Achternamen op O
ød - woest
Odink: Patroniem met veel varianten zoals Oonk (z.a.), Klein Oonk, Groot Oonk, Grootoonk, Oink, Eunk, Oedink. Zie Hekket. Tot dezelfde roepnaam moeten ook gerekend worden: Uding, Udding, Udinga, Udenga, Udink ten Cate, Uunk, Unk, Uenk. De voornaam Ude, Ode is een vleivorm van een tweestammige germaanse naam waarvan het eerste lid od 'erfgoed' is. Zie verder -ink en vd. Schaar.
oer - ijzerhoudend
Oetelaar: Herkomstnaam van een voorvader uit Oetelaar (gem. Schijndel, NB). Oetelaar betekent waarschijnlijk het (b)oete(n) laar 'meer naar buiten gelegen laar'. Zie laar. Verg. de Duitse adresnaam Utermark, mnd. ut der mark 'buiten de marke'. In Markelo hoorde ik de uitdrukking boetn-maarksen 'Markelose ingewekenen (immigranten)'.
Oeteldonk is niet alleen de carnavalsnaam voor 's Hertogenbosch, maar ook voor 'een droge plek in een moeras waar kikkers leven'. Donk hoogte bij een moeras of in een rivierengebied'.Ogier: Verkorte Poolse beroepsnaam van een voorvader die een hengstenbedrijf had. Van po. ogier 'hengst'.
Ohldevendt: Voorvader die zijn familienaam koos als 'oud(st)e vent' in het gezin.
(å) øke - wassen, groter worden
Olgun: Turkse familienaam met de betekenis 'volwassen, rijp, volgroeid'. Van het tu. olgun 'rijp, volgroeid, volwassen'. In 1996 waren er in de randstad 13 telefoonaansluitingen onder deze naam.
Olthof, Olthoff: Adresnaam (z.a.) van een voorvader bij of op de 'Oude Hof', de 'oude boerderij'; olt oostmnl. voor 'oud'; zie hof. In 1996 waren er ca 900 telefoonaansluitingen onder de naam Olthof en een kleine 200 onder Olthoff.
Oltvoort: Adresnaam (z.a.) van een voorvader bij de 'Oude Voorde', de 'oude doorwaadbare plek in de beek'; olt oostmnl. voor 'oud'; zie voorde.
In 1996 hadden 32 Oltvoort's een telefoonaansluiting, waarvan 11 in Barchem, Laren en Lochem.Ommen, van: Herkomstnaam van een voorvader uit de plaats Ommen in Overijssel. Ommen was een van de vele doorwaadbare plaatsen van de rivier de Vecht(e) net als Emmen aan de rivieroverkant bij Dalfsen. Het waren brede ondiepe plekken in de rivier met langzaam stromend water waar het water makkelijk opwarmde en tot verdamping kwam. Er hing dan een warme nevel, vgl. eng. oam 'een zuchtje warme lucht', neder saks. oam 'adem', no. eim 'damp', de. em 'damp'. 't Zal er ook gestonken hebben naar rottend organisch materiaal (vis, etc.) en dan is de relatie met no. emmen 'rotte lucht, onaangename geur' snel gelegd. (Zie verder Alf Torp - Nynorsk etymologisk ordbok.
Door lokale uitspraak staan de vormen Ammen, Emmen, Ummen, Ommen parallel.
-one - toevoeging bij waternamen
onlant - slecht land
Onstenk: Achterhoekse adresnaam naar een een goed Onstein, vroeger Onstedynck; van onstede 'onland, slecht land' (z.a.) en het suffix -ing, -ink (z.a.).
oog - eiland
ooi - nat weiland
ool - vruchtbare streek
Oonk: Patroniem. Zie Odink. Van de 585x Oonk komen er 268 in de Achterhoek voor, waarvan 158 in Winterswijk. In Twente komt de naam 122x voor. Temidden van deze talrijke Oost-Ned. Oonk's zijn er enkele die zich qua naam hebben onderscheiden, nl:
1x Oonk op de dijk in Denekamp,
9x Oonk op den dijk waarvan 8x in Twente Denekamp, Enschede, Hengelo, Oldenzaal en Almelo,
1x Oonk Hoytink in Winterswijk en
1x Oonk Obbink ook in Winterswijk.
oorgat - smalle doorgang in een brug voor de mast
oord, oort - oeverland langs rivier; in oorsprong van het os. ort '(pijl)punt. Zie Optennoort. Ook naam van een muntstuk.
