Apomixis



Wat is apomixis?

Apomixis (apo 'weg, niet'; miscere 'mengen') is de aseksuele, klonale vermeerdering van planten via zaad.
Zo'n driehonderd plantensoorten van uiteenlopende plantenfamilies kunnen zich van nature geheel of gedeeltelijk apomictisch voortplanten. Bekende voorbeelden zijn paardenbloem, mango, sommige tropische grassoorten en citrusbomen. Deze plantensoorten kunnen zonder bestuiving een embryo in het zaad vormen, waaruit zich een volwaardige kloon van de moederplant kan ontwikkelen.
In de normale seksuele reproductie van bedektzadige planten (Angiospermen) vindt een dubbele bevruchting plaats: de eicel versmelt met één van de twee spermacellen uit de stuifmeelkorrel en de centrale cel versmelt met de tweede spermacel uit de stuifmeelkorrel. Uit de eerste versmelting ontstaat het embryo; de tweede versmelting vormt het endosperm.
Bij apomixis blijft in ieder geval de bevruchting van de eicel, en soms ook die van de centrale cel achterwege. In de eerste plaats vindt er in het vruchtbeginsel geen reductiedeling van de eicel plaats, waardoor de eicel diploïd blijft. Deze diploïde eicel kan zich vervolgens parthenogenetisch (d.w.z. maagdelijk, zonder bevruchting) gaan ontwikkelen tot een volwaardig embryo.
Zoals gezegd is het soms wel nodig dat de centrale cel bevrucht wordt om een goed functionerend endosperm te verkrijgen. In de praktijk blijkt dat het endosperm zeer gevoelig is voor de verhouding tussen genetische bijdrage van de vader en die van de moeder. Een aantal in de natuur voorkomende apomictische soorten hebben hiervoor een oplossing gevonden. Hoe ze dit doen, is echter nog een enigma (raadsel).

Uit het bovenstaande blijkt wel dat apomixis een ingewikkeld proces is, dat van vele cruciale stappen aan elkaar hangt. Deze complexiteit verklaart waarom het nog niet goed gelukt is om langs transgene weg apomixis in landbouwgewassen te introduceren.
Dat apomixis vooral voorkomt bij wilde planten en veel minder in cultuurgewassen is verklaarbaar vanuit de landbouwpraktijk. Gedurende duizenden jaren zijn vruchtdragende planten door boeren veredeld door kruising. Generatie op generatie selecteerde men de beste exemplaren. Het vermogen tot apomixis kan hierdoor verloren zijn gegaan.


M.v.g. G. Nevenzel.

Overzicht van onderwerpen.