Achternamen vanaf Ha
haag - omheining
haaiman - haaimete; begroeide, aan of in de duinen (klingen) gelegen geestgrond, minderwaardige grond
haak - 1. haakvormig stuk land; 2. kramer-kremer-kromer-kroemer-kreumer-kruimer, kleinhandelaar met een kraam; zie Haaker; 3. haak (geen afbreking), haken, haaks: zandige hoogte, zandplaat in zee (m.n. als toponiem), bijv. de Haaks; de Zuider- en Noorderhaaks, de ondiepten of gronden voor het Marsdiep.
Haaker, Haker: Beroepsnaam voor een handelaar in het klein, een detaillist. Ofschoon in het ndd. taalgebied veel voorkomend berust de term op het mnd. hoke, hoker 'detaillist'. Middeleeuwse voorbeelden zijn: botterhake, kesehake, speckhake. In Bremen was in 1446 een Hakenstrate. De klinkerverandering komen we ook tegen bij knaack-knoke 'bot'; kaack-koke 'kok'.
Andere varianten: Haack, Haacke, Haak, Hake.
haal - helft
haam, haem - heem, woonplaats
Haan: 1. Roepnaam die tot geslachtsnaam is geworden. Haan is een fri. voornaam, een variant van Hanne die weer een variant is van Johannes.
2. Eigenschapsnaam, maar dat moet genealogisch onderzoek uitwijzen. De betekenis is dan de bijnaam van een 'trots, stijdbaar persoon'.
3. Af en toe kan deze naam afgeleid zijn van een huisnaam of een huis met een uithangbord waarop een haan staat ten teken van de verkoop/bereiding van pluimvee.
4. Herkomstnaam. Vroeger hadden we de buurt 'De Haan' in gem. Noordgouwe (Zl).
5. Adresnaam. De Haan (molen in Weesp, NH), De Haan (huis in Franekeradeel, Fr), De Haan (huis in Voorst, Gl), Haan (huis in Kerk-Avezaat, Zoelen, Gl), De Haan (huis in de gem. Gassel, NB), Haan (huis in de gem. Tilburg, NB), Haan (in Beers, NB), Haan (huis in Maarsbergen, Ut).
haar - (mv. de haren); mnd. hâre, nnd. hâr, betekent mogelijk 'lange hoogterug' of 'steenachtige grond', van de grondvorm *harga-, vgl. harug 'heilig bos', on. hórgr 'steenhoop, offerplaats', en verder oiers carric 'klip' en gr. 797 krokè 'steentje aan het strand, stenig strand'. Gewestelijk (Gelderland, Overijssel, Westfalen):
Voor nieuwe etymologie zie suffix -lage.
- hoge, midden in het veld liggende kamp bouwland
- hoogte in een veen
- hoog heideveld
Haarman: Adresnaam van een voorvader die (bouw)man 'boer' was en woonde bij of op een haar 'lange zandrug'. Zie suffix -lage
de Haas: Bijnaam van een 'vreesachtige' voorvader of de voorvader is genoemd naar een huis met de naam 'Haas'.
hach - omheining
hacht, haft - dik stuk, grote brok
hadel - fri. helft van een stuk land
Haersolte, van: Adresnaam van een voorvader die kwam van of woonde bij het holt (zie 'holt') op de haar, haer (zie 'haar').
hage - mnl. bosje, omheining van levend hout, kreupelhout
Hageman: Adresnaam van een voorvader die woonde bij een (speciale) 'haag'. Een haag, hage, heeg, hege was meestal bedoeld ter afscheiding/afsluiting van een akker.
hagestald - boer, knecht, vrijgezel
Haitsma:
Haitsma Mulier:
hal - zaal, ruimte waarin men recht sprak
Hallingse: Zuid-Ned. sterke genitief bij de roepnaam Halling, 'van Halling > van zoon Halle'. Een vnl. friese naam die veel voorkomt in Geervliet (den Briel). Hal- 'held' en ing 'zoon van'.
In Oost-Nederland verwacht je niet dat Halling als geheel een voornaam is. Eenzelfde verrassing bood ook de naam Reuding/Reudink (z.a.).
hals - halsvormig water of perceel
ham - hoek, weiland in een bocht aan het water
hamei - slagboom
Hameleer, Hameleers, Hamelers, Hammeler: Herkomstnaam van een voorvader uit Hamel in de provincie Belgisch Limburg. Zie M. Tytgat (1954), Bijdrage tot de studie van de persoonsnamen van Tongeren en omgeving (1385 - 1511). Doctoraalscriptie, Leuven.