Oorlam: Naam van een bistro in Woerden en een modegalerie in Den Bosch. Een oorlam was ooit een oude slaaf. Het komt van orang lama datang Maleis voor 'man, lang geleden, aangekomen'. Later werd een oorlam een Europeaan die uit Indië terugkeert. Daarna was het een ervaren matroos. Tenslotte werd het een rantsoen jenever, een borrel zoals een oorlam die wel lust.
Oortgiese(n): patroniem dat op een oude, zeldzame germaanse roepnaam Ortgis teruggaat. Tweestammige naam met de leden ort '(speer)punt' en gísal 'speer', met de betekenis 'punt van de speer'.
Oosterwechel, Oosterwegel, Oosterweghel: Herkomstnaam van een voorvader die woonde ten oosten van buurtschap Wegele of Wechele.
Van de 24 geturfde telefoonaansluitingen Oosterwechel (1996) zijn er 15 geconcentreerd in Luttenberg, Raalte en Mariënheem.
De Oosterwegel's leveren 31 aansluitingen met een concentratie in en rond Deventer.
Er is een oude buurschap Weeggelo, nu Wengelo geheten, die in 1913 een inwoneraantal van 321 bezat en volgens een omschrijving van de posterijen destijds een half uur gaans ten z.o. van Wijhe, 2 uur z.w. van Raalte en 1 1/4 uur ten n.o. van Olst lag. De naam is kwijnend en wordt overvleugeld door het dorp Boerhaar. Ca. 1 km ten z. van Wengelo ligt Wengelvelde (als boerderijnaam nog bekend).
Van de Oosterweghel's zijn dat er 19 met een concentratie in en rond Tilburg. Deze herkomstnaam kan teruggaan op Wechele (= Wechelderzande) bij Antwerpen.
De betekenis van Weeggelo is een gebruiksbos (loo) dat gekenmerkt wordt door wachel mv. wächel 'jeneverbessen' (vgl. oostnl. wakel du. Wacholder, van een i.e. stam die ‘binden’ betekent; de taaie twijgen van de boom dienden als vlechtwerk. Dit is interessant omdat daarmee in verband gebracht kan worden het mnl. wech, weech, weich 'wand, binnenmuur; houten of lemen muur' (weegluis is 'wandluis'). Gedocumenteerd 1285 van het lat. viere [wi-eere] 'vlechten, winden'. Vgl. no. muur, wand vegg [weg] (met de g van fra. gare 'station').Oostroom, van : Herkomstnaam van een voorvader uit het Friese óf Limburgse Oostrum. Betekenis: Uit het 'oostelijke heim' ofwel 'de oostelijke gelegen woonplaats'.
Opdam: Adresnaam van een voorvader die woonde 'op een dam of dijk'.
opkorter - een straatveger of vuilnisopruimer
Oplaat: Adresnaam van een voorvader die woonde 'op een laat', het erf van een horige. Het mnl. laet, late staat voor een horige landgebruiker, een cijnsplichtige. Later in de betekenis van een 'vrijgelaten eigenhorige'.
Van de 58 in 1996 geturfde Oplaat's woonden er 30 in de regio Markelo.
opslag - opgeworpen schans
opstal - open ruimte, gemeenteweide
opstrek - In 'recht van opstrek', vroeger het recht van boeren op nieuw aangeslibd land.
Optekamp: Van de 19 geregistreerde namen bevinden zich er 13 in de stad Utrecht en 18 in de provincie Utrecht. Vanwege het geringe aantal kunnen we niet spreken van een "kernnaam" (z.a.), maar meer dan 50 % bevindt zich in de stad Utrecht. Het is een doorzichtige adresnaam van een voorvader die woonde 'op de(n) kamp'; kamp v.h. lat. campus 'veld'.
Optendrees: West-Nederlandse familienaam met de betekenis 'op den dries'. Het is een adresnaam van een voorvader die woonde bij of op een dries, driesch, dreesch het mnl. voor 'braakland, onvruchtbare plek, slechte weide'.
