Achternamen vanaf Hi


Hiddink: Patroniem bij Hidde. Zie -ink, -ing. De roepnaam Hidde is een verkorte germaanse naam met de beginstam hild- 'strijd'.
Hekket (z.a.) noemt de volgende erven:
1297 Hiddinc in Oele (Hengelo Ov.);
1475 Hidding in Markelo;
1425 Hiddynck in Hengelo (Gld);
1356 Hiddynck in 'Exsel' (Lochem, Gld);
1382 Hiddinck in Hengelo (Gld);
1250 Hiddink in Varsseveld;
1436 Hiddinge in Dwingelo (Dr).

Hijma: Patroniem van een nazaat van Heimo, Hemmo met het achtervoegsel -ma (z.a.). Heimo van heem 'woonplaats'.

Hildebrand: Deze familienaam is een patroniem bij de voornaam Hildebrand, een tweestammige germaanse naam met de delen hilde 'strijd' en brand 'vlammend'. Vanwege variatie in het eerste deel heb ik een klein onderzoekje opgezet. Het volgende kwam ik daarbij tegen in ons land.


 35 Hellebrand   123 Hildebrand    1 Hilebrand  377 Hillebrand     11 Hollebrand
 83 Hellenbrand   11 Hildebrandt                 24 Hillebrands     1 Hollebrande
  1 Hellenbrandt   1 Hildenbrand                 44 Hillebrandt     7 Hollebrands
                   9 Hildenbrant                  5 Hillebrants    75 Hollebrandse
                   1 van Hildebrant Albeda        1 Hillenbrand
In het Woordenboek van Voornamen van 'van der Schaar' zijn de variaties als volgt te verklaren. Hellebrand c.s. kan eveneens worden beschouwd als een vorm die begint met held, hild 'strijd' of begint met heil 'gezond'. De vorm Hollebrand komt van hold 'trouw' en deze naam heeft dan de betekenis 'trouw met zijn (vlammend) zwaard'.

Hilhorst: Een bodemgesteldheidsnaam die familienaam is geworden; hil 'heuvel'. Zie horst. Hilhorst is de naam van een boerderij in de gemeente Borculo (Gld.) en een huis in de gem. Amersfoort (Ut.)

Hir: Zie "Le Hir".

Hirdes: Beroepsnaam met de betekenis 'van de hirde'. Hirde is het mnl. voor 'herder'. Zie Harder.

Hissing, Hissink: Patroniem bij de voornaam Hisse. Het saksische ink heeft dezelfde waarde als het frankische ing en betekent 'zoon van, nakomeling, afstammeling' en in dit geval van Hisse. Het is een sterk verkorte vleivorm, met reductie o.i.v. de kindertaal, uit germaanse namen met als eerste lid hild 'strijd'. Er is een huis Hissing in de gem. Zelhem (Gld.) en een straat Hissinkbrink in Haaksbergen (Ov.)

Hobelman: Patroniem met de betekenis 'de man van Hobel'. Hobel is een variant van Hubal(d), van Hugubald.

Hobert: Patroniem bij de voornaam Hobart, Hobert, Hubert, Hubertus van Hubrecht, een tweestammige Germaanse naam met ongeveer de betekenis 'stralende geest'; van hug 'geest' (vgl. nl. heugen) en bert 'glanzend stralend'. De grootste concentratie personen met deze naam zijn te vinden in en rond de gemeente Hellendoorn + een kleiner gedeelte in de gemeente Boarnsterhiem (Friesl.)
Apart is dat deze naam ook in Ierland voorkomt met een, althans door mij gevonden, James Hobert die omstreeks 1760 is geboren in Youghal, County Cork.

Hoeboer: Waarschijnlijk moet het eerste lid gelezen worden als hoo 'hoogte', dus dat de 'e' een klinkerverlenging inhoudt. In 1335 was er een hof ther Hoe bij Keppel (Gld) dat de familienam 'De Hoo' heeft opgeleverd. Sterker nog, een boer afkomstig van dat hof kan best verder gegaan zijn als de Hoeboer. Hoo stamt dan af van het os. hôhi, 'hoogte' (vgl. du. höhe). In Dtsl. kent men de familienamen Hohmann, Hohmeyer, maar ook Homuth 'hochmut(h)'. Dat laatste zou kunnen duiden op een hoeboer 'hoge, trotse' boer.

