Borstvoeding en Moedermelk


Moedermelk geeft minder allergieën (Volkskrant 14 aug. 2010, p. 14 Intermezzo)

VETZUREN Kinderen krijgen minder vaak eczeem of een allergie als zij moedermelk drinken die veel vacceenzuur en rumenzuur bevat.
Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Maastricht bij driehonderd borstvoedende moeders en hun kinderen. De studie is online verschenen in Allergy.
De twee vetzuren komen vooral voor in vlees- en melkproducten afkomstig van herkauwers, zoals koemelk, geitenkaas en rund- en lamsvlees. Vooral zuivelproducten van biologische oorsprong zijn er rijk aan.
Bekend is al dat ook visvetzuren in moedermelk de kans op het ontwikkelen van eczeem en allergie verkleinen.


Moedermelk-zalf elimineert wratten (Volkskrant 26 juni 2004, p. 1G)

Een zalf gemaakt uit moedermelk blijkt in staat af te rekenen met hardnekkige wratten. Dit schrijven Zweedse onderzoekers in de New England Journal of Medicine van 24 juni.

Uit moedermelk is een zalf gemaakt die de gezonde cellen ongemoeid laat, maar veranderende cellen, zoals in wratten, doodt.

Ze beproefden de zalf op veertig patiënten met hardnekkige wratten, van wie de helft de nieuwe zalf kreeg. Bij driekwart van de patiënten die de goede zalf kregen, verdwenen de wratten. Dat was maar een op zes bij de placebozalf.

Het weghalen van wratten is niet waarop de onderzoekers uit zijn. Die worden al effectief behandeld met vloeibare stikstof. De hoop is dat de zalf ook bruikbaar is bij aandoeningen waarbij het humane papillomavirus (HPV) een rol speelt. Dit virus is cruciaal bij het ontstaan van wratten, maar ook bij aandoeningen als huidkanker, genitale wratten en kanker aan de eierstokken.


Jong konijntje ruikt moedermelk

Franse onderzoekers hebben in de moedermelk van konijnen een vluchtige stof ontdekt die de jongen aanzet om de tepel te zoeken en te zuigen. Omdat de moeder de jongen maar vijf minuten per dag voedt, mag niet veel tijd verloren gaan.
De stof die de jongen snel naar de tepel leidt, zo blijkt uit Nature van 3 juli, is het feromoon 2-methyl-2-butenal. Melk die daarvan is ontdaan, heeft geen enkele aantrekkingskracht op de jongen.


Je melk of je leven

De kans op borstkanker loopt flink terug bij meerdere zwangerschappen en een langdurige periode van borstvoeding. Dat kan jaarlijks honderden kankergevallen schelen.
door Geertje Dekkers

Veel kinderen krijgen en langdurig borstvoeding geven verlaagt de kans op borstkanker aanzienlijk. Dat concluderen Britse onderzoekers in The Lancet van 20 juli.

Het vermoeden dat deze factoren een gunstige invloed hebben, bestaat allang, maar onderzoeken spraken elkaar tegen. De Britse onderzoekers hebben een grootschalige internationale vergelijking gemaakt waarvoor ze gegevens van 150 duizend vrouwen uit dertig landen gebruikten.

Met ieder kind dat een vrouw krijgt, wordt haar kans op borstkanker 7 procent kleiner. Ieder jaar dat ze borstvoeding geeft, verkleint de kans nog eens met 4,3 procent.

In het Westen, waar vrouwen weinig kinderen krijgen en kort borstvoeding geven, komt borstkanker relatief vaker voor dan in ontwikkelingslanden. Gemiddeld krijgen westerse vrouwen 2,5 kind. Ieder kind geven ze drie maanden borstvoeding. Als ze dat zouden opvoeren naar 6,5 kind en twee jaar borstvoeding per kind, zou hun kans op borstkanker voordat ze zeventig jaar oud zijn dalen van 6,3 naar 2,7. procent, schrijven de onderzoekers.