Optenhövel: West-Nederlandse familienaam met de betekenis 'op den heuvel'. Het is een adresnaam van een voorvader die woonde op of bij een hovel, hövel, huevel, hevel, de mnl. varianten voor 'heuvel; bult'.
Optenkamp: zie Optekamp.
Optennoort: In deze familienaam is een extra 'n' ingeslopen. Het is een adresnaam van een voorvader die woonde 'op den oord'; van oord 'oeverland langs rivier'. Mijn entree op de middelbare school was in een aangepaste pastorie die stond 'aan den legen (lage) oord' aan de rivier de Vecht in Ommen (Ov.), daadwerkelijk een puntig bevloeiingsgebied van deze rivier. Zie Oord, Oort.
Opthof: Adresnaam van een voorvader die woonde 'op 't hof', dus op de boerderij, de hofstede. Vanwege de onzijdige vorm een West-Nederlandse (Zeeuwse) naam.
Optholt: Adresnaam van een voorvader die woonde 'op 't holt', dus 'in/aan het bos'; van holt 'hoog opgaand bos'.
Ornée: Verkorte beroepsnaam die met de Hugenoten (z.a.) is meegekomen naar Nederland. Orné is de participe passé van het Franse werkwoord orner 'orneren', een overgankelijk werkwoord; orneerde, h. georneerd, dat ca. 1483 is overgenomen van het Fr. orner 'sieren, versieren'. Dus een ornement- of ornamentmaker 'ornamenteur'. Het telefoonboek van 1996 geeft 21 hits op Ornée.
ors - paard
Oruç: Turkse familienaam die herinnert aan de geboorte van een voorvader in de vastentijd; van tu. oruç 'het vasten'. (oruç ayı - ramadan)
Oskam, Oskamp: Misschien een herkomstnaam uit de buurt Ossenkamp bij Bergen in Limburg, anders een normale adresnaam van een voorvader die woonde bij een oskamp, ossenkamp, 'een omheinde akker waar men de werk-ossen bijeen plachtte te drijven'. De werkossen waren de werkpaarden uit het verleden.
Osterloh: Herkomstnaam bij de gelijkluidende plaatsnaam (in Niedersachsen bij Friesoyte en in Nordrhein-Westfalen). Betekenis: 'in oostelijke richting' of 'oostelijk gelegen lo(h)'. Loh 'bosschage, open bos'; zie lo.
Ottenhof, Ottenhoff: Adresnaam van een voorvader die tot familienaam werd. Het betreft hier een hof van Otto 'boerderij van Otto'. Hekket (z.a.) noemt 1475 Ottenhoff in Delden (Ov.).
1475 Odinchoff in Noord-Deurningen bij Denekamp.
Roepnaam Otto, van ode 'erfgoed'; zie vd Schaar.
In 1996 ca 170 telefoonaansluitingen onder de naam Ottenhof en ca 95 onder Ottenhoff.Oudgenoeg: Bijnaam van een voorvader die tot familienaam is geworden óf het gevolg was van de keus van een voorvader die met de naamsaanneming in 1811 vond dat hij 'oud genoeg' was.
Oudnederlands: Het Oudnederlands heeft uitgangen met krachtige klinkers (zoals -a, -o, -an en -on), die in het Middelnederlands en modern Nederlands verzwakt zijn tot uitgangen op -e, -en, of helemaal zijn verdwenen.
In het bekende liefdesversje uit de 11e of 12e eeuw zijn die krachtige uitgangen nog duidelijk aanwezig:
Hebban olla vogala nestas hagunnan,
Alle vogels zijn met hun nesten begonnen,
hinase ic enda thu.
behalve ik en jij.
Wat unbidat ghe nu?
Waar wacht je op?Er zijn nog oudere Oudnederlandse teksten. Een paar voorbeelden:
- Doopbelofte (8e eeuw):
Ec forsacho diabolae
Ik verzaak aan de duivel
End ec forsacho allum diobolgeldae.
En ik verzaak aan al het duivelse geld.
End ec forsacho allum dioboles wercum and wordem Thunaer ende Woden.