Nederland: ca 200 telefoonaansluitingen Hameleers, 80x Hamelers en 1x Hameleer; 132x Hemelaar, met name in West-Ned., en 3x Hemelaer.
Frankrijk: Departement Nord ca 10x Hemeleers.
Duitsland: 8x Hameleers, 1x Hamelers en geen Hemeleers, allen in de buurt van Limburg; 2x Hemelaar (Wittlingen bij Basel) en geen Hemelaer. België: geen Hameleer, 23x Hameleers, 15x Hamelers, 1x Hemeleer, 164x Hemeleers. De grote populatie Hemeleers ligt tussen Mechelen en Wavre, een fractie oostelijk van Brussel, een kleinere bij Hasselt, dus onder de rook van Z.-Limburg. In Vlaanderen ten zuiden van Zeeland treffen we 9x Hemelaar, maar 110x Hemelaer in de driehoek Antwerpen, Gent, Mechelen; vnl. ten noorden van Hasselt nog een concentratie van 55x Hemelaers.
Jacques Van Keymeulen schrijft in "De 430 frequentste Vlaams-Brabantse namen" eerst (p.295) dat een hemeleers een plafoneerder, maker van zolderingen, is.hamer - hamervormig perceel
Hamer: 1. Gereduceerde beroepsnaam voor voor een smid, een hameraar.
2. Adresnaam van een bewoner op een 'hamervormig' perceel.
3. Herkomstnaam van een voorvader uit Hamer in Schleswig-Holstein óf uit Hamern in Nordrhein-Westfalen.
hammeric, hamric, hemric, hemmeric - mnl. znw. (fri) dorpsmark, dorpsgemeente, het dorp en zijn gebied. Het doet denken aan Emmerich in Nordrhein-Westfalen, maar hiervan zegt men dat de plaatsnaam is afgeleid van de persoonsnaam Embriko, de eerste bezitter van een hoeve aldaar.
Hammink: Oost-Nederlands patroniem bij de roepnaam Hamme, een verkorte vorm van een tweestammige germ. naam die begint met hade 'strijd'. Zie verder -ing, -ink, Hekket, vd. Schaar.
hamrik - weiland in gemeenschappelijk gebruik. Zie ook 'Hammeric'.
Hamstra: Herkomstnaam van een voorvader uit Ham. Zie -stra.
Handlogten: Beroepsnaam van voorvader die handlantaarns maakte. Twents: Logte 'lamp'. Van de 17 telefoonaansluitingen (1996) waren er 11 in Tubbergen en omstreken. Kennelijk is ook een nazaat verhuisd naar Noord-Brabant (zie Breda en omstreken).
hank - doodlopend water
Hankemeier: Beroepsnaam. Zie Hannekemaaier.
hannekemaaier - 1710 ndd. hankemeier, van hanke (Hanneke), van Johannes, de benaming is ontleend aan het feit dat de maaier op St. Johannesdag (24 juni) in dienst kwam. We bedoelen er een Westfaling of bovenlander mee, zoals die vroeger in de hooitijd naar Nederland kwam om gras te maaien.
In 1996 was er 1 telefoonaansluiting in Amsterdam onder de familienaam Hankemeier.
Met een bovenlander (m.) of een bovenlandse (vr.) bedoelde men (het is verouderd en bovendien ook nog gewestelijk) iemand die hogere of bergstreken bewoont. Dit begrip is gewestelijk overgedragen op
a. iemand uit het oosten (m.n. uit Neder-Duitsland, Oost-Friesland of Westfalen.) In 1996 zijn er 53 tel. aansluitingen onder de naam Bovenlander die in hoofdzaak in Holland wonen.
b. vaartuig dat de Weser of de Eems bevaart
c. paard uit Holstein, Oost-Friesland.Hansen: Meest voorkomende familienaam in Oslo; een patroniem met de betekenis 'van Hans'; afgeleid van de roepnaam Johannes.
