Allergie Allergie = in kwalitatieve zin een veranderde gevoeligheid op basis van een immunologisch proces voor een stof (allergeen) die van buiten het menselijk lichaam afkomstig is. ( Grieks: allos = ander; ergon = werking)
We moeten wel een goed onderscheid maken tussen allergie en intolerantie. Bij een allergie zijn antistoffen in het bloed aantoonbaar, dat is niet het geval bij intolerantie. Toch zien we zowel bij allergie als intolerantie dezelfde histamine-reactie.
Een verklaring is o.a. te vinden in het recente onderzoek van de groep van Frank Redegeld met de titel 'Achter de allergie', Univ. v. Utrecht in 2002.
- Sander Voormolen (2002). Achter de allergie - Utrechtse onderzoekers identificeren cruciale schakel in overgevoeligheidsreacties. NRC 20 juli, p. 33. (Art. zie hieronder.)
- Joep Galama (2001). De paradox van preventie. N&T mei p.74
- Tapijt vol giftige stoffen. Gelders Dagblad, 3 mei 2001, p. AP.EEN.
Een nieuwe insteek? Zie hieronder.
- Allergie. Gelders Dagblad, 19 apr. 2001, p. BY1WET.
Door kinderen, die een grote kans lopen allergie te ontwikkelen omdat hun ouders allergisch zijn, al vanaf hun geboorte de bacterie Lactobacillus rhamnosus, een bepaald type melkzuurbacterie, toe te dienen, neemt het aantal gevallen van allergie onder hen met 50 % af.
- E. Hermkens (2001). Visolie vetzuren tegen allergie. Mens & Wetenschap, nr.2, maart/april, p. 82
- D. Vos (2001). Ziek, zwak en misselijk tegen wil en dank. Mens en Wetenschap, 28 (1), p. 3.
- Mirella de Mol (2001). Je mond vol nikkel. Archimedes 37e jrg. 1-2001-nr3 p.29.
- Marianne Heselmans (2000). Hooikoortseiwit maakt plantcelwand losser en slapper. 23 sep. p. 51, k.6-7.
Het zijn de expansines, die zorgen voor de expansie (de oprekking) van de celwanden.
- Peter Jaeger. 2000. Hooikoorts schuld van landschapsarchitecten. Het Gelders Dagblad. 8 jun. p.AP2WET k.5-6.
Misschien ten dele waar. Om rommel van afgerijpte zaden, zaadhulzen en rottende vruchten te vermijden, plant men te vaak mannelijke, dus stuifmeel producerende, bomen.
- Wim Köhler. 2000. Kinderen hebben huishoudbacteriën nodig tegen allergie. NRC 13 mei. p.51. k.1-4.
- Ivan Wolffers (1990). Allergie en overgevoeligheid. Uitg. Contact (in samenwerking met de Consumentenbond), Amsterdam.
Sander Voormolen (2002). Achter de allergie. NRC 20 juli, p.33.
Niemand wist hoe contactallergie precies ontstaat. Totdat Utrechtse immunologen op de 'vrije lichte ketens' stootten. Deze eiwitten lijken ook een centrale rol te spelen bij het ontstaan van astma en reuma.
®
®
®
®
De zogeheten vrije lichte ketens, bepaalde eiwitten van het immuunsysteem, werden tot nu toe gezien als betekenisloze bijproducten. Maar Nederlandse onderzoekers hebben ontdekt dat de ketens cruciaal zijn bij het ontstaan van contactallergie, een aandoening waarbij het lichaam heftig reageert tegen bijvoorbeeld latex, nikkel of bepaalde stoffen in wasmiddelen. De vrije lichte ketens vormen een crucialc schakel tussen de herkenning van die stoffen en het uitlokken van een immuunreactie. Daarmee zijn ze ineens verworden tot lichaamseigen boosdoeners.
Utrechtse onderzoekers publiceerden er deze maand over in het medisch tijdschrift Nature Medicine. Ze deden dat samen met Leidse, Bilthovense en Japanse wetenschappers. De publicatie valt op door de ongebruikelijk grote hoeveelheid proeven en controles die de onderzoekers hebben uitgevoerd. "Dit onderzoek is nogal antidogmatisch", verklaart eerste auteur dr. Frank Redegeld desgevraagd. Het gaat volgens hem in tegen de heersende orde van het allergie-onderzoek, waarin de 'vrije lichte ketens' als onbelangrijk gelden. "De redactie eiste daarom van ons dat we het hele concept onderbouwden voordat het voor publicatie in aanmerking zou komen. Vier jaar hebben we eraan gewerkt", zegt hij.
Redegeld is onderzoeker bij de faculteit farmacie van de Universiteit Utrecht en werkt al sinds 1992 aan de opheldering van het mechanisme waarmee overgevoeligheidsreacties in gang worden gezet. "Al die tijd was ik op zoek naar - wat we toen noemden - een 'T-cel factor', een factor die bepaalde immuuncellen activeert. We wisten niet wat de biologisch actieve component was. Uiteindelijk stuitten we op de vrije lichte ketens."
