Achternamen op D


Dagevos: Naam uit het departement Oise (Picardie, Frankrijk).

Dalfsen, van: Herkomstnaam van een voorvader die kwam uit de plaats Dalfsen in Overijssel. Zie 'Dalfsen'.

Dam, ten: Adresnaam van een voorvader die bij een dam woonde. Zie ten. In het mnl. was dam 'dam, dijk, wal, verhoogd voetpad langs water; pad'. In het Twents kon iemand die dammen opwierp, Demmer (met umlaut) gaan heten.

Dankelman: Patroniem bij de voornaam Dankel, diminutief of verkleinwoord van een germaanse dank-naam, zoals bijv. in Dankaard. Zie dank-namen hieronder.
Dankel is de verkleinende koosvorm bij de verkorte voornaam Dank(e), het eerste lid van een tweestammige germaanse naam beginnend met in het oudfries, oudengels en oudsaksisch thank 'geest, gedachte'. Zie vd. Schaar - Prisma Woordenboek van voornamen. De uitgang -el  levert de verkleinvorm of diminutief; vgl. kegel bij keg 'wig'.

David: Patroniem gebaseerd op de bijbelse voornaam David.

Degirmenci, Degirmencioglu: Twee in het ndl. fout geschreven Turkse familienamen die resp. teruggaan naar het beroep van de 'molenaar' en 'molenaarszoon'. Van het tu. değirmenci 'molenaar' en oğul, oğlu 'zoon'.

van Delft: Herkomstnaam van een voorvader uit de plaats Delft. De plaats zelf is weer vernoemd naar het 'gegraven water' aldaar, de delf (van delven).

Delorme: Fra. adresnaam van een voorvader die woonde bij een 'olm, iep'; van het fra. de l(e) 'van de' en orme 'iep, olm', een ontlening aan het lat. ulmus 'olm'.

Demir: Turkse familienaam met de betekenis 'ijzer'. Van tu. demir 'ijzer'. Zo betekent Demirci 'smid'.

Denis: Patroniem van griekse origine, nl. van Dionysius met de betekenis 'god van de wijn' (theos 'god' en oinos 'wijn'; in Rome was Bacchus deze god.

Derking, Derkink: Adresnaam van een voorvader die van een erf met deze naam stamde. De naam zelf is een patroniem met de betekenis '(nakomelingen) van Derk, Dirk, Diederik'. Zie verder van der Schaar en het suffix -ing, -ink.

Derks: Patroniem (z.a.) met sterke genitief en de betekenis 'van Derk'. Voor de roepnaam Derk zie vd Schaar.

Derkzen: Patroniem met de betekenis 'zoon van Derk'. Zie suffix -zoon en het voornamenwoordenboek van Van der Schaar en Gerritzen.