Hanskamp: Adresnaam van een voorvader die woonde bij of op de 'kamp van Hans/Hannes/Johannes'.
har - vlas
hara - zie haar.
hard - onbebouwd land, vaste grond
Harder: Beroepsnaam (met evt. locale uitspraak) van een voorvader die 'herder' was. In het mnl. kende de volgende notaties: harder, heerder, herder, hirder en de betekenis kon zijn: 'herder, bewaker, opzichter'. De vormen haerde, harde, heerde, herde, hirde komen ook voor in het mnl. in de betekenis van 'herder'. Zie de familienaam Hirdes.
Harg - van der Harg - van der Hargh: Herkomstnaam die tot familienaam is geworden. De plaats van herkomst kan zijn:
1. Harger of Hargen, destijds een gehucht bij Groet (Schoorl), dat in 1913 zo'n 222 inwoners telde. Het gehucht met polder (Hargerpolder) lag een half uur gaans ten nw van Schoorl. Nu herinneren alleen nog straatnamen aan dit gehucht.
2. De Hargpolder in Kethel, kanton Schiedam (1913), waarvan nu nog de relicten Hargplein, Hargsingel, Kethelbrug en Kethelstraat.
3. Harich of Harig, in 1913 een dorp met 615 inwoners en liggend in Gaasterland (nu gem. Gaasterlân-Sleat, Fr.).
Met deze constatering is de verklaring van de familienaam verschoven naar de verklaring van de plaatsnaam. Berkel/Samplonius voeren de naam terug op het germ. *hargu 'heidens heiligdom', misschien herinnerend aan een verdwenen hunebed op de genoemde plekken.
Een zwerftocht door het telefoonboek levert:1x Harg Zoeterwoude 25x van der Harg vnl. Schiedam en omstreken 4x van der Hargh 3x regio RotterdamMijn voorzichtige conclusie is dat de vroegere Hargpolder in de voormalige gem. Kethel heeft model gestaan voor deze familienaam.
Voor uitgebreide info zie Wouter van der Harg.Harmens: Patroniem met sterke genitief bij de roepnaam Harmen, van Herman, een tweestammige germaanse naam met ongeveer de betekenis 'held van het leger'; her- 'heer, leger' en -man 'man, held'.
Harmsma: Patroniem met de betekenis '(nakomeling) van Harm'.
hars - paard
Hartel, Härtel, Haertel: Patroniemen uit een vleivormen met een l-suffix van roepnamen behorend bij de stam harti. Zie Hartman. Geturfd: 3x Haertel, 3x Härtel en 23x Hartel.
Hartelman: Hartel is een vleivormen met een l-suffix van roepnamen behorend bij de stam harti en de toevoeging man. Ca 80 % van deze naamdragers woont in de Achterhoek. Zie verder Hartman.
Hartgers: Patroniem met de betekenis 'van Hartger'. Een tweestammige germ. naam met de betekenis 'sterk met de speer'; van hard 'sterk' en ger 'speer'.
Hartman, Hartmann: voornaam of roepnaam (harti 'sterk, stevig, krachtig' + man 'man, held') die geslachtsnaam werd. De familienaam, die als roepnaam vooral in de middeleeuwen geliefd was, neemt de 25-ste plaats in op de frequentieranglijst van namen in Duitsland. In Göttingen zelfs plaats 8 en Hannover 9.
Er is een buurt Hartman in de gem. Losser (Ov.).Hartog: Bijnaam van een voorvader die tot familienaam werd. De bijnaam kan betrekking hebben op een dienstfunctie bij een hertog óf kan betrekking hebben op het eventuele trotse gedrag van deze persoon.
Hassink: Adresnaam van een voorvader die woonde op het erve Hassink. De boerderijnaam zelf is een patroniem met de betekenis '(nakomeling) van Hasse'. In de Achterhoek waren meerdere erven Hassink.
Hauf, Haufe, Hauff, Hauffe, Hauffen, Haufman, Hauffmann : Bijnaam of adresnaam (van een man) bij het mhd. Hufe, Houfe 'hoop, bijeengebrachte massa, hoop hout; besloten kring of groep (m.b. krijgslieden)'.
Haumersen, Haumerssen: Herkomstnaam van de Noord-Duitse plaats Haumersen. Haumersen is een verbastering van Haumerhusen. Wandelend van de Harz naar Haarlem, zag ik dat na Hameln richting Rinteln de uitgang -hausen plots veranderde in -sen.
Duitsland: 34x Haumersen, 0x Haumerssen.
België en Frankrijk: 0x.