Hoeksema, Hoekzema: Groninger varianten van Hoeksma, waarbij de 's' stapsgewijs zwaarder wordt aangezet, vgl. de Groningse uitspraak 'kuzzensloop'. In de naam is ook nog een begrijpelijke metathesis (letterverspringing) opgetreden. Oorspronkelijk was het Hoeke's-ma. De Fries-Groningse uitgang '-ma' betekent 'man'. De naam is een patroniem met de betekenis 'man van Hoeke'. Dat 'man' moet men heel ruim nemen, het kan zowel 'zoon, kleinzoon, neef' of 'nakomeling' betekenen, als ook 'horige, volgeling, dienstman'. In elk geval geeft het een relatie aan met de persoon Hoeke.
De voornaam Hoeke, Hoege is verwant met Hugo, waarin de stam 'hug' (denkende geest, verstand) steekt. In het mnl. kenden we nog 'hoge, heuge, huege' ( gedachte, herinnering, beraad, opgewekte stemming, vrolijkheid), waarvan we nu nog 'heug (en meug), heugen, verheugen' kennen.
Van de 174 getelde Hoekzema's in het telefoonboek van 1996 woonden er 72 in Groningen en 9 in Friesland.
Van de 519 getelde Hoeksema's 212 in Groningen en 45 in Friesland.
Van 448 Hoeksma's 366 in Friesland (126 in Drachten) en 7 in Groningen.

Hoetink: Oost-Nederlands patroniem met de betekenis 'de nakomelingen van Hoete/Hoite'; zie J. van der Schaar en het suffix -ing, -ink.

Hoevers: Betekenis 'van de hoever'. Een 'hoever' was de bezitter van een 'hoeve, hofstede of boerderij', soms was hij daar enkel pachter, maar in dat geval werd hij meestal 'meier' genoemd. De zuid-duitse tegenhanger is Huber. De naam Hoevers komt in het telefoonboek van 1996 zeker 216x voor, waarvan 79x in Gelderland. Een 'hoever' was een volgewaarde boer met 30 morgen land, kortom een met een grote hoeve, hofstede. Volgewaard betekent meegerechtigd in de markegronden en dat kon pas als je voldoende grond bezat; een morgen is zoveel land als men op één ochtend kan ploegen. Reken maar dat zo'n eenheid regionaal nogal verschillen opleverde. Voorbeelden: Rijnlandse morgen 8515,79 m2; Amstellandse morgen 8129 m2; Waterlandse morgen 10.770 m2 en - och arme - de Gelderse morgen 3180 m2 (ondervoede ossen?).

Hofhuis: Adresnaam (z.a.) naar een grondstuk met de betekenis 'huis bij de hof' (zie hof).

Hofland: Adresnaam (z.a.) naar een grondstuk met de betekenis 'land bij de hof' (zie hof).

Hollander: Geografische naam of herkomstnaam van en voorvader uit 'Holland'.

Holmer: 1. Herkomstnaam uit de buurt (De) Holm net ten westen van Leek in Groningen.
2. Ooit was er een huis (de) Holm in Baflo (Gr.) en misschien niet alleen daar, waar een voorvader een dienstbetrekking had.

Holsappel: Adresnaam van een voorvader wonende bij een holt(s)appel 'wilde appelboom'. Zie holt 'bos'.

Holshuysen: Adresnaam met de betekenis 'van het Holshuys', nl. 'het huis dat staat bij het holt ofwel bos'. Zie holt.

Hondelink: patroniem bij de voornaam Hond, Hont of Hund. Het is een eenstammige verkorte germaanse naam die waarschijnlijk komt van het ohd. hunda 'buit'. Uiteraard een niet veel meer gebruikte naam. De Saksische uitgang ink heeft dezelfde waarde als het frankische ing en betekent 'zoon van, nakomeling, of afstammeling' en in dit geval van Hont. Hierdoor wordt een naam als Maurice d'Hont of Lucienne de Hond ook begrijpelijk.
ZZW van Neede was een buurt Hondelink, uiteraard genoemd naar het erve Hondelink, dat waarschijnlijk nu al is, of wordt, opgeslokt door de nieuwbouw. De straatnaam Hondelinkweg in Neede zal voorlopig wel blijven.

Hoogendoorn: Adresnaam met de betekenis 'wonend aan de hagendoorn'. O.i.v. van de 'g' verschuift de 'a' naar het velum en wordt 'o'. Al uit 901-1000 is bekend dat met de aanplant van de hagendoorn hagen werden gevormd ter afrastering van percelen.

Hoogenstrijd: Adresnaam bij een woning of plaats die met veel (hooge) kommer en kwel, i.c. moeite (strijd) is opgebouwd of verworven. De helft van de naamdragers komt voor in Zuid-Holland.

ten Hoopen: Adresnaam van een voorvader die woonde bij of op 'een hoop'. Met een hoop werd in het Fries/Saksische taalgebied een 'hogere plek in het veengebied' bedoeld. Synoniem: 'donk'.

