Voortplantingsstrategieën
- Jop de Vrieze (2009) - Homo erectus verloor ons penisbotje.
NRC 4 juli, p. W 28. (Zie tekst hieronder.)
- Stekelbaarsvrouwtje ruikt beste man.
Volkskrant 17 nov. 2001. p. 7W.
- Frans van der Helm (2001). Regenwormen selecteren partner op grootte en nabijheid.
NRC 6 okt., p.43.
- Sander Voormolen (2001). Stekelstaarteend heeft de langste penis van alle vogels. NRC 15 sep. p. 45.
- Mug steekt kieskeurig. Volkskrant, 15 sep. 2001, p.3W.
- Dieren regelen broers en zussen. Volkskrant 18 aug. p. 3W.
- Rinze Benedictus (2001). Pimpelmees slimmer dan vliegenvanger. Bionieuws, 23 juni, p. 3.
- Dijksterhuis (2001. Nageslacht M/V - Sommige vogels bepalen zelf de sekse van hun jong. NRC 12 mei, p. 53
- Marcus Werner (2001). Paren met een andere soort is zo slecht nog niet. Bionieuws 9, 12 mei, jrg. 11, p. 3
- Marten Mulder (2001). Balletje-balletje met vruchtbaarheid. Bionieuws 9, 12 mei, jrg. 11, p. 8
Listige vrouwen verbergen hun vruchtbaarheid en doen 'het' vaak. Zo verleiden ze mannen huis en haard te bewaken. Maar als de truc populair wordt, pakt hij echter onvoordelig uit.
- Korné Versluis (2001). Chromosoom behoedt sluipwespmannetjes voor de ondergang. NRC 28 april, p.49.
- Sjoukje de Jong (2001). Worm verandert mannelijke eendagsvliegjes in vrouwelijke. Archimedes, jrg.37-2(4) april, p. 25.
- Maarten Evenblij (2000). Je kroost bijstellen als dat nodig is. Volkskrant 9 sep. p.3W, k.1-5.
- Joris M. Koene, dissertatie Mc Gill University, Montréal, april 2000. Waarom de tuinslak een liefdespijl schiet. Niche, aug. 2000, jrg. 31. p.14. Tekst zie heronder)
- Christina Hohmann (2000). Per Anhalter ins Nest. Spektrum der Wissenschaft. aug. p.16. k.1-3.
De larven van een oliekever (Meloe franciscanus) in de Mojave-woestijn (Californië) vormen samen een model van een vrouwelijke bij. Het bijenmannetje denkt te paren en sleept per vergis de larven mee naar zijn nest.
- Marianne Heselmans. 2000. Sluipwespmannetjes door bacterie overbodig gemaakt. NRC. 20 mei. p.51. k.6-7.
Sommige bacteriën hebben wel een heel originele manier gevonden om te overleven. Zoals de Wolbachia-bacterie, die er bij de vrouwelijke sluipwesp voor zorgt dat zij, zonder dat ze daarvoor bevrucht hoeft te worden, alleen nog maar dochters produceert. Iets wat de overlevingskans van Wolbachia verhoogt omdat de bacterie wordt overgedragen van moeder op dochter.
- Willy van Strien. 2000. Bacterie schept nieuwe sluipwespen Volkskrant. 20 mei. p.3W. k.1-5.
Uitvoerig artikel.
Homo erectus verloor ons penisbotje Wat maakt de mens uniek?
God nam het penisbotje van de man, en schiep de vrouw. Het zou zomaar een correcte bijbelinterpretatie kunnen zijn, als we een publicatie uit het American Journal of Medical Genetics uit 2001 moeten geloven. Het Hebreeuwse woord tzela dat in het eerste bijbelboek Genesis opduikt betekent namelijk niet alleen rib, maar ook steunbalk. En de man heeft evenveel ribben als de vrouw.
Geen natuurwetenschappelijke analyse, maar een theologische en taalkundige, die ons met de neus drukt op een weinig besproken verschil met de meeste dieren: de mensenman heeft een botloze penis.Want waarom heeft de mens niet zo'n botje in zijn penis, een baculum, dat hem helpt bij het binnendringen van de vrouwelijke vagina? Waarom niet net als bijna alle diersoorten, inclusief alle mensapen, een ondersteuning van botweefsel die de penis niet alleen stevigheid geeft, maar tevens het vermogen om te allen tijde klaar te staan om te paren? Waarom moet de menselijke man het doen met drie zwellichamen, aangesloten op een fijn maar kwetsbaar netwerk van bloedvaatjes, die in geval van seksuele opwinding zorgen voor een verhoogde toevoer en verlaagde afvoer van bloed, resulterend in wat we kennen als 'erectie'? Die vraag heeft toch verrassend veel wetenschappers beziggehouden.