Nederland: 9x Haumersen, 7x Haumerssen.
De vorm met dubbel s is een zogenaamde hypercorrecte vorm die bij het inwijken in Nederland werd toegevoegd om aan het suffix 'zoon' te voldoen.
Gedacht wordt dat het gaat om de roepnaam Haumer, die van Hugimar is afgeleid, een tweestammige germaanse naam; hug 'denkende geest, verstand' en mar 'vermaard'.Hauton: Franse beroepsnaam met de betekenis 'wanner', hij die zaad door wannen ontdoet van kaf etc. (Fr. vanneur). Opm. In Lotharingen wordt tarwe, naast 'blé', 'hauton' genoemd.
Have, ten: Adresnaam. Eigenlijk betekent het mnl. have 'bezit' en dan vooral de roerende goederen zoals vee, geld, kostbaarheden. Have (1237) is afgeleid van hebben. Dat we hier met een boerenhoeve van doen hebben blijkt wel uit de toevoeging ten. Zie ten.
Haven, van der: Adresnaam (z.a.) en zie ten Have. De onbegrepen 3e naamvalsvorm der Have is later aangevuld met een zwakke genitief. Zie naamvallen.
Haverkamp: Adresnaam van een voorvader die woonde bij de 'kamp voor de haververbouw'. Zie 'kamp'.
Haverkorn: Beroepsnaam van een voorvader die 'haverboer óf handelaar in haver(graan)' was.
Heck: Adresnaam van een voorvader die woonde bij een van de vele 'hekken' die een dorp als afsluiting voor het vee nodig had.
heeg - hooggelegen
heelweg - openbare weg, lijkweg
heem - erf, huis, woonplaats. De namen die eindigen op -heem en de afgeleide daarvan (-um, -chem, -egem, -ikum, -inghem enz.) zijn goed te plaatsen in de vroege Middeleeuwen (ca. 500-1000).
Heemels: 1. Herkomstnaam met sterke genitief van een voorvader uit Hemel, bijv. een buurt in de gemeente Hoogeloon in N.Brabant.
2. Bijnaam of misschien eigenschapsnaam die tot familienaam is geworden; betekenis 'verrukkelijk, goddelijk, hemels'.Heemskerk: Herkomstnaam van een voorvader uit Heemskerk (N.H.). Dit plaatsje werd in de 11e eeuw o.a. Heimezenkyrke '(eigen)kerk van Heimezo' genoemd. Heimezo is een naam die bekend is uit 10e- en 11e-eeuwse oorkonden.
De herkomstnaam is een toponiem, een van een plaatsnaam afgeleide naam, en wel van Heem-s-kerk. De plaats Heemskerk heeft een serie oudere vormen, nl. in 1063 Hemezonkyricha, in 1148 Hemezonkiricha en in 1169 Imecekerke. Het tweede deel is het oudsaksisch kirika 'kerk' en het eerste deel de persoonsnaam Hemiso, van Heme een eenstammige Germaanse naam die beantwoordt aan het ndl. heem, heim 'woonplaats, erf'. Het is te vergelijken met het Gotisch haims 'dorp, vlek' en het Engels home 'huis, woning'.
heen - riet, zegge
heer - leger
hees - struikgewas
Heesen: Herkomstnaam met de betekenis 'van Hees'. Kennelijk een voorvader uit de plaats Hees. De grootste daarvan zijn Hees bij Nijmegen, Heesch bij Oss en Heeze bij Eindhoven.
heet - heide
Heetcoole: Boerderij op de Voorsterklei, (nr. 13?), die destijds gesticht is bij een 'heidekuil'; in het dialect van toen: heetkoele.
hef - zee
hei - diepste deel van een water
Heimel: Adresnaam die tot familienaam is geworden. In het mnl. was een heimel, heimael of een heemael een 'omheinde gerechtsplaats' of een zgn. 'vierschaar' (zie Van Dale).
Het telefoonboek van 1996 vermeldt 33 aansluitingen. Kijkend naar de aanvangscijfers van het kengetal (031) lijkt het origineringsgebied de rand van de Zuid-Veluwe (Veenendaal en omstreken).Heijden, van der: Adresnaam (z.a.) van een voorvader die woonde op of bij een heideveld.