Hooykaas: Gereduceerde beroepsnaam van een voorvader die hooikaas (= najaars- of winterkaas) maakte of verhandelde.

Horck: Herkomstnaam met als oorsprong Brabants gehucht. Zie Hurk, van de.

Horjus: Van oorsprong ru. naam die via Friesland in ons land is gekomen.

Hörmann: Zie Herman.

Horst, van der: Adresnaam (z.a.); zie 'horst'.

Horstman: Een adresnaam van een persoon wonend op een horst. Zie horst en man.

Hospers: Een voor mij heel bekend klinkende Vriezenveense naam (mijn Sallandse geboorteplaats Den Ham komt nu samen met Vriezenveen in het conglomeraat de 'Rand van Twente'). De naam Hospers komt er 31x voor, maar ik heb hem nooit anders horen uitspreken dan 'Hospes'. Geen wonder dat die vorm ook veelvuldig voorkomt in Nederland en zeker in Duitsland, samen met allerlei meer of minder sterk geronde vocalen (zie labialisatie). Ik telde de volgende varianten (de getallen zijn resp. van Nederland, België en Duitsland):

                      113, 3,  0 Hesp
                       17, 1,166 Hespe
48,4,378 Haspel                                 13,4, 8 Hospel
76,0,  0 Haspels
                        0, 0, 22 Hespen
                       14,40,  0 Hespen, van
93,1,141 Hasper        22, 1,120 Hesper         38,0,18 Hosper
18,1,  0 Haspers                               196,0, 1 Hospers
                                               120,0,57 Hospes
46,1,  1 Hasperhoven

Het is een gereduceerde beroepsnaam die is afgeleid van het werktuig waarmee de handeling werd verricht, hier hespe, haspe, hospe, de oude vorm van 'haspel, windas, kaapstander'. De oorspronkelijke betekenis is 'haak', waardoor of waarmee een as of deur gedraaid kon worden, dus het staat ook voor 'scharnier, kram, hengsel'. Overdrachtelijk werd het gebruikt voor 'heupgewricht' en met uitbreiding daarvan 'ham, schenkelstuk'; bekijk de etymologische verwantschap angel - enkel.
Dat wij nu zeggen haspel, dialectisch hespel, hospel, met een 'l' dus, komt van het gebruiken van een haspe; vgl. boede - boedel. Het is een zgn. instrumentaalsuffix, achtervoegsel van de naamval die het middel of werktuig aanduidt waarmee een handeling wordt verricht; haspel is 'met een haspe (werken)'. Het Russisch heeft dat nog: noz 'mes', instrumentalis nozom 'met een mes'.
Misschien is het simpeler te zeggen dat het l-suffix een diminutief aangeeft.
In elk geval zullen er vroeger massa's van deze haspels in de wolweverij of kaapstanders in scheeps- en mijnbouw geweest zijn. Men zal reclame gemaakt hebben met uithangborden. Namen als 'am Haspel' en 'zum Haspel' getuigen daarvan in Duitsland evenals in Nederland (zie de overzichtjes hier beneden die tijdens alle voorbereidingen voor deze naamsverklaring zijn ontstaan).


Haspel      67 % in/rond R'dam; Kortrijk 4; Stuttgart/Nürnberg 378
                 Frankrijk: 17 dep. Loire, 1 Haute Loire, 2 Parijs, 1 Val de Marne
Haspels     42 % Haalemmermeer/Bollenstreek; 0; Dtsl. 0
Hasper      65 % NO-Ned.+ Achterh.; Brussel 1; str. Frankfurt/Kassel/Hannover/Hamburg 141
Haspers     61 % in/rond Rotterdam; Mechelen 1; Dtsl. 0
Hasperhoven 72 % Twente; Belg. Lux. 1; Gronau (bij Enschede) 1

Hesp        58 % Holland + Utrecht; Antwerpen/Brugge 3; Dtsl. 0
Hespe       76 % Holland; Brussel 1; Bremen/Emsland/Friesland 166
Hespen       0 % Ned.; Belg. 0; Oostwestfalen/Friesland/Bremen/Hannover 22
Hespen, van 71 % Z-Holland; Gent/Brussel/Mechelen 40; Dtsl. 0
Hesper      64 % Z-Holland; Brussel 1; NW-Ruhrgebied/Niederrhein 120