Derlagen: herkomstnaam met de betekenis 'lage van Derre. Een lage is een '(lage) vrije open plaats tussen bossen' en Derre is een 'friese roepnaam'. De slot 'n', een zwakke genitief, is van latere oorprong. Derre is een vleivorm van een germaanse naam die begint met diet 'volk'. Toen Der(re(n))lage een tamelijk vaste naam werd kreeg je personen als bijv. Derlagen Geert, vandaar de slot 'n'.
Misschien moeten we spreken van een 'westfriese roepnaam', want tegenwoordig is Derlagen een typisch Zaanse naam.
Derlage komt 3 x voor nl. in Amsterdam, Vinkeveen en Velp, Derlagen komt van de geturfde 50x (toetsdatum 1996) 21x keer voor in de Zaanstreek.
Lage komt vaak voor in Westfaalse plaats- en veldnamen, vgl. Wittlage bij Osnabrück (dat nu bij Bad Essen hoort), Bentlage (bij Rheine; bent(e) 'bies, rus', vgl. eng. bent[grass]) en Dinklage (bij Vechta; in 1257 Thinglage, dat eigenlijk 'dingplaats' betekent, een plaats waar recht werd gesproken).
Bij de overgang van fri. naar gron. vindt er een klankverandering plaats, vgl. fri. Durk (i.e. Diederik), via fri./gron. Tjerk naar gron. Tjaark. Het fri. Derlage veranderde analoog in Terlage, zie daar op basis van het koppel Durkstra/Turkstra naast Derlagen/Terlagen.
De heer Rob Derlage schreef mij dat de naam Derlage twee verschillende afkomsten heeft. Zover hem bekend, komt de Vinkenveense/Amsterdamse/Zaanse tak uit Frankrijk. De oorspronkelijke naam zou zijn "Delage" en van origine zeer waarschijnlijk uit Bordeaux komen.
Dr. Frans Debrandere (2003),Woordenboek van de de familienamen in België en Noord-Frankrijk, vermeldt het volgende:
Lemma 1. Delage, zie Delhaghe.
Lemma 2. Delhage, Delage: Franse vertaling van 'Van der Hage'.
Voorbeeld: 1382 Kateline van der Haghe = 1398 Calle de le Hague. Geregistreerd in Zwevegem, België. Het is misschien wat uitgebreider beschreven in Frans Debrabandere (1970) - Studie van persoonsnamen in de kasselrij Kortrijk 1350 - 1400. (Uitgeg. in Handzame, een plaatsje ten zuiden van Brugge).

Derviş: Turkse familienaam met de betekenis 'derwisj'. Van tu. derviş 'derwisj', een mohammedaanse "monnik" die zich speciaal toelegt op strengheid en armoede. Naam afgeleid van het Perzisch darvesh 'arm'. Een synoniem van derviş is abdal.

Deterd: Zie Detert.

Deterd Oude Weme: Zie Detert Oude Weme.

Deteren: Herkomstnaam met gewestelijke uitspraak die tot familienaam is geworden. De plaats van herkomst is Dieteren bij Susteren in Limburg. De naamdragers van Deteren wonen in Heerlen en Amstenrade.

Detering / Deterink: Een -ing/-ink-naam (z.a.) bij het patroniem Deter 'Diethard'. Zie Deters.

Determan, Determann: Nakomeling van Deter (zie bij Detert).

Determeijer, Determeyer: Pachter van 'Deter' (zie Detert en meier).

Deters: Genitivisch patroniem met de betekenis 'van Deter, van Dieter'; van de roepnaam Diethard van germ. diet 'volk' en hard 'sterk', de 'sterke onder het volk'.

Detert: Patroniem bij de roepnaam Deterd, Detert, Dietert; van Diethard samengesteld uit het germ. diet 'volk' en hard 'sterk', de 'sterke onder het volk'.

Detert op Mönnink, Detert op Monnink, Detert op Munnink, Detert Oude Weme: Aangezien in Twente Detert (zie hierboven) een veel voorkomende naam was werd ter onderscheiding een tweede aanduiding noodzakelijk en daartoe noemde men tevens de hoeve (in varianten Mönnink, Monnink, Munnink (zie aldaar) of de Oude Weme 'de oude pastorie'.

Deterts: Genitivisch patroniem met de betekenis 'van Detert, van Dietert'; van de roepnaam Diethard van germ. diet 'volk' en hard 'sterk', de 'sterke onder het volk'.

Deterville: Deter, Dieter had en boerderij of hoeve (i.e. ville die tot familienaam is geworden; van Deter 'Diethard' en ville oorspronkelijk '(here)boerderij'. Juist in het gebied Elzas-Lotharingen zie je, richting west naar oost, de overgang van -ville > -wille > -weile > -weiler 'boerderij' in de plaatsnamen opduiken.

Deudekom, van; van Deutekom: Voor iemand uit Oost-Nederland is dit een makkelijk te duiden herkomstnaam. Deutekum is de lokale vorm voor de plaatsnaam Doetinchem. De oorspronkelijke vorm was Duttinc-heim met de betekenis 'woonplaats van de lieden van Dutto'; zie -ink, -ing. Dutto, Dudo is een vleivorm bij Ludolfus.