Heijnens: Patroniem met dubbele genitief Hein-en-s, 'van Heijnen' (sterk), 'van van Hein' (zwak). Hein van Hendrik, een tweestammige germaanse naam die wsch. 'van het rijke erf' betekent (heim 'erf'; rik 'rijk').
Heinen: Patronieme met de betekenis 'van Hein'. De roepnaam Hein is een vleivorm van Hendrik.
Heima: zie Hijma
heimael - omheinde rechtsplaats
heining - omheind stuk land
Heisterkamp: Adresnaam, van het mnd. hester, heister 'jonge boom, met name bij beuken en eiken' en van het mnd. kamp 'omheind veld; akker, weide, hooiland, struikgewas. Het mnl. heester is hier zeker niet te prefereren.
hekelen - zuiveren van vlas en hennep
Hekket: Herkomstnaam van de onlangs overleden B.J. Hekket, schrijver van Oost-Nederlandse familienamen (hun ontstaan en betekenis), Uitg. Witkam, Enschede.
Erve bij Strohe, Bramsche, ten noorden van Osnabrück, in 1392 Heckets stelle, bewoond door Helmich Hecket. De naam kwam in de middeleeuwen ook in Twente voor: in 1385 waren in Oldenzaal Herman en Lambert Heket; bij Lattrop, Denekamp, wordt in 1380 Hekedes ware vermeld; bij Zwolle in 1400/50 des Hekedes goed; er is hier sprake van een 'waar', een aandeel in de marke en een goed van Heket.
De voornaam Heket, in de 9e eeuw als Hahhit vermeld, in 808 in de plaatsnaam Hehhidesheim bij Mainz; uitspraak Hachit en Heched. De naam is verwant met het werkwoord hakjan, dat 'steken, boren' betekende. Vandaar dat een vis die bekend is om zijn scherpe tanden in het Duits Hecht heet, in het middelnederlands nog heket. Als voornaam behoorde hij dus tot het krijgshaftige soort.
Het erve bij Bramsche heet nu Heckert; de Twentse familienaam Hekkert stamt echter van Hekker, door toevoeging van de 't' in de uitspraak en duidde op de bewoner van een erve bij een slaghek in de landweer.Hekkert: Zie Hekket.
hel - helling, hoogte of diepte
Helleman: 1. Herkomstnaam (z.a. en zie -man) van een vader uit de buurt Helleman in Deurne (N-Br), uit het gehucht De Helle in gem. Wittem (L.), uit de buurt De Helle in de gem. Nuth (L.) of uit Helle in het Duitse Schleswig-Holstein, Mecklenburg-Vorpommern, Brandenburg, Niedersachsen of Nordrhein-Westfalen. Mogelijkheden te over.
2. Adresnaam (z.a.) van een voorvader (zie -man) die bij een helle woonde. Helle is een veel voorkomende veldnaam met de betekenis 'de hel, rampzalige toestand'. In het mnl. is helle, hille, elle, hel o.a. 'de hel' en vergelijk daarmee de familienamen Hilleman(s), Elleman(s), Ellemers, Helman(s).
3. Adresnaam van 'een sterk glooiende plaats, helling'. ; mnl. helle, helde 'helling; steilte; kuil, diepte' (vgl. du. Halde). De plaatsnaam Helden in L. werd in 1144 in het Latijn omschreven met apud Helden 'bij de Helde' en in het kielzog daarvan een familienaam 'van Helden'.
Noordoostelijk van Eibergen ligt aan de Rode Slatweg, nog net in Gld. op de grens met Overijssel, de boerderij De Helle. Een buurboerderij genaamd 't Krakeel ligt precies op de grens (zou dat de reden van de naam zijn?). In De Helle zal het vroeger geen vetpot zijn geweest, zelfs de naam Slatweg duidt er op; slat, slade van het os. slada 'moerassige streek, laagte in de bodem' (vgl. Venneslàt in Winterswijk).
4. Patroniem bij de roepnaam Helle (zie -man), een sterk gereduceerde germaanse naam met als beginelement held 'strijd'.
hem - zie ham
Hemelaar, Hemelaer: Zie Hameleers.
hemelrijk - weiland in gemeenschappelijk gebruik
Hemels: Zie Heemels.
Hendriks: Patroniem met de betekenis 'van Hendrik'. Hendrik is een tweestammige germ. naam, waarvan alleen het 2e deel rik 'machtig' duidelijk bekend is.