Erg waarschijnlijk is het niet dat vrouwen massaal meer kinderen gaan krijgen om zichzelf te beschermen tegen borstkanker. De onderzoekers zouden wel graag zien dat ze hun kind een half jaar langer de borst zouden geven dan ze nu doen. Dat zou per jaar 25 duizend nieuwe borstkankergevallen schelen. In Nederland zouden er per jaar vijfhonderd nieuwe patiënten minder zijn.

In het onderzoek zijn ook Nederlandse gegevens verwerkt, die werden aangeleverd door het Nederlands Kanker Instituut (NKI). 'Van de Nederlandse vrouwen geeft 69 procent borstvoeding', zegt dr. Matti Rookus, epidemioloog bij het NKI. 'Voor al hun kinderen samen doen ze dat gemiddeld een halfjaar.'

Ook Rookus zou willen dat vrouwen meer en langer borstvoeding gingen geven. Zolang een vrouw haar kind de borst geeft, wordt ze meestal niet ongesteld. Dat is gunstig, want tijdens de menstruatie zijn de concentraties van oestrogenen en progestagenen hoog. Deze twee hormonen verhogen de kans op borstkanker. Na een periode van borstvoeding geven, daalt het oestrogeen-niveau bovendien tot onder het niveau van voor de zwangerschap.

Iets vergelijkbaars geldt voor het hormoon prolactine, dat ook een risicofactor is. Prolactine stimuleert de productie van moedermelk. Tijdens de zwangerschap stijgt het niveau en tijdens de borstvoeding blijft het hoog. Na die periode daalt het echter zo sterk, dat het onder het niveau van vóór de zwangerschap komt. Op de lange termijn is het effect positief.

Ten slotte vermoeden wetenschappers dat de differentiatie van borstweefsel bescherming biedt tegen borstkanker. Wanneer een vrouw borstvoeding geeft, ontwikkelen ongedifferentieerde cellen zich tot melkklieren, melkgangen en steunweefsel. De differentiatie remt de celdeling, waardoor de kans vermindert dat tumorcellen ontstaan.

De differentiatie begint al tijdens de zwangerschap. Ook vrouwen die geen borstvoeding geven, profiteren daarvan. Rookus: 'De leeftijd waarop een vrouw haar eerste kind krijgt, is daarom van belang. De differentiatie vindt vooral plaats tijdens de eerste zwangerschap en de eerste periode van borstvoeding. Voor de preventie van borstkanker is het goed als een vrouw jong haar eerste kind krijgt.'

Toch blijkt uit het onderzoek dat de kans op borstkanker bij volgende kinderen met een zelfde factor afneemt. Rookus: 'Dat heeft waarschijnlijk te maken met de dalende niveaus van oestrogenen en prolactine. Dat effect herhaalt zich met ieder kind waaraan een vrouw borstvoeding geeft.'


Moedermelk bevordert taalgevoel

Kinderen die ten minste drie maanden moedermelk hebben gekregen, ontwikkelen een beter taalgevoel dan andere kinderen. Dat is een van de opvallende conclusies uit het proefschrift waarop Lucien Anteunis en Joost Engel half mei aan de Universiteit Maastricht promoveerden. De twee audiologen volgden voor hun onderzoek de afgelopen tien jaar 250 kinderen.

Die taalvoorsprong is allereerst te danken aan essentiële vetzuren, die de taalontwikkeling bevorderen en die ontbreken in flesvoeding. Maar ook afweerstoffen tegen oorontsteking in moedermelk spelen een grote rol.
'Moedermelkkinderen lijden daardoor minder vaak aan oorontsteking en (langdurig) gehoorverlies, waardoor ze de taal uit de omgeving gemiddeld sneller zullen oppikken.

M.v.g. G. Nevenzel.

Overzicht van onderwerpen.