Inbrengen
De literatuur over de evolutie van de penis is rijkelijk gevuld met prachtige voorbeelden van de meest uiteenlopende mannelijke geslachtsdelen, blijkt uit een review in het Journal of Urology uit 2007. De penis heeft in principe drie functies bij de voortplanting van het mannetjesdier: het inbrengen van sperma, het verwijderen van sperma van eerdere 'gelukkige' mannetjes en het stimuleren van de geslachtsdelen van het vrouwtje. Elke penisvorm heeft zijn voor- en nadelen en is afgestemd op de leefwijzen van de eigenaar en op zijn omgangsvormen met de andere sekse. Zo heeft de Argentijnse eend een lus van twintig centimeter die hij met weerhaakjes in de vrouwelijke geslachtsdelen vastzet. Geen wonder dat zij het liefst hard voor haar bronstige belager wegvliegt.
De penis van een hond (die ook niet over een penisbotje beschikt) zwelt zo op dat het gelukkige paar vijf, tot in extreme situaties wel zestig minuten aan elkaar blijft zitten. Hierdoor wordt het sperma verder naar binnen gedrukt en blijft het langer in contact met de baarmoeder.
En de penis van een neushoorn moet een uur stijf blijven voor de penetratie met de tegenstribbelende dame eindelijk kan beginnen.
De mensen penis is net als die van paarden perfect voor 'vrijwillige penetratie'. Stribbelden mensenvrouwtjes meer tegen, dan had hij harder moeten zijn. Een penisbotje maakt de penis over het algemeen harder waardoor onvrijwillige penetratie beter lukt, en bovendien vaak zelfs schade aanricht bij het vrouwtje - waardoor haar de lust ontnomen wordt om het ook nog met een andere man te doen.De penis met zwellichamen is overigens in de loop der evolutie vier keer uitgevonden. Schildpadmannen beschikken bijvoorbeeld over een functioneel gelijk lid dat echter uit andere embryonale cellen ontstaat. De schildpadpenis is iets harder en heeft slechts één zwellichaam.
Rudimentair
Bij de grote apen lijkt de chimpansee-penis het meest op die van de mens. De chimpansee penis is ongeveer even lang als de onze, en het baculum minder dan 2 cm lang - vrijwel rudimentair dus. Dat past in het patroon van de vrijwillige penetratie - waar ook de chimpansee een actief voorstander van is. Bij de mens zou die verdwijning van het baculum dus maar een klein stapje verder zijn gegaan dan bij deze harige neven. Blijft de vraag: waarom?
In een publicatie in het enigszins obscure Mankind Quarterly uit 2000 wordt uiteengezet hoe de evolutie ons penisbotje deed verdwijnen: bij mensen bracht selectie een aantal eigenschappen naar voren: het goed afleveren van sperma, zo dicht mogelijk bij de ver weggestopte baarmoeder (lengte), het verwijderen van sperma van voorgangers, omdat de mensheid niet biologisch monogaam is (vorm van de eikel) en het op vrouwvriendelijke wijze stimuleren van de vulva, zodat het ook voor haar aantrekkelijk is om de liefde te bedrijven (omtrek en relatieve zachtheid).
Toen de mens rechtop ging lopen werd de vrouwelijke vagina - de afstand tot de baarmoeder dus - langer. De onderzoeker denkt dat het uitgerekend Homo erectus was die tussen 1,9 miljoen en 400.000 jaar geleden zijn baculum definitief verloor. Of hij gelijk heeft is niet duidelijk: mocht het penisbotje toen nog bestaan hebben dan stelde het zo weinig voor dat het in fossielen waarschijnlijk nooit aangetroffen zal worden.De medische literatuur maakt overigens wel melding van uitzonderingsgevallen onder de mensenmannen. Zo arriveerde in 1911 in een New Yorks ziekenhuis een Fransman genaamd John B. met een penis waar een botje van 3,5 cm in groeide. Geen handigheidje, maar meer een belemmering: de man had veel moeite met het inbrengen van zijn penis bij een vrouw, omdat het botje zijn penis extra omhoog kromde.
