Huid



pigmentodermie - ziekelijke vermeerdering of vermindering van het pigmentgehalte waardoor de huidkleur verandert.

pigmentverschuiving - door ontsteking geïnduceerde vermindering (hypopigmentatie) of vermeerdering (hyperpigmentatie) van pigmentatie van de huid t.g.v. storingen in de vorming en overdracht van pigment.

pigmentafwijking [geneeskunde]. Pigmentstoornissen in de huid van de mens worden gekenmerkt door te veel of te weinig pigment.

Melanine-bepaalde afwijkingen.
Afwijkingen veroorzaakt door een overmaat melanine:

  1. Melanosis (v. Gr. melano- = donker-), hierbij is de huid bruin tot zwart verkleurd (hyperpigmentatie). Dit komt voor door zonbestraling, medicamenten, een combinatie van beide (foto-allergie), verder bij de ziekte van Recklinghausen (zie ook *café-au-lait vlekken) en bepaalde interne ziekten (de ziekte van Addison,sommige auto-immuunziekten).
  2. Melasma gravidarum (v. Gr. melas = zwart ;-vroegere naam: *chloasma), deze aandoening komt voor tijdens de zwangerschap; melasma wordt ook veroorzaakt door het gebruik van 'de pil'. Verder komt plaatselijk hyperpigmentatie voor bij *sproeten, *moedervlekken en *melanomen.
  3. Xeroderma pigmentosum is een zeer zeldzame, erfelijke ziekte, waarbij een sterke overgevoeligheid bestaat voor zonlicht; in de huid ontstaan kwaadaardige gezwellen (carcinomen, melanomen), zodat patiënten met deze ziekte op jonge leeftijd sterven.
Afwijkingen veroorzaakt door een tekort aan melanine (melaninedeficiëntie):
  1. depigmentatie komt voor als resttoestand van bepaalde huidziekten (bijv. *pityriasis versicolor);
  2. vitiligo (v. Lat. vitilago = huiduitslag, vitium = gebrek, vlek), hierbij ontstaan primair, door een donkere rand omgeven, witte plekken, waarbij ook de haren wit worden. Zie hier beneden.
    Deze aandoening moet onderscheiden worden van *scleroderma, waarbij de witte plekken duidelijk atrofisch zijn;
  3. *albinisme, hierbij ontbreekt melanine geheel, ook in haren en ogen (albino's).
Andere pigmentstoornissen berusten op een teveel ofte weinig aan bloedpigmenten. Bij bloedingen (*purpura) is er een teveel aan bloedpigment. Bij bloedarmoede is er een tekort aan hemoglobine. Bij geelzucht is de huid geel, door een teveel aan galkleurstoffen (bilirubine) in bloed en weefselvloeistof.
Verder komen grauwgrijze verkleuringen voor door bepaalde stoffen (zware metalen als goud, zilver; medicamenten van allerlei aard).


Vitiligo
Langzaam of snel progressief pigmentverlies in de vorm van grillig begrensde, volkomen witte plekken, omgeven door een iets donkerder rand, vooral op handruggen, armen, gezicht en hals en rond de anus. Soms alleen rond een naevus (naevus van Sutton). De gedepigmenteerde plekken verbranden gemakkelijk in de zon.
Histiologie. De melanocyten tonen verminderde tyrosinase-activiteit of zijn volledig afwezig.
Aetiologie. In 40% van de gevallen positieve familie-anamnese. Vaak combinatie met auto-immuunziekten (diabetes pernicieuze anemie, M. Addison, schildklierziekten, alopecia areata). Dikwijls zijn serumantilichamen tegen pariëtale maagcellen of thyreoglobuline aanwezig.
Therapie. Onbevredigend. Zo nodig lichtbeschuttende crème of camouflage toepassen. Resultaten Van PVVA-therapie zijn in de regel teleurstellend.


mok - de mok; geen meervoud. Bekend sinds ca. 1615; behoort bij muik, meuk 'week'. Huidontsteking aan de achterzijde van de koot bij paarden. Typen:
1. gewone of vochtige mok
2. droge mok


M.v.g. G. Nevenzel.

Overzicht van onderwerpen.