Aquatische ecologie


Vissen verplaatsend gemaal

Stap 1

In het midden van het gemaal staan twee pompen. De bovenste pomp is in werking en zorgt ervoor dat water (aangegeven met blauwe pijlen) uit de polder via compartiment A wordt aangevoerd.
Meegevoerde vissen blijven in compartiment A, vanwege een fijnrooster voor de pompinlaat. De pomp verzet water naar compartiment B en vandaaruit stroomt het water naar buiten.

Stap 2

Na een poosje (bijvoorbeeld een half uur) wordt de onderste pomp aangezet en de bovenste pomp stopgezet. Nu komt polderwater binnen via compartiment B en wordt via compartiment A afgevoerd. De vissen die in A verblijven, worden nu meegevoerd naar buiten.
Tegelijkertijd worden weer nieuwe vissen meegevoerd naar compartiment B.

Na verloop van tijd wisselt de pompwerking weer en werkt het gemaal als in stap 1.

Nog één ding! Als van A naar B wordt gepompt, moet natuurlijk de inlaatschuif van compartiment B gesloten zijn en als van B naar A wordt gepompt dan is uiteraard inlaatschuif A dicht. Dit is te zien op de trucagefoto hieronder. De cilindrische fijnroosters zijn in de hoeken geplaatst en de pompen in het dijklichaam.


M.v.g. G. Nevenzel.

Overzicht van onderwerpen.