Waarom de tuinslak een liefdespijl schiet Sinds de tijd van Swammerdam heeft de wonderlijke liefdespijl van de tuinslak Helix aspersa tot de verbeelding gesproken.
Nadat twee seksueel actieve slakken elkaar hebben ontmoet, begint een uitgebreid voorspel waarbij ze elkaar veelvuldig met de voelsprieten en lippen beroeren. Tijdens deze introductie wordt langzaam een deel van de genitaliën zichtbaar als een witte uitstulping aan de rechter zijde van beide slakken, de genitale eversie. De slakken zijn simultaan hermaphrodiet en vervullen in één paring tegelijkertijd de mannelijke en vrouwelijke rol. Wanneer een maximale genitale eversie is bereikt wordt de liefdespijl geschoten. De pijl wordt krachtig door de huid van de partner heen geduwd en blijft daar meestal achter. Nadat beide slakken hun pijl hebben geschoten, gaan ze over tot de copulatie waarbij elk een spermatofoor aan de partner geeft. Slakken paren meestal met meerdere partners voordat ze eieren leggen, paring is dus niet direct gekoppeld aan eileg. Ontvangen sperma kan dan ook meer dan een jaar worden opgeslagen in de spermatheca.
Het uitdrijven van de pijl geschiedt door de eversie van de gespierde pijlzak, via de genitale opening, waarbij de pijl loslaat en in het doelwit blijft steken. Een paar vingervormige klieren omgeven de pijl op het moment van schieten met een laag slijm.
Een verklaring voor het schieten van de liefdespijl is dat een bio-actieve stof in de partner wordt gïntroduceerd. Deze hypothese gaat samen met de bevinding dat de meeste pijlen de huid perforeren. De bio-actieve stof wordt verondersteld zich in het secreet van de vingervormige klieren te bevinden. Voorgaand onderzoek heeft aangetoond dat het slijm van deze klieren zich op de pijl bevindt en ook inderdaad in het bloed van de ontvanger belandt. Experimenten waarbij het slijm kunstmatig werd ge‹ntroduceerd konden echter slechts een marginaal effect op het gedrag van het dier aantonen. Een effect is echter niet noodzakelijk zichtbaar in het gedrag, de bio-actieve stof kan bijvoorbeeld direct de interne organen beïnvloeden. Om dit te testen is gebruik gemaakt van een in vitro preparaat van de geïsoleerde voortplantingsorganen. Door extracten van de vingervormige klieren toe te voegen, kon zo het effect van de bio-actieve stof in het kliersecreet direct worden gemeten. Het toedienen van het slijm leidt ertoe dat de afbraak van spermatozoa wordt afgeremd. Gemiddeld bereikt slechts 0,05% van de spermatozoa uit de spermatofoor het opslagorgaan. Het slijm van de liefdespijl blijkt de kans op bevruchting van de partner te vergroten. Meer spermatozoa bereiken de spermatheca en dit resulteert in meer nakomelingen.
Het effect van de pijl speelt dus een belangrijke rol in seksuele selectie en is voor twee interpretaties vatbaar. Het kan hier om een manipulatie van de partner gaan; de slak schiet een pijl bij een overheersende interesse in het bevruchten van de partner (mannelijk reproductie succes), niet schieten gaat gepaard met een voorkeur voor bevrucht worden (vrouwelijk reproductief succes). Dit wordt intra-seksuele selectie genoemd. Een andere hypothes is dat het gaat om een partnerkeuze, inter-seksuele selectie. Om een onder- scheid tussen deze twee hypothesen te maken is de evolutionaire speltheorie toegepast. Deze theorie voorspelt verschillende uitkomsten voor de manipu- latie- en partnerkeuze-hypothese. In het geval van partnerkeuze is het altijd voordeliger om de pijl te schieten, dat wil zeggen altijd schieten is de evolutionair stabiele strategie (ESS). Voor manipulatie van de partner, waar de partner kosten ondervindt van de manipulatie, kan de voorspelde ESS een mix van wel en niet schieten zijn. In dit geval is het afhankelijk van de omstandigheden of de pijl geschoten wordt. Experimenten tonen aan dat slakken niet tijdens elke paring hun pijl gebruiken. De manipulatiehypothese lijkt dus de juiste uitleg te geven voor het schieten van de liefdespijl.
M.v.g. G. Nevenzel.
Overzicht van onderwerpen.