Redegeld onderzocht contactallergie bij muizen. Dieren die vooraf zijn 'gesensibiliseerd' (dat wil zeggen overgevoelig gemaakt voor een bepaalde stof, het zogeheten 'antigeen'), reageren met een allergische reactie zodra hun huid in contact komt met die stof. Een klein druppeltje van het allergeen op het oor veroorzaakt een half uur tot twee uur na toediening een zwelling. Dat is een gevolg van de uitbarsting van zogeheten 'mestcellen' waaruit stoffen vrijkomen die de bloedvaten verwijden, een typische allergische reactie. De zwelling verdwijnt snel, om dan na 24 uur weer in alle hevigheid terug te komen. Redegeld: "Pas dan ontstaat er een full blown ontsteking, waarbij ook de T-cellen betrokken zijn. Vandaar dat dit type immuunreactie 'vertraagd type overgevoeligheid' wordt genoemd."
Bekend was al dat het antilichaam IgE de mestcel kan activeren bij bepaalde allergische reacties. Maar de schakel die de mestcel bij contactallergie activeert ontbrak, tot Redegeld met zijn onverwachte oplossing kwam.
EIWITCOMPLEXEN
De 'vrije lichte ketens' waar het in zijn onderzoek om draait vormen normaal gesproken een component van antilichamen. Antilichamen (ook wel immunoglobulinen genoemd, afgekort Ig) zien eruit als de hoofdletter Y. Het zijn eiwitcomplexen, opgebouwd uit twee zware en twee lichte ketens. De zware ketens zijn langere eiwitsnoeren die de linker- en de rechterhelft van de Y vor- men, de lichte ketens zijn relatief korte stukjes die aan weerszijden aan de bovenste takken van de Y hangen. Gespecialiseerde witte bloedcellen, de B-cellen, produceren aangepaste antilicha- men in reactie op een allergeen. B-cellen maken echter meer lichte ketens dan zware ketens en daardoor zwerven er vrije lichte ketens in het bloed. Ook die vrije lichte ketens hebben een samenstelling die speciaal op een allergeen is aangepast.Tot nog toe dacht niemand dat deze losse eiwitten een functie hadden, maar het onderzoek van Redegeld laat zien dat de vrije lichte ketens binden aan een specifieke receptor aan het celoppervlak van de mestcel. Zodra deze lichte ketens met het bijbehorende antigeen in aanraking komen, vormen ze crosslinks en dat leidt tot de activatie van de mestcel.
Mestcellen bevinden zich in veel weefsels die direct met de buitenwereld in contact staan: de huid, de longen, de darmen. Ze vormen een eerste verdedigingslinie van het lichaam tegen vreemde indringers en kunnen snel een defensieve reactie in gang zetten bij iedere nieuwe infectie. Maar soms raken ze te snel geprikkeld en ontstaan er allergische verschijnselen.
Redegeld vond dat hij door inspuiting van vrije lichte ketens muizen die nog nooit met het allergeen in aanraking geweest waren kon sensibiliseren. Dat was een duidelijk bewijs dat deze eiwitten bijdragen aan een specifieke allergische reactie. Maar bij muizen die door een bepaalde genetische mutatie geen mestcellen hebben, brengen geïnjecteerde lichte ketens geen sensibilisering teweeg, ontdekte Redegeld. Als hij deze muizen echter vanuit een celkweek van nieuwe mestcellen voorzag, dan werd er wel een zwelling zichtbaar op de plaats waar het antigeen op de huid was gebracht. De lichte ketens moeten dus via de mestcellen een immuuncascade in werking stellen, concludeerde de Utrechtse immunoloog.
De mestcel is de spin in het web van de immuunreacties "Ik ben nog steeds verbaasd dat het zo goed werkt", zegt Redegeld. "Die vrije lichte ketens hebben een enorme potentie en dat was heel onverwacht. Je hebt maar heel weinig nodig om een passieve sensibilisatie te krijgen. En daarna houdt de gevoeligheid heel lang aan."
De ontdekking gaat verder dan de opheldering van het mechanisme van contactallergie, legt Redegeld uit: "De mestcel werd vroeger vooral gezien als de cel die betrokken was bij allergische reacties. Maar de laatste tijd wordt het steeds duidelijker dat de cel ook een spin in het web is bij andere immuunreacties. Zo bleek een paar jaar geleden in een artikel in Nature dat mestcellen een cruciale rol spelen bij de afweer tegen bacteriële infecties. Muizen zonder mestcellen bleken bij een acute buikontsteking veel eerder dood te gaan. Ook bij niet-allergische astma en bij multipele sclerose spelen mestcellen een rol."