Hospel      92 % zw v. Eindhoven; Charleroi 4; zw Dtsl.+ w.Ruhrgebied 8
Hosper      44 % Friesland; Belg. 0; zw. Dtsl. 18
Hospers     73 % Gr., Dr., Ov., m.n. verveningsgeb.; Belg. 0; Wielen (gr. Hardenberg) 1 
Hospes      48 % Fr.; Beg. 0; Köln/Frankf./Würzburg/Stuttgart 57

Deze namen kwam ik o.a. tegen:

Opgemerkt dient nog te worden dat uit dit schema blijkt dat de namen met sterke genitief, dus op 's' typisch nederlands zijn, Haspels, Haspers, Hospers komen niet in Duitsland voor. Hetzelfde geldt voor de Hollandse vorm Hesp van Hespe en de vorm van Hespen tegenover Hespen. De laatste zal wel een recentere vorm zijn doordat men niet meer aanvoelde dat Hespen 'van Hespe' betekende en men de constructie 'van van Hespe' maakte.
Samengevat: de namen Hesp, Hespe, Haspel, Hospe, Hospel geven het werktuig als gereduceerde beroepsnaam aan. In Kempten (Z-Dtsl.) is al in 1333 Hospe gedocumenteerd.
De vormen op -r geeft de verrichter van de handelingen aan, Hesper, Hasper, Hosper werken resp. met een 'hespe, haspe, hospe'.
Toen de laatste namen in Ned. al gangbaar waren is in 1811 de genitief 's' erbij gekomen.

Misschien was de verklaring hospes 'herbergier' toch simpeler en is de vorm hospers ontstaan door inlassen van een epenthetische 'r'. Zie Potheine/Portheine e.a.

Houtekamer: Volgens W. Smeulers (z.a.) uit Rijswijk is het een herkomstnaam die terug te voeren is op de huis-/plaatsnaam Oudekamer, een paar kilometer ten zuidoosten van Heinkenszand in de gem. Borsele op Zuid-Beveland in Zeeland. Wellicht is deze naam gevormd onder invloed van de Vlaamse namen Houtekiet, Houteman, Houtepen, etc.

van Houten: Herkomstnaam van een voorvader uit de plaats 'Houten' (bij Wijk bij Duurstede in Utr.).

Houtepen: Zeeuws/Vlaamse herkomstnaam van een voorvader uit Hautepenne in de provincie Luik.

Huijts: Patroniem met de betekenis 'van Huite'. De Friese naam Huite en de Gron. naam Hoite komen waarschijnlijk van het osa. hugjan 'denken, verstand'. Vgl. het nog bestaande (ver)heugen

Huisman: Eigenschapsnaam voor een voorvader die misschien 'man des huizes' was. Het begrip moet ruimer worden gezien, want het mnd. husman betekende o.a. huisman; boer; toezichthouder van een burcht, torenwachter.

Hullenaar, van 't: Herkomstnaam/adresnaam behorend bij een stuk grond annex boomgaard nabij Vierlingsbeek.

Hulshof: In eerste instantie valt te denken aan een herkomstnaam bij de plaatsnamen: Hulshof, een buurt in de gem. Gorsel (Gld); Hulshof, een huis in de gem. Lichtenvoorde (Gld); Hulshof, een buurt in de gem. Eibergen (Gld); Hülshof (Nordrhein-Westfalen, Hessen) of Hülshoff (Niedersachsen, Nordrhein-Westfalen). De familienaam zal dan indirect betrekking hebben op een hof, een met hulst omheinde ruimte of tuin, gesloten of begrensde ruimte met woningen.

Hurk, van de: Herkomstnaam met als oorsprong het gehucht (De) Hurk (1), nu geheel opgeslokt door de plaats Eindhoven (2 km ten zw. van het centrum) of een gehucht van die naam bij Son (2 km z. van het centrum van Son), inmiddels ook ingebreid door Son en Eindhoven (2). De Hurk (1) heette in 1542 Horch, maar uit te spreken als Horck, dat zelf via horik een verbastering is van hornic 'hoek'. Dat geldt wsch. ook voor Hurkske 'kleine hoek' bij Veghel. Hier aan toe te voegen zijn:
het gehucht Hork aan de buitenbocht van het Bocholt-Herentalskanaal ten zw. van Hamont en w. van Weert in NB;
het gehucht Horick in NB tussen het Nationale Park De Grote Peel en Weert;
het gehucht Horickheide, ca 1 km n. van Horick;
het gehucht De Horck aan de noordzijde van de spoorlijn van Weert naar Roermond nabij Baexem;
een eeuw geleden was er een Horikse dijk in St.-Michielsgestel (NB); in Maarheze (Budel) heet een straat nog Horikken.

Huyghe: Vlaams patroniem bij de roepnaam Hugo (zie van der Schaar).


Inleiding + letteroverzicht