Diemeer: Patroniem bij de koosnaam Diemar, van Ditmar; van het germ. diet 'volk' en mar 'beroemd'.

Diemel: Patroniem bij de koosnaam Diemel, van Diem, van Ditmar; van het germ. diet 'volk' en mar 'beroemd'.

Dienske: Verbasterde herkomstnaam van een voorouder van het Deense (Danske) grondgebied.

Diepering, Dieperink: Afgesleten patroniem (Dietberink) bij de roepnaam Dietbert; van diet 'volk' en bert 'schitterend, stralend'. Zie verder -ing, -ink.
Diepering, volgens het telefoonboek van 1996, 3 van de slechts 5 voorkomende in NH.
Dieperink 133x met het zwaartepunt in Twente en de Achterhoek, waar er 75 voorkomen.

Dierselhuis: Van de geturfde 15 komen er 10 uit Twente. De concentratie zit in en om Denekamp. Het is een adresnaam van een voorvader die zijn huis zette op het Dierseloo, een afgesleten vorm van Dier(k)s Loo, het loo 'een plek in het gebruiksbos' van Dierk, Dirk.

van Diest: Herkomstnaam van een voorvader uit Deest (Druten, Ge). Deest werd vroeger ook 'Diest' genoemd.

van Dijk, van Dijke: 1. Herkomstnaam van een voorvader uit een van de vele plaatsjes '(De) Dijk', bijv. bij Didam (Ge), bij Erp en Veghel (NB), bij Nistelrode (NB), bij Asten (NB), bij Eersel (NB), bij Lith (NB), bij Rijswijk (NB), bij St. Oedenrode (NB), bij Grevenbricht (Li) en bij Schore (Zuid-Bev. Ze).
2. Adresnaam van een voorvader die bij een dijk woonde.

Dijkerman: Adresnaam van een voorvader die woonde aan een dijk, waarmee we in oostelijk Nederland gewoon een (zand)weg bedoelden (zie -man). Van de 99 geturfde Dijkermannen wonen er 65 in een regio die wordt omsloten door de stedenring Zutphen, Lochem, Diepenheim, Raalte, Apeldoorn.

Dijkman: Zie Dijkerman.

Dijkstra: Adresnaam van een voorvader die woonde bij een 'dijk'. Zie verder het onderdeel dijk en het suffix -stra.

Dimmendaal: Herkomstnaam van iemand uit de buurt Dimmendal (gem. Zelhem, Gld.). Bij sommige namen komt het dal voor in de vorm daal of dale (een oude locatief, een naamval die een plaats aanduidt) of deel of del. Dimmendal is het 'dal van Dimme'. De voornaam Dimme is een verbastering van een tweeledig germaanse naam waarvan het eerste lid met een d begon (bijv. diet 'volk') en het tweede lid met een m (bijv. mar 'beroemd') zoals van Ditmar.

Dinkor: Turkse bijnaam van een voorvader die vurig zijn godsdienst verdedigde. Van tu. din 'godsdienst' en kor 'gloed'.
Misschien zijn Dankoor, Denkor, Donkor varianten.

Disselborg: Herkomstnaam van een voorvader uit het plaatsje Distelberg, gem. Haaren (NB).

Djenghis Khan: Heerser van het Heelal.

Dobbelsteen, Dabelstein, Doppelstein, Doppler: Bijnaam die tot familienaam is geworden voor een persoon die dobbelde of die dobbelstenen maakte. Nederduits is de vorm Dabelstein, terwijl Doppelstein en Doppler hoogduitse vormen zijn. In het mhd. is topeler, topelaere 'dobbelaar, dobbelsteendraaier' en topelstein 'dobbelsteen'.
Een vraag blijft onder welke omstandigheden het Doppler-effect is geconstateerd.
Het mhd. topelen, al weer archaïsch nhd. doppeln voor würfeln is afgeleid van het oudfranse doble (lat. duplum 'tweevoudig'). Eigenlijk een doblet (fra. doublet), een dubbel cijfer gooien, want elke andere worp was waardeloos. (Vgl. nl. pas, ndu. Pasch, van het fra. passe-dix, in dubbelworp meer dan tien.))

