De ziekte wordt veroorzaakt door virussen van de familie Picornavirussen (lees Pico-RNA-virussen), geslacht Aphtovirus. Van het MKZ-virus zijn een zevental serotypen bekend, waarvan er drie (A, O en C) van oudsher in Europa voorkomen. Binnen de typen onderkent men ca. 80 subtypen.
Door MKZ aangetaste dieren zijn ernstig ziek; ze hebben een hoge temperatuur en speekselen dikwijls opvallend. De blaren aan de klauwen zijn de oorzaak van kreupelheid. Bij melkkoeien ontstaan vaak blaren aan spenen en uier, waardoor ze niet gemolken kunnen worden en er gemakkelijk uierontsteking ontstaat.
Bij jonge dieren verloopt de infectie vaak dodelijk door aantasting van de hartspier, de dieren sterven dan plotseling.
MKZ ontleent zijn economische betekenis aan het feit dat een groot aantal verschillende diersoorten er gevoelig voor is, en aan het vermogen van het virus zich zeer snel te verspreiden. Besmette dieren scheiden reeds tijdens de incubatieperiode grote hoeveelheden smetstof uit, de incubatietijd bedraagt in de regel slechts enkele dagen.
De besmetting kan op verschillende manieren worden overgebracht: door contact met besmette dieren, maar ook indirect via personen, besmette veewagens of terreinen, enz. Vooral besmette varkens scheiden grote hoeveelheden virus uit met de uitgeademde lucht.
Van de ziekte herstelde runderen kunnen langer dan een jaar virusdrager blijven zonder zelf ziekteverschijnselen te vertonen.
De ziekte kan ook overgebracht worden door het voederen van besmette dierlijke produkten (vleesafvallen, melk).

MKZ heeft de vorige eeuw en de eerste helft van deze eeuw in West-Europa grote verliezen veroorzaakt onder de veestapel. De ziekte werd bestreden met aangifteplicht, isolatie van besmette bedrijven, vervoerverboden, enz. Een effectieve controle werd pas mogelijk toen een vaccin ontwikkeld was. De jaarlijkse vaccinatie van de gehele rundveestapel tegen de in West-Europa voorkomende virustypen heeft, samen met de eerder genoemde maatregelen, de ziekte in de meeste Westeuropese landen nagenoeg doen verdwijnen, zij het dat deze zo nu en dan nog wordt geïmporteerd.

Bij de mens veroorzaakt MKZ-virus nagenoeg nooit ziekte. Het vrijwel gelijke ziektebeeld hand-, voet- en mondzeer wordt in de regel veroorzaakt door Coxsackievirussen.


M.v.g. G. Nevenzel.

Overzicht van onderwerpen.