Hormonen
- José van der Sman (2012), Krachtig knuffelhormoon. Het zwangerschapshormoon oxytocine doet veel meer dan weeën opwekken: het speelt ook een belangrijke rol in onze liefde en sympathie voor anderen. Elsevier, 14 april, p. 68-69. Tekst: zie heronder.
Oxytocine Stel je eens voor dat er een pilletje zou bestaan dat tijdens het EK de onderlinge band en de samenwerking tussen de spelers van het Nederlands elftal verhoogt. Een pilletje dat er bovendien voor zorgt dat de Oranjevoetballers hun tegenstanders harder aanpakken. Science fiction?
Als we sommige hormoondeskundigen moeten geloven, is zo'n pilletje niet ondenkbaar. Maar het moet dan wel oxytocine bevatten, een stofje dat de laatste jaren om de haverklap in de wetenschappelijke literatuur opdook als biologische verklaring voor allerlei gevoelens en gedragingen. Een hype, of is er meer aan de hand?
Oxytocine is niet nieuw. Aan het begin van de twintigste eeuw ontdekte de Britse farmacoloog Henry Dale dat een uit de menselijke hersenen afkomstige stof bij zwangere katten samentrekkingen van de baarmoeder teweeg kan brengen. Hij noemde de substantie daarom oxytocine, naar het Griekse woord oxytokos, dat 'snelle' (oxys) 'baring' (tokos) betekent. Oxytocine stond meer dan een halve eeuw bekend als het zwangerschapshormoon dat een belangrijke rol speelt bij het opwekken van weeën en bij de productie van moedermelk na de bevalling. In de jaren zeventig van de afgelopen eeuw werd echter duidelijk dat oxytocine veel meer is dan een rechttoe rechtaan zwangerschapshormoon. Het is ook een neurotransmitter, een signaalstof in de hersenen die wordt uitgescheiden door de hypothalamus en onder meer inwerkt op het limbisch systeem, de zetel van diepgewortelde emoties in ons brein. Het speelt zo ook een rol bij het opwekken van de sterke moederinstincten en - gevoelens die horen bij het baren en zogen van een pasgeboren kind. Het is cruciaal voor de hechting tussen moeder en kind.
Nadat dit bekend werd, was het voor wetenschappers nog maar een kleine stap naar andere diepe drijfveren en emoties die een rol spelen bij de voortplanting, zoals seksuele aantrekkingskacht, lust, gevoelens van verbondenheid, liefde en trouw. Zou oxytocine ook daarbij betrokken zijn?Al snel werden allerlei verbanden gevonden. Zo stijgt de productie van oxytocine in de vruchtbare dagen van de cyclus van een vrouw. Het bereikt piekwaarden tijdens het vrouwelijk orgasme. Het speelt een rol bij gevoelens van verliefdheid. Het is van belang bij het smeden van een sterke vertrouwelijke liefdesband met de partner.
Ronduit spectaculair was de ontdekking van de Amerikaanse bioloog Su Carter dat oxytocine, en de mannelijke variant vasopressine, van doorslaggevende betekenis zijn als het gaat om de trouw tussen intieme partners.
Carter deed in de jaren negentig van de afgelopen eeuw onderzoek naar het liefdesleven -om het zo maar even te noemen- - van drie nauwverwante soorten Noord-Amerikaanse woelmuizen. Het was haar namelijk opgevallen dat prairiewoelmuizen langdurige monogame relaties onderhouden, terwijl de andere twee soorten veelvuldig van partner wisselen. Welnu, alleen de hersenen van de monogame prairiewoelmuizen bleken bezaaid te zijn met receptoren voor oxytocine en vasopressine. Toen Carter bij deze receptoren blokkeerde, werden de prairiewoelmuizen promiscue.
Het grote belang van oxytocine bij lust, liefde en voortplanting heeft de stof de bijnaam 'knuffelhormoon' opgeleverd. De laatste jaren hebben oxytocine-onderzoekers hun aandacht verlegd naar het mogelijke belang van de neurotransmitter voor álle sociale verhoudingen. Diverse studies wijzen uit dat oxytocine betrokken is bij ons vertrouwen in een ander. Bovendien speelt het een rol in onze diepgewortelde behoefte aan prettige sociale contacten.
Een van die onderzoeken werd in 2005 uitgevoerd aan de universiteit van Zürich in Zwitserland door Markus Heinrichs en Ernst Fehr. Zij lieten tweehonderd vrijwilligers een geldspel spelen waarin het belangrijk was een medespeler te vertrouwen. De helft van de proefpersonen kreeg met een neusspray een flinke dosis oxytocine toegediend, de andere helft inhaleerde een placebo. Wat bleek? Oxytocine verhoogde het vertrouwen in anderen.
Bij een herhaling van dit onderzoek in 2008 werd ook de activiteit in de hersenen bekeken. Dat onderzoek wees uit dat oxytocine de gevoelens van angst voor de medemens afremt. De signaalstof verlaagt dus onze natuurlijke argwaan voor anderen en bevordert ons sociale toenaderingsgedrag.
Maar pas op, de stof heeft ook een keerzijde, zo bewezen onderzoekers Carsten de Dreu van de Universiteit van Amsterdam en Eric van Dijk van de Universiteit Leiden. Het bevordert de sociale contacten binnen de eigen groep, maar ook de argwaan en afkeer jegens 'de anderen' buiten die groep.
Omdat oxytocine zo'n belangrijke rol lijkt te spelen in al onze sociale contacten, wordt nu ook gekeken naar mogelijkheden om het in te zetten als medicijn tegen bijvoorbeeld extreme verlegenheid (sociale fobie) en autisme. Maar het is nog veel te vroeg voor conclusies.
Inmiddels is er al wel oxytocineneusspray op de markt. Deskundigen waarschuwen dat gebruik ervan spelen met vuur is zolang niet vaststaat wat dit invloedrijke hormoon sociaal en emotioneel allemaal nog meer bij ons teweeg kan brengen.
M.v.g. G. Nevenzel.
Overzicht van onderwerpen.