Redegeld kwam in zijn onderzoek tot eenzelfde conclusie: "Uit ons onderzoek met muizen blijkt dat deze reactie een rol speelt bij contactallergie, maar waarschijnlijk ook bij astma en mogelijk eveneens bij auto-immuunziekten als reumatoïde artritis en multipele sclerose. Het lijkt een algemeen principe, waarbij er duidelijk een fundamentele rol is weggelegd voor de mestcel.
"Mogelijk is dit mechanisme ook in het spel bij bepaalde vormen van hooikoorts of huisstofallergie. Meestal wordt hooikoorts, allergische rinitis, veroorzaakt door een IgE gemedieerde reactie van de mestcel. Maar bij zogeheten ideopathische rinitis is iemand bijvoorbeeld wel gevoelig voor graspollen, maar heeft deze persoon geen IgE-antilichamen in het bloed. Hier zouden ook de vrije lichte ketens een rol kunnen spelen, maar dat moeten we nog verder onderzoeken."
GELUKJE
Als klap op de vuurpijl besluit Redegeld zijn artikel met een stof die de vrije lichte ketens specifiek aan zich bindt en daardoor voorkomt dat ze aan de mestcel kunnen binden. Een potentieel geneesmiddel tegen allergie dus. De stof, F991 genoemd, is een afgeleide van een eiwit uit de nier. "Door een gelukje kwamen we het in de literatuur op het spoor en we hebben het onmiddellijk in onze muizen getest. Het bleek bijzonder effectief. F991 onderdrukte de contactallergie volledig, zowel de eerste als de tweede zwellingsreactie die optreedt na blootstelling aan de allergene stof."De Utrechtse universiteit heeft het concept geoctrooieerd en het octrooi inmiddels doorverkocht aan het bedrijf Fornix Biosciences in Lelystad. Daar hoopt men de stof F991 daadwerkelijk verder te ontwikkelen als geneesmiddel tegen astma en contactallergie. Een belangrijke vraag is of de stof bijwerkingen zal geven wanneer het aan de vrije lichte ketens in het lichaam bindt. In eerste toxicologische studies bij proefdieren die inmiddels zijn afgerond, bleek dat het middel zelfs bij zeer hoge doseringen, tot 25 keer de beoogde dosis, geen bijwerkingen gaf.
Volgens Tjerk Visser, bestuursvoorzitter bij Fornix, zal het bedrijf medio oktober beginnen met de fase-I-studie waarin de veiligheid en verdraagzaamheid van het middel worden getest in gezonde vrijwilligers. "En als dat goed gaat, willen we in december beginnen met de eerste testen bij astmapatiënten. Er zijn al verschillende grote farmaceutische bedrijven geïnteresseerd om op dit vlak met ons samen te werken. Maar het gaat zeker drie jaar duren voor er een geneesmiddel op basis van F991 op de markt komt."
Visser noemt behalve astma ook contactallergie, reumatoïde artritis, multipele sclerose en de ziekte van Crohn als mogelijke ziektes waartegen F991 werkzaam zal zijn. Visser: "In proefdieren werkt F991 ook als we het oraal toedienen. Het zou mooi zijn als dat bij mensen ook zou kunnen, want af en toe een pilletje slikken is veel makkelijker dan telkens injecties toedienen."
Redegeld: "Onze resultaten zijn intussen door vier laboratotia onafhankelijk bevestigd. We moesten eerst het concept neerzetten, maar nu is de weg vrij voor andere publicaties. We hebben nog een berg resultaten die achter dit artikel aankomen."
Daarin wil hij uiteenzetten wat de nuttige functie van vrije lichte ketens is, want dat het lichaam volop boosdoeners maakt die geen normale fysiologische functie hebben, is niet waarschijnlijk.
Tapijt vol giftige stoffen.
LONDEN (ANP) - Het onder Britten zeer populaire kamerbrede tapijt zou wel eens dodelijk kunnen zijn voor de bezitter ervan. De vloerbedekking blijkt volgens de Britse onderzoeker John Roberts te werken als een spons voor giftige stoffen die mensen en dieren mee naar binnen nemen.
De resultaten van zijn studie zouden een verklaring kunnen zijn voor het toenemend aantal gevallen van astma, allergie en kanker onder kinderen. Het niveau pesticiden, zware metalen zoals lood, cadmium, kwik en PCB's in tapijt is volgens Roberts ronduit alarmerend. De giftige stoffen worden niet alleen op schoenzolen en via dieren het huis binnen gebracht. Anderen kwamen er terecht door koken of zijn resten van insecticiden, deodorant, schoonmaakmiddelen en andere huishoudelijke verstuivers. Daarbij komen nog chemicaliën van gestoomde kleding, sigarettenrook, stofmijten en schimmels.
De mens wordt daardoor in huis aan vijftig keer zoveel gif blootgesteld als buitenshuis. Stofzuigen helpt volgens Roberts niet. De apparaten voegen eerder nog meer giftige stoffen toe.
M.v.g. G. Nevenzel.
Overzicht van onderwerpen.