Hielprik Hielprik. Een methode voor het verkrijgen van bloed bij een pasgeborene. Via een prik in de hiel wordt capillair bloed opgezogen dat kan worden gecontroleeerd op o.a. AGS, CHT en PKU.
Erik Hermkens (2001). Hielprik uitgebreid. Mens en Wetenschap, 28 (1), p. 27.
Hielprik schoolvoorbeeld van preventie.
In: Jet Bruinsma: Financiering AWBZ één grote jungle. Volkskrant: 10 mei 2004, p. 6E.
Alle tweehonderdduizend baby's die jaarlijks in Nederland worden geboren, krijgen een paar dagen na hun geboorte de hielprik. Meestal via het consultatiebureau. De prik is een schoolvoorbeeld van preventie: voor slechts 3,5 miljoen euro per jaar wordt een veelvoud van dat bedrag (dat nodig zou zijn voor levenslange verzorging van de patiënt later) bespaard. Het geld is afkomstig uit de kas van de AWBZ-verzekering en wordt uitgegeven door de Landelijke Vereniging van Entadministraties, die er de priksetjes (€ 0,70 per stuk) en het lab-onderzoek (€ 14,50 per prik) van betaalt. Bij de 3,5 miljoen euro moet nog eens zo'n 2,5 miljoen worden opgeteld, het priktarief voor het consultatiebureau, dat de prik formeel weer uitbesteedt aan de thuiszorg. Bij de hielprik worden druppels bloed afgenomen. Onderzoek toont daarna aan of het kind lijdt aan een ernstige aangeboren aandoening, die, mits tijdig ontdekt, eenvoudig te bestrijden is. Het gaat om de ziekten PKU (kan leiden tot zwakzinnigheid), CHT (schildklierstoornis) en AGS (bijnierziekte).
M.v.g. G. Nevenzel.
Overzicht van onderwerpen.