En ik verzaak aan al het werk van de duivel en aan de woorden van Donar en Wodan.- Paardenworm-uitdrijving (9e eeuw):
Gang ut nesso.
Ga eruit, worm.
Mid nigun nessiklinon.
Met negen wormpjes.
Ut fan themo marge an that ben.
Uit het merg, in het been.
Fan thema bene an that flesg.
Uit het been, in het vlees.
Ut van themo flesgke an thia hud.
Uit het vlees, in de huid.- Psalmvertaling (10e eeuw):
Forchta in bivonga quamon over mi in bethecoda mi thuisternussi.
Vrees en beving kwamen over mij en duisternis bedekte mij.- Een spreuk om bloed te laten stollen (11e eeuw):
That bluod for stuond.
Het bloed stond vroeger stil.
So duo thu bluod amen.
Dus doe jij, bloed, dat ook.- Vertaling van het Hooglied (omstreeks 1100):
Thes naghtes an minemo beddo vortheroda ich minen wino.
's Nachts heb ik in mijn bed naar mijn geliefde gezocht.
Ich vortheroda hine ande nevand sin niet.
Ik zocht hem en vond hem niet.
ouw - waterland
over - boven, aan de overzijde gelegen
overdracht - plaats waar voertuigen over een dam werden getrokken
Overmars: Een adresnaam duidend op een veldnaam (toponiem) met de betekenis 'aan de andere kant van het drassige land'. Van over 'aan de andere kant, de overzijde' en mars 'moerasland'. Familienaam teruggaand op Jacob Overmars te Raalte, overleden tussen 1668 en 1684. Zie Redactie@overmars.org.
overtocht - zie overdracht
overtoom - een plaats waar schuiten werden overgehaald ('overgetoomd'). Tomen hoort bij tijgen, van het mnl. tiën 'trekken'.
Waar twee vaarwaters op verschillende hoogte dicht bij elkaar liggen en het eigenlijk niet loont daartussen een schutsluis te bouwen, daar maakte men een dubbel hellend vlak (onderheide planken vloer, rollenbaan) op de tussenliggende dam of kade, de 'overtoom' of 'overslag'. Hier werden (doorgaans) kleine vaartuigen overgetrokken m.b.v. een windas en losse of vaste rollen die men onder het vaartuig lei.
Later werkte men bij een overtoom met een elektrische lift. De term 'overslag' ging men later ook gebruiken voor het overhevelen van goederen uit vrachtschepen naar -wagens.Overtoom: Beroepsnaam van een voorvader die schuiten 'overtoomde' óf een adresnaam van een voorvader die woonde bij een 'overtoom'. Zie hierboven 'overtoom'. Het zal dan niet verbazingwekkend zijn dat van de 160 geturfde namen Overtoom er 130 voorkomen in N- en Z-Holland.
Overweg: Adresnaam genoemd naar een woonplaats over de weg, dus aan de andere kant van de weg. Een plaatsnaam in Olst en Wijhe. In ± 1300 wordt een erf Averwech genoemd in Hengforden bij Olst en in 1381 een erf Overwech bij Ramele, Raalte. Ook elders zullen plaatsnamen 'overweg' zijn voorgekomen getuige het grote aantal telefoonaansluitingen buiten Overijssel in 1996.
Owczarek: Verkorte Poolse beroepsnaam van een voorvader die 'herdershonden' fokte. Van po. owczarek 'herdershond'.
Özdemir: Turkse familienaam met de betekenis '(van) het echte of zuivere ijzer'; van öz 'echt' en demir 'ijzer'.
Özkan: Ook Özcan. Turkse familienaam met de betekenis '(van) het echte of zuivere bloed', dus 'van zuiveren bloede', vgl. van koninklijken bloede; van öz 'echt' en kan 'bloed(stam)'.
Özkök: Turkse familienaam met de betekenis '(van) de echte of zuivere stam'; van öz 'echt' en kök 'stam'.
Öztaş: Turkse familienaam met de betekenis 'zuivere steen', van öz 'zuiver' en taş 'steen'. Vaak naast demir 'ijzer' in gebruik om degelijkheid aan te duiden.
Inleiding + letteroverzicht