Hendriksen: Een patroniem, een persoonsnaam afgeleid van de naam van de vader. Vroeger sprak men van Hendrikszoon Antoon, dus Antoon zoon van Hendrik. Als deze Antoon als eerste een zoon had gehad, dan moest deze volgens de destijds geldende regels naar opa van vaders kant vernoemd worden en dus Antoonszoon Hendrik gaan heten. Bij de Napoleontische naamsvastlegging (1811) heeft deze voorouder dus zijn bestaande patroniem Hendriksen, een verbastering van Hendrikszoon, vermeld.
Hengelaar: Adresnaam van een voorvader die woonde bij een heegenlaar 'een laar of gebruiksbos dat door haagdoornstruiken werd afgesloten'. De Oost-Nederlandse uitspraak hèèngnlaar verschuift naar hengelaar.
hengemunde - gemeenschappelijk grondbezit
Hengeveld: 1. Herkomstnaam van een voorvader uit de buurt Hengeveld ten z.o. van Wijhe, Hengevelde ten z.w. van Delden óf misschien uit Hengveld een buurt in Wisch ten z.o. van Varseveld.
2. Adresnaam van een voorvader die woonde bij een heegenveld 'een door hagen afgesloten veld'. Vgl. Hengelaar.
henker - beul
Henker: 1. Duitse beroepsnaam voor 'beul'. 2. Eventueel patroniem teruggaande op de roepnaam 'Henk'.
herde - kudde, plaats waar men vee weidde
here - zie haar
Hennink: Patroniem bij de roepnaam Henno 'Hendrik'. Zie verder: Hekket; van der Schaar; -ing, ink.
herkomstnamen - tot deze groep behoren die familienamen die oorspronkelijk iemands geografische komaf omschrijven; diens herkomst uit een bepaalde, identificeerbare plaats, regio, provincie, windstreek, uit een bepaald land of volk, van nabij een rivier of van een eiland. De voorstelling van reizen, zich verplaatsen, verhuizen, immigeren, tijdelijk verblijven is dus duidelijk met het ontstaan van dit soort familienamen verbonden.
Een voorbeeld uit de praktijk, een familie waarvan de stamreeks in 1543 met patronymische bijnamen in Assendelft begint: "De familie voert in 1656 in Landsmeer de achternaam Assendelft en na vertrek naar De Rijp komen zij weer onder patronym voor. Na benoeming tot schoolmeester in Ursem wordt de naam Rijperman aangenomen, die tot heden nog voortleeft". Door de namen Assendelft en Rijperman maken wij trouwens kennis met twee productieve typen onder de herkomstnamen, te weten de familienamen uit toponiemen zonder familienaamvormend element en die uit toponiemen + -man.Heringa: Fries patroniem met de betekenis 'van Here'. Here, Hare zijn verkorte germaanse tweestammige namen, waarvan alleen het lid her 'leger' nog over is.
Herman, Hermann, Herrman, Herrmann, Hiermann, Hörmann: Patroniem bij de roepnaam Herman met ongeveer de betekenis 'man, held van het leger' (her 'leger'; man 'man, held').
Herman(n)s, Hermanni: Patroniemvorming met genitief 'van Herman' (zie Herman). Hermanni is de genitief van de latijnse vorm Hermannus.
hermel - hermelijn, wezel
hernesse - kudde, weiland
Herpen, van: Herkomstnaam van een voorvader uit het dorp Herpen bij Oss in N-Br (zie Pott). Als een persoon zijn genealogische gegevens hier tracht op te pikken, zal hij niet hetgene vinden dat hij zoekt. In het plaatsje Herpen zullen hooguit patronymische vormen te vinden zijn. Toen de voorvader in 1811 zijn naam opgaf bij de "mairie" zei hij dat zijn toenaam van Herpen was en bijv. niet dat hij patronymisch Marinus Jansz(oon) heette, een naam die misschien wel in de plaats Herpen ooit is geregistreerd. Begin in het Rijksarchief van N-Brabant, Willemsvaart 2, 5211NW, 's Hertogenbosch, 073-6818500.
Een telling (tel.gids 1996) van deze en misschien gelijksoortige namen leverde het volgende:3x Harp 13x Harff 3x Herp 5x Herb 4x Herf 30x Harpal 6x Harfst 107x van Herp 1x Herbach 4x van Herfden 40x Harpe 9x Harfsterkamp 1x Herpe 1x Herbartz 2x Herfet 7x van Harpen 1x Harftenkamp 15x van Herpe 1x Herbaut 3x Herff 17x Harpenau 10x Harfterkamp 2x Herpel 3x Herbe 2x Herffs 6x Harpenslager 1x Herpelinck 1x Herbeck 53x Herfkens 15x Harper 490x van Herpen 2x Herbeke 31x Herfs 47x Harperink 73x Herpers 224x Herben 119x Herfst 2x Harpers 3x Herpertz 88x Herber 1x Herfterkamp 1x Harpert 1x Herpin 3x Herberich 17x Harpman 40x Herps 20x Herberichs 15x Harps 11x Herpst 9x Herberighs 1x Harford 1x Herpt 16x Herberigs 2x Herforth 93x van Herpt 1x Herberinghs 2x Herfurth 11x Herbermann 86x Herbers 1x Herver 4x Herbershoff 1x van Hervert 69x HerbertTerugblikkend moeten we concluderen dat van Herpen toch een herkomstnaam is, terwijl er bij de andere vormen wel een roepnaam Harbert of Hardwig doorheen speelt. Mogelijk is ook dat er een oude adresnaam in doorklinkt, nl. die ook ten grondslag ligt aan de plaatsnamen Herpen en Herpt, nl. die van het germ. *harpa 'scherpe kromming'.
De verdeling van de van Herpen's over Nederland is als volgt:24 NH 15 Zl 22 Gl 83 ZH 276 NB 4 Fr 45 Ut 18 LbUitschieters zijn Heesch 46x, Rotterdam 34x, Oss 26x, Rosmalen 20x, Den Bosch 19x, Geffen 16x, Helmond 14x en Schijndel 12x.Hesselink: Patroniem bij de roepnaam 'Hessel'. Zie verder: Hekket; van der Schaar; -ing, ink.
heul - overdekte doorgang voor water
Heurman: 1. Heurman, de lokale schrijfwijze van de Beierse vorm Hörmann, zie de familienaam Herman.
2. Adresnaam bij heure, de Oost-Ned. meervoudsvorm bij haar (zie aldaar). Een zandige hoogte in het veen, daarna is een verdere ontwikkeling begroeide hoogte in de heide, een hoge kamp. (Zie '-man')
In Borculo is een buurtschap de 'Heuren' alwaar de 'haren' goed te herkennen zijn. Verwar deze term niet met 'heurne' een variant van horne 'vooruitspringende hoek'.van den Heuvel: Adresnaam van een voorvader die bij een 'heuvel' woonde en zodoende tot familienaam is geworden. Van een heuvel moet je je niet al te veel voorstellen, ze zijn soms zo hoog dat je er over kunt struikelen (Achterhoeks: er lelijk mee aan 't heuveln komt; vgl. mnd. höveln 'schaven', dus 'oneffenheden wegwerken').
Heuvelink: Adresnaam van een voorvader die woonde op het erve Heuvelink. De boerderijnaam is zelf weer een patroniem met de betekenis '(nakomeling) van Heuvel'. Heuvel is een afgesleten vorm van 'Heubel, Hugubald'. De b/v wisseling zien we ook bij Robert en Rover.
van den Heuvel Rijnders: Adresnaam met toevoeging. Als in een bepaalde buurt meerdere personen met 'van den Heuvel' (z.a.) werden aangeduid, dan was een nadere aanduiding noodzakelijk om vergissing te voorkomen. Vgl. Wicher Schreurs - van de meerdere Wicher's bedoelen we de zoon van de kleermaker (= schreur). Wat ook kon gebeuren is dat bij een huwelijk de naam van beide echtelieden werd gebruikt, waarbij een achterliggende de reden kon zijn om de naam tegen uitsterven te behoeden (bijv. Bierens de Haan en Domela Nieuwenhuis, waarbij Bierens en Domela de moedersnamen zijn). In het onderhavige geval trouwde vader Rijnders met moeder 'van den Heuvel'. Gezien de volgorde in de naam is vader Rijnders ingetrouwd. De vadersnaam Rijnders, met een sterke genitief s betekent 'van Rijnder'. De stamboom 'van den Heuvel' is zonder hiaten teruggezocht tot 1304.
heve - drijvend stuk laagveen, kragge
Inleiding + letteroverzicht