Doeb: Bijnaam van een kennelijk forse opa. doeb ru. "eik".

Doffegnies: Herkomstnaam en verbastering van d'Offegnies 'uit Offignies'. In België zijn twee plaatsen met deze naam. Zie Debrabandere.

Dogger: Beroepsnaam van de 'kabeljauwvisser'. Mnl. 1445 dogg(h)e (kabeljauw).

Dollekamp: Adresnaam van een voorvader die woonde bij een dolle kamp 'een kamp in de vorm van een dolk, degen'; van mnl. dolle 'dolk, degen' en kamp 'omheinde akker' (zie kamp)

Döner: Turkse beroepsnaam van een shoarmaverkoper. Van tu. döner 'shoarma'.

Doninger: Herkomstnaam van een voorvader uit een vermoedelijk gehuchtje 'Doning' in Zweden. Een handvol emigranten heeft deze naam in de USA verspreid. Er is in Nederland geen telefoonaansluiting meer onder deze naam.

Donlou:

Dönmez: Turkse bijnaam met de betekenis 'niet draaiend', dus recht door zee. Het is de negatieve werkwoordsvorm van tu. dönmek 'draaien, keren'. Zie ook hierboven bij döner en Döner. De negatieve werkwoordsvormen eindigen op -maz of -mez; bijv. Kaymaz 'niet uitglijdend' en Sönmez 'niet dovend, niet verblekend'.

Dood, de Dood, van de Dood, Doods, de Doodt: Patroniem bij de roepnaam Dode, Doede, een (kinder)variant van Liudolf. Doods betekent 'van Doede'.

Doosje: Familienaam afgeleid van de buurt "(Het) Doosje" in Steenwijkerland. Oorspronkelijk was het een huisnaam. Het doet me sterk denken aan een syncope van "Doodesje", het stulpje van Doode, Doede. In diezelfde streek wordt ook (dial.) fietse (fiets) uitgesproken als 'fiese'.

Dop, Dops, van Dop, van de Dop, Dopp, Döpp, Doppegieter, Doppen, Döppen, Döppenbecher, Doppenbecker, Dopper, Dopping, Döpping, Döppner: Beroepsnaam voor (de zoon van) een pottenbakker. Van oorspr. mndu. dop 'kelk, pot'. Döppen 'van Döpp'. Döppenbecher 'pottenbakker'. Döpping 'zoon van de pottenbakker'. Döppner, met varianten Dopfer, Döpfer, Döpfner zijn de Duitse namen voor de Töpfer 'pottenbakker'.

Dorrestein, Dorresteijn, Dorrestijn: Herkomstnaam van een voorvader uit de 'Dorresteinse steeg' of van het 'huis Dorrestein', omdat daar een dienstfunctie werd uitgeoefend. Dorrestein is nu een zuidelijke wijk van Amersfoort. Oorspronkelijk het gebied bij de steen '(middeleeuwse) burcht' van de persoon Dorre 'Isodoor'.

Dost: Beroepsnaam voor een voorvader die verzamelaar was van dost mhdu. 'Wilde Marjolein', Origanum vulgare L., een keukenkruid in soepen e.d. Het kreeg zijn mhdu. naam doordat het in dosten 'bosjes, groepjes' groeit

Draaier, Draaijer, Draayer: Beroepsnaam van een voorvader die het beroep van 'houtdraaier' uitoefende.

Drempt, van: Herkomstnaam van een voorvader die uit Drempt (gem. Hummelo en Keppel, Gld.) kwam. Drempt heette in 1122 de Thremete; 1200 Thremethe; 1203-1216 Thrimethe; een afleiding van *thrimin- 'eindpunt', verwant met ohd. drum 'eindstuk (van speer e.d.)' en de betekenis is 'de (huizen)groep bij het eindpunt'.

Dresselhuis: Adresnaam van een voorvader die woonde bij of werkte in een Drechslerhaus, Drechslerwerkstatt, een 'houtdraaiershuis, draaierij'; v. du. Drechsler '(kunst)draaier'.

Driessen: Patroniem met de betekenis 'van Dries'. Dries koosnaam van 'Andreas'.

Dröge: Bijnaam van een 'droge, dorre, misschien ook 'onvriendelijke' voorvader, die deze bijnaam als familienaam aannam. Heintze en Cascorbi (1933) schrijven in hun Deutsche Familiennamen dat de familienaam Tröge sinds 1706 in Thüringen voorkomt, maar dat het voordien Dröge was. Een gevestigde bijnaam, die later niet als bijv. Dreuge is aangenomen.

Dubois: Fra. adresnaam met de betekenis 'van de Bos'. Bois komt van het frankisch bosk 'bosje, struikgewas'.

Duchesne: Fra. adresnaam van een voorvader wonende 'bij een eik'; van het fra. du 'van de' en chêne, chesne, chasne 'eik'. De naam van de eik kan van keltische oorsprong zijn omdat quercus de lat. naam is en de gr. drus. In het Iers is eik dair of 'boomeik' crann darach.
De in nl. vigerende familienamen Duchain en Ducheinne zullen ook wel deze betekenis bezitten.

Duden: Allereerst een familienaam die eigennaam is geworden voor een serie woordenboeken van uiteenlopende aard. Veelvuldig werp ik een blik in Duden, Familiennamen - Herkunft und Bedeutung von 20.000 Nachnamen, bearbeitet von Rosa und Volker Kohlheim, Dudenverlag, Mannheim - Leipzig - Wien - Zürich; ISBN 3-411-70851-4.
Duden 'van Dude' is een familienaam die, met zwakke genitief, is afgeleid van de roepnaam Dude. Zie van der Schaar.

van der Duim: Bijnaam die tot familienaam is geworden. Bron Meertens Instituut.

  1. Jan Hendriks van der Duim (Duimke, Toemke), geb. Drachten ca. 1761, arbeider, naar prov. Groningen 1795, ovl. Terwispel 1824 [Hellinga-1996, p 110, nr 92].
  2. In Friesland werd de naam Duimke in 1811-12 door Jan Hendriks en zijn zeven kinderen te Zuiderdrachten (Smallingerland) aangenomen. Een naamsaanneming van de naam Van der Duim is niet bekend [RFF].
  3. Jan Hendriks (van der Duim) (Rottevalle 1761-Terwispel 1824), vogelvanger van winterkoninkjes (tumkes), nam in 1811 de naam Dumke aan; werd later Van der Duim; zoon van Hendrik Jelkes [Parenteel van Hendrik Jelkes: http://home.hccnet.nl/j.hofstra/Duim/Familie van der duim.htm]

Dullaert: Het achtervoegsel 'aart'of 'aert'komt in veel namen voor. Het duidt vaak op een beroep of karakertrek. Het voorvoegsel 'Dul' kan van twee varianten afkomstig zijn: verzorger van 'dullen', mensen die een verstandelijke beperking hebben (de beroepsvariant) én het kan slaan op de karaktertrek 'dul' in de betekenis van 'boos, wild, woest'. Vlgs. de familiekroniek van Piet Dullaert zijn daar aanwijzingen voor in een akte uit 1345-1385 waarin ene Boudijn Dullaerd, Deken van het Weversgilde door Schepenen van Gent verbannen wordt tot over de Somme, vanwege zijn verzet.

Dumas: Adresnaam van een voorvader die woonde bij of op een hereboerderij; van het fra. du 'van de' en het provencaalse en languedocs mas 'hereboerderij, buiten, landhuis', van het oudfra. mes 'maison' dat zelf weer uit het lat. mansum komt, van manere 'verblijven, wonen', vgl. fra. manoir 'klein kasteeltje op het land' en en. mansion verouderd 'woonstee', nu 'herenhuis'.

Dumoleijn: Verbastering van Dumoulin, zie aldaar.

Dumore: Bijnaam van een voorvader die afstamde van een 'Moor' óf misschien uit Mauritianië zelf; van het fra. du 'van het' en more, moresque nu maure, mauresque, van het Lat. maurus (net als onze betekenis van 'Moor') 'inwoner van Mauretanië, dat ook 'bruin, donker' kan betekenen. In Mauretanië, nu Mauritanië (West-Afrika), zoals het tegenwoordig heet, bestaat ruim driekwart van de bevolking uit Moren (of Maures) van Arabisch-Berberse oorsprong, die verdeeld zijn in de Bidan of 'blanke' Moren (ca. 60%) en de Harratin of zwarte Moren, die vroeger slaven waren. Zie verder Mauritanië in de GWP.

Dumoulin, Dumoulen, Dumoleijn: Fra. adresnaam van een voorvader die woonde bij of op 'een molen'; van het fra. du 'van de' en moulin 'molen'. Moulin en ook ons woord molen is al zeer vroeg ontleend aan het lat. mola 'molen'. De Romeinen kenden een meer geavanceerde akkerbouw en graanbewerking dan de Germanen. Zie Nicoline van der Sijs en Jaap Engelsman (2000) - NOTA BENE. De invloed van het Latijn en Grieks op het Nederlands. ISBN 90-5797-067-8.

Dunant: Aaneengeschreven vorm van du nant, een fra. adresnaam van een voorvader die woonde bij een 'beek'; van het fra. du 'van de' en nant de gewestelijke vorm voor 'beek, stroompje'. In het hedendaagse fra. ruisseau 'stroompje'.

Dupon, Dupont: Adresnaam van een voorvader die woonde bij een brug; het fra. du pont betekent 'bij of van de brug'. Pont van het lat. pons, pontis 'brug'.

Dupuis, Dupuits - Dupuij, Dupuy: Uiteraard een van origine fra. adresnaam die tot familienaam is geworden. De naam is een aaneengeschreven vorm van het fra. du 'van de(r)' en pui(t)s 'put'. Puis is de oudfra. vorm en puits de latere vorm, maar beide stammend van het lat. puteus 'put, kuil, regenbak' en zelfs 'kerker'.
Bij Dupuy en de vernederlandste vorm Dupuij is er, door een gelijke uitspraak, contaminatie mogelijk met het oudfra.pui(e) en het latere puy 'berg, verhoging, heuvel'. Dit woord is dan verwant met ons woord pui en podium dat van het lat. podium en het gri. podion stamt. Er lijkt een relatie. Als zo'n berg een kraterberg is, dan heeft deze een caldeira, een centrale put of kom met een schacht. Hoe dan ook het blijft het een adresnaam, een aanduiding waar iemand woont.
Een zoektochtje in het telefoonboek van 1996 levert:

	Dupuis	56x	hoofdz. onder de grote rivieren
	Dupuits	23x	dito
	Dupuij	 3x	N. en Z. Holland
	Dupuy	 8x	dito

Durkstra: Patroniem bij de fri. voornaam Durk (Dirk, Diederik) met de betekenis 'behorend bij Durk'. Zie verder suffix -stra.

Duthler, Düthler, Düttler: Düttler met al zijn varianten is waarschijnlijk een naam die zijn oorsprong in Duitsland (Württemberg) heeft, ofschoon de naam daar niet meer in het telefoonboek voorkomt. Het is een bijnaam met de betekenis vleier, flikflooier en komt van het middelhoogduits tüteler of tütelaere. Het bijbehorende zwakke werkwoord vleien is tütelen of tütteln. De overgang van 't' naar 'd' komt veelvuldig voor, denk maar aan tun = doen, Tür = deur e.d. In 1343 wordt in Eßleben al een Konrad der Tütler vermeld (zie Bahlow).
Düthler 8x (verspreid in Ned.); Duthler 31x in het telefoonboek van 1996.


Inleiding + letteroverzicht