Narcolepsie Narcolepsie - (Gr. narke 'verdoving, verstijving', lepsis 'aanval'), neiging tot aanvallen van onbedwingbare slaap, die zich met onregelmatige tussenpozen voordoen.
- Huup Dassen (2000). Pas ontdekt eiwit speelt centrale rol bij narcolepsie. NRC 9 sep 2000. p. 55, k.1-3. (Zie hieronder)
PAS ONTDEKT EIWIT SPEELT CENTRALE ROL BIJ NARCOLEPSIE.
In Nederland lijden ongeveer 8.000 mensen aan narcolepsie. Dat betekent in het ergste geval dat zij overdag pardoes in slaap kunnen vallen. Welk neurologisch defect hieraan ten grondslag ligt, en of de ziekte erfelijk is, is onduidelijk. Een internationale onderzoeksgroep heeft ontdekt dat in de hersenen van narcolepsiepatiënten bepaalde eiwitten, de hypcretines, ontbreken. Bovendien vonden zij bij een patiënt die als peuter al narcolepsie had (doorgaans zijn patiënten ouder dan vijftien) een mutatie die de normale werkingvan hypcretines verstoort.
Narcolepsie is in veel opzichten een hinderlijke ziekte. Patiënten kunnen ook in slaap vallen als zij bijvoorbeeld ergens vrolijk om moeten lachen. Lichtere gevallen kenmerken zich door een onbedwingbare slaperigheid overdag. Bij het ontwaken kunnen kortdurende verlammingsverschijnselen optreden. Als ze slapen hebben de patiënten levendige dromen, maar die verschijnen ook wel eens als ze wakker zijn.
Lange tijd is gedacht dat narcolepsie een auto-immuunziekte was en dus het gevolg van een storing van het immuunsysteem. Twee jaar geleden zijn echter in de hypothalamus de hypcretines ontdekt. Deze eiwitten als neurotransmitters betrokken bij de impulsoverdracht tussen zenuwcellen. Inmiddels zijn de genen voor deze eiwitten en hun receptoren gevonden. Om hun functie te achterhalen, is bij honden het gen voor één van de receptoren uitgeschakeld. De dieren kregen prompt narcolepsie. Dat maakte het interessant om bij narcolepsiepatiënten op zoek te gaan naar hypcretines, hun receptoren en hun genen.
De speurtocht begon bij 74 patiënten met narcolepsie in de familie, waarbij één van de receptorgenen werd onderzocht op mutaties. Die werden ook gevonden, maar bleken niets met de ziekte te maken te hebben. Een uitzondering vormde de patiënt die al heel jong verschijnselen van narcolepsie had. Vervolgens werd in hersenweefsel van overledenen met en zonder narcolepsie nagegaan waar het hypcretine-gen tot expressie komt. In gezonde hersenen was dat in vijftien- tot twintigduizend cellen van de hypothalamus. ]n 'hersentermen' is dat zeer weinig. In de hypothalami van narcolepsiepatiënten werd echter geen enkele genactiviteit gevonden. Vermoedelijk komt dat doordat de cellen die hypcretine produceerden bij de auto-immuunreactie zijn vernietigd. Als het gen alleen maar geblokkeerd was, zouden die cellen ook hypcretinereceptoren moeten bevatten, en die werden evenmin gevonden (Nature Medicine, september 2000).
De resultaten bieden volgens de onderzoekers (waaronder neurologen van het Leids Universitair Medisch Centrum) enig uitzicht op een behandeling. Zij denken daarbij aan toepassing van hypcretinereceptoragonisten, stoffen die de transmitterfunctie van deze eiwitten kunnen overnemen. De processen waar hypcretine voor nodig is, kunnen dan enigszins normaal verlopen.
M.v.g. G. Nevenzel.
Overzicht van onderwerpen.