Achternamen op C
Calcoen: Een wat merkwaardige naam waarbij men de afbreking moet zetten achter calc 'kalk' en dan nog een missende letter moet invullen, nl. de 'v'. Het moet dus eigenlijk 'kalkoven' zijn en daarmee is het een adresnaam of een beroepsnaam van een voorvader die woonde bij een kalkoven of aldaar werkte als kalkbrander; beide kan natuurlijk ook.
calefactor - leerling die vroeger de kachels moest stoken. Van het Lat. cale-facere 5C cale-facio, cale-feci, cale-factum 'warm-maken'.
Calis, Calisch, Calissendorff: Zie Kalis.
Camus: Ofschoon Albert Camus (1913-1960) Frans roman- en toneelschrijver, esayist en filosoof, in onze oren een klinkende naam heeft, is het toch de eigenschapsnaam voor een 'kromneuzige'. Het is zijn famlienaam geworden. Analoge namen in het district Savoye (Frankrijk) zijn Lecamus, Camuzet, Camuzat.
Camuzeaux: Naar analogie met fr. Cheval > Chevallereau hebben we hier te maken met verkleinvorm van Camus > Camuzeaux. De familienaam is een eigenschapsnaam die waarschijnlijk komt van het gaulois 'gallisch, keltisch' kamusio, van kam 'krom' en mus, museau van het volkslatijn musus dat 'aangezicht' kan betekenen, maar ook 'snoet'. Als zodanig vinden we dat ook terug in frimousse 'kindersnoetje'. De voorvader kan een kinderlijk aangezicht hebben gehad, maar misschien ook een kromme neus.
Afleidingen hiervan zijn: camard 'platneuzig'; un camard 'platneus'; la camarde 'magere Hein'.Cardin: Picardisch patroniem van de roepnaam Cardin, van Ricardin, van het fra. Richardin 'van Richard'. De Picardië (fra. Picardie) is (was) qua taal een overgangsgebied tussen het Frans en het Vlaams. Het zijn de departementen Aisne (2), Oise (60) en Somme (80). Van zuid naar noord: Richard, Ricard, Rijkaard.
Carmichael: Engelse adresnaam die tot familienaam is geworden met de betekenis 'vesting óf fort van Michael'; kelt. cair 'vesting, fort, bastion, versterkte handelsplaats'.
Carmigchelt, Carmiggelt, Karmiggelt: Nederlandse varianten van Carmichael; z.a.
Carrick-a-Rede: (iers) 'rots in de route'. Plaats in N.-Ierland.
Cartagena: De naam van deze Spaanse havenstad aan de Middellandse Zee is een verbastering van het lat. Carthago nova 'het nieuwe Carthago'.
Carthago: in de oudheid een machtige stad aan de baai van Tunis (16 km ten noordoosten van het huidige Tunis). Deze plaatsnaam is een Romeinse verbastering van het Semitische Qart Hadasht 'Nieuwe Stad'; qart 'stad' en hadasht 'nieuw'.
Cate, ten: Adresnaam met de letterlijke betekenis 'op de kate'. Een kate is een kleine boerenwoning. Naast de vele keren ten Cate komt ook 2x de combinatie ten Cate Hoedemaker voor in Twello en Tynaarlo. Een verdeling van de naam ten Cate over Ned. levert het volgende beeld:
Amsterdam 36x; NH 68x; ZH 77x; Ut 29x; Br. 43x; Gld 74x; Ov 145x; Dr 56x; Fr 30x; Gr 62x. Overijssel spant met 25% de kroon met een duidelijke concentratie in Twente.
Het WNT geeft voor kate, kaatstede de volgende uitleg:
Een kaatstede (znw. vr.) heette in het mnd. kotstede, 'Hof eines Köters, Köterei' (Sch.-Lübb.). Uit het saks. mnl. cate (verg. Hankate, de Molencate, Ten Kate) en stede. Gelijkbetekenend zijn het Veluwsch katerstede (en katerplaats). Kleine boerenhoeve; klein boerenbedrijf. Tekst: Dat niemant van nu voortaen van buyten inkommende, sig op kaetsteden, ofte gemeynten ten platten Lande van Veluwen voornoemt sal moghen metter woon nedersetten, alvorens enz. (Uit Geld. Placaatb. 2, 284 a°. 1637).Ceelen: Patroniem met de betekenis 'van Ceele'; van de roepnaam Marcellus.
Celant: 1. Bijnaam van een verborgen nakomeling, 'de verzwegene'; van fr. celer 'verhullen, verzwijgen'. Zie verder: achtervoegsel -ant. 2. Patroniem met de betekenis 'van Cele, Marcelis'; van de roepnaam Marcellus.
Celsius: Anders Celsius was een Zweeds natuurkundige (Uppsala 27 nov. 1701 - aldaar 25 apr. 1744), die de verdeling van de thermometherschaal in 100 graden tussen smelt- en kookpunt van water het eerst voorgsteld heeft.
Er zullen destijds wel meer jongens met de voornaam 'Anders' in Uppsala hebben gewoond, zodat de toevoeging celsius 'de hogere, de edelere' noodzakelijk werd en als zodanig naast de patronymische naamgeving is blijven bestaan. De trappen van vergelijking in het Latijn zijn: celsus, celsius, celsissimus 'hoog, hoger, hoogst'. Anders Celsius is zeker niet de eerste naamdrager geweest, want hij had ook een neef Olof Celsius (Uppsala 19 juli 1670 - aldaar 24 juni 1756) en hoogleraar in de theologie te Uppsala. Hij was leermeester van Linnaeus, tevens hartstochtelijk botanicus, en een van de stichters van de Zweedse Koninklijke Academie van Wetenschappen. Zijn belangrijkste werk is een uitvoerige publicatie over de planten van de bijbel: Hierobotanicon sive de plantis sacrae scripturae. Dissertationes breves (1745-1747).
Een voorvader in deze erudiete familie zal deze 'verhevenere' toevoeging hebben verworven.Cengiz: Turks ideaal als familiennaam. Vernoemd naar de Mongolen-aanvoerder uit de 13e eeuw Çingiz of Cengiz (1167-1227). Hij werd zo machtig dat de Mongoolse Chans (heersers) hem de eretitel Djingiz Chan (universeel heerser) gaven.
Chabrier: Franse beroepsnaam met de betekenis 'geitenhoeder', vgl. chevrier. Lat. capra 'geit' > chabre, chèvre.
Cham: Pools beroepsnaam voor een 'boer, lomperd'. Van po. cham 'lomperd'. Zie ook gbur.
Charbon: Verkorte beroepsnaam voor 'kolenbrander'; van het fr. charbon '(houts)kool'.
Charbonnier: Beroepsnaam. Van het fra. charbonnier 'steenkolenhandelaar'. In Frankrijk treft men ook vormen als Charbonnet, Charbonnel, Charbonnay.
Chardon: Verkorte beroepsnaam voor een 'hekkensmid'; van het fra. chardon 'rij ijzeren punten (op een hek)'. Via het oudfra. van het laatlatijn cardo 'spil, as, deurhengsel, pin'. Dat puntige zit ook in het geslacht Distel Carduüs en in de naam van de Putter ofwel Distelvink Carduelis carduelis.
Chaucer: Verengelste beroepsnaam van 'schoenmaker'. Van het oudfrans chaustier 'schoenmaker'. Hieruit is ook te destilleren dat Chaucer van Normandische afkomst is.
Chazia: Tunesische meisjesnaam met de betekenis 'zingend vogeltje'.
chenal du moulin - fra. molentocht, molensloot die het water naar de molen geleidt; via het oudfra. chenel (eind 1200) van het lat. canalis 'buis, goot, drinkgoot voor kudde in de wei'. Aanleiding tot adresnamen als Chenal, Lachenal, Delachenal, Canal. Een dialectische variant hiervan is by, vgl. fr. besière met de bijbehorende adresnaam Duby.
Chevreuil: Bijnaam die tot familienaam is geworden voor een persoon met 'het postuur van een ree'; van het fra. chevreuil 'ree, reebok'.
Chévrier: Franse beroepsnaam; van fra. chévrier 'geitenhoeder', chèvre 'geit, sik'.
Churchill: lokale naam van church hill 'kerkheuvel' die tot geslachtsnaam is geworden. In Doorwerth (Gld.) stond (1913, misschien nu nog) een huis Church hill.
Chyba: Pools voor 'misschien', maar waarom? Misschien geloofde deze voorvader ook niet in een doorgang van een vaste familienaam en maakte er een grapje van.
Cladder: Zie Kladder.
Clément: Patroniem bij de van oorsprong latijnse roepnaam Clemens; van het lat. clemens 'zachtmoedig, goedertieren'.
Cloet: De 'e' (of 'i') diende vroeger als verlenging (vgl. Oirschot) en daarom moet deze naam uitgesproken worden als 'kloot'. Verdam geeft in zijn Middelnederlands Handwoordenboek: cloot '1. klomp, kluit, (turf)hoop; 2. bal, bol, kogel; teelbal; 3. speelbal zoals bij het klootschieten gebruikelijk. Zonder genealogisch onderzoek is dus niet uit te maken of: 1. het een bijnaam is van een voorvader die de lichaamsbouw betreft; 2. een beroepsnaam is van de vervaardiger van 'kloten'; 3. een scheldnaam was in de vorm van bijv. 'klootzak'.
Cobbledick: Engelse adresnaam van een voorvader die woonde aan een dick 'dijk = weg' verstevigd met cobble-stones 'keistenen'. Pebbles zijn kiezelstenen en cobbles zijn vuistgrote keien tot het formaat 'kinderkopje'! To cobble is plaveien, bestraten met keien.
Coenen: Patroniemvorming met een zwakke genitief met de betekenis 'van Koen', een verkorting van de roepnaam Koenraad. Een tweestammige germaanse naam met ongeveer de betekenis 'bekwaam in het raad geven'. Koen- 'koen, dapper'; -raad 'raad'.
Çoklu: Turkse bijnaam met de betekenis 'de Overvloedige'. Van Tu. çokluk 'overvloedig'.
Colak: Turkse bijnaam die wijst op een gebrek aan een arm of hand en het tot familienaam heeft gebracht. Van tu. çolak 'met handicap aan arm/hand; zonder arm/hand. ' Vergelijkbaar is de bijnaam van een persoon (ca. 1900-1981) in Den Ham (Ov.) waarvan de linkerhand was mismaakt en slechts een duimpje had. Hij werd veelvuldig met de naam 't Vuusie 'het Vuistje' aangeduid.
In 1996 telde het telefoonboek 27 aansluitingen onder de naam Colak. Zie Colakoglu.Colakoglu: Turkse familienaam waarbij de zoon verwijst naar een voorvader met een handicap. Zie Colak. Van tu. çolak 'arm/handgebrek' en oğul, oğlu 'zoon'.
Coldeweij, Coldeweijer, Coldewey, Colewij: Zie Koldewe.
Colenbrander: Beroepsnaam met de betekenis 'kolenbrander', een persoon wiens beroep het is houtskool te branden. Het produceren van houtskool gebeurde in een meiler 'een stapel met plaggen en turf toegedekte stukken hout'. De smeulende en brandende turf deed het hout verkolen tot houtskool. Zie bij de familienaam Kolenbrander.
Coman, Comanne, Comans, Comen: Zie Koopmans en 'komenij'.
Comes: Betekent 'van Come'. Een patroniem bij de fra. roepnaam Côme, een vleivorm van Cosmas van het gri. kosmos 'orde, sieraad, lof'.
Commenee (van): Adresnaam afgeleid van commeene en dat weer van lat. communia 'algemeen bezit - weiden en gronden'. Vgl. De Meene bij Gramsbergen, Twello of Zelhem.
compascuum: (lat. compascua) gemeenschappelijke weidegrond. Syn. koppelweide, meent (nog bekend in plaatsnamen als) Emmer-Compascuum
Compeer, Compier, Kompeer, Kompier: Hugenotennaam en verbastering van het fra. compère 'vriend, kameraad', maar ook gebezigd voor 'doopvader, peter' (omgangstaal/verouderd). Later ook in de betekenis van 'hulpje, handlanger' (vgl. du. Komplize).
Compeer - Walcheren, regio Leiden, Den Haag, Gouda, Utrecht Compier - regio Amsterdam, Aalsmeer, Leiden, Utrecht Kompeer - regio Boskoop, Gouda, Rotterdam Kompier - regio Amsterdam, Leiden, Utrecht, Breda, Z-LimburgCoomans, Coopman: Zie Koopmans.
-cope - zie -koop, -kop.
corduaanmaker - bewerker van Spaans leer; afgeleid van de naam van de stad Córdoba, een oorspr. Iberische naam. Corduaans leer, fijn glanzig leer met gladkorrelige oppervlakte van geiten- of bokkenvellen.
Zie 'Corduwener'.Corduwener: Weinig voorkomende beroepsnaam van een voorvader die 'corduaanmaker' was. Zie hierboven.
Cormoran: De naam van een fotostudio aan de Aalscholverstraat in Duