Schizofrenie
- Peter Vermij (2001). Anti-hasjpil lijkt goed te werken tegen marihuanaverslaving. NRC 28 april 2001, p.49. (Met verw. naar schizofrenie.)
- Wim Köhler (2001), Gespleten tweeling - Schizofrenie is al jaren eerder in schoolcijfers terug te vinden. NRC 27 januari, p.53.
- Bloed wijst op schizofrenie. Volkskrant 20 jan. 2001, p.3W.
- Henk Hellema (2001). Mogelijk bloedtest voor vaststellen van schizofrenie. Gelders Dagblad, januari p. AP2WET, k.8. (Zie hieronder)
- Suzanne Baart (2000). Pillen blijven de schizofreen bij. Volkskrant. 1 juli. p.7W. k.1-5.
- Janine Meijer (2000). Verwarring zit in de familie. Volkskrant. 1 juli. p.7W. k.1-5.
Mogelijk bloedtest voor vaststellen van schizofrenie
Door HENK HELLEMA
Via onderzoek van witte bloedcellen kan de diagnose schizofrenie worden gesteld. Dat schrijven Israëlische onderzoekers in het wetensschappelijk vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences.
Schizofrenie is een ernstige psychiatrische aandoening, gekenmerkt door ondermeer verwardheid, wanen en hallucinaties. De diagnose wordt vooralsnog gesteld aan de hand van diverse gedragsstoornissen.
Het voorkomen in de bevolking wordt geschat op 1 procent. Volgens een gangbare theorie wordt schizofrenie veroorzaakt door een te grote activiteit van de neurotransmitter (boodschapper-molecuul) dopamine in de hersenen. Het gaat daarbij vooral om de binding van dopamine aan de zogenoemde dopamine-3 (D3) receptor, en om het effect daarvan op hersencellen.De overactiviteit van het dopamine is waarschijnlijk het gevolg van een overmaat aan D3-receptoren in de hersenen. Al eerder was uit onderzoek van de hersenen van overleden schizofrenie-patiënten als ook uit PET-scans van nog levende patiënten gebleken, dat het aantal D3-receptoren in schizofrenie-patiënten verhoogd is.
PET-scans zijn echter nog te onnauwkeurig om het aantal en de plaats van de D3-receptoren goed vast te kunnen stellen.Voor een bepaling van deze receptoren hebben de Israëliërs zich daarom op witte bloedcellen gericht. Het is bekend dat ook deze cellen op hun buitenkant dopamine-receptoren bezitten en verondersteld wordt, dat hun aantal in verhouding staat tot het aantal in de hersenen.
Het meten van deze receptoren op het celoppervlak is echter buitengewoon lastig. Daarom hebben de onderzoekers een andere weg bewandeld. Ze bepaalden in de witte bloedcellen het mRNA van de D3-receptor.
Dit mRNA speelt een tussenrol tussen het aflezen van de genetische code op het DNA en het vertalen daarvan, in de cel, in een eiwit. Hoe meer eiwit wordt geproduceerd, hoe meer DNA wordt afgelezen en hoe meer mRNA aanwezig is om zijn boodschapperfunctie te kunnen vervullen. Met andere woorden: is er een verband tussen een overmaat aan D3-receptoren en schizofrenie dan zou er in witte bloedcellen ook meer (specifiek) mRNA moeten worden gevormd. Dat bleek inderdaad het geval te zijn.
Bij patiënten met schizofrenie vonden de onderzoekers gemiddeld meer dan driemaal zoveel mRNA, specifiek voor de aanmaak van D3-receptoren, als bij gezonde personen. Volgens de Israëliërs zouden deze resultaten als basis kunnen dienen voor het ontwikkelen van een bloedtest voor schizofrenie.
M.v.g. G. Nevenzel.
Overzicht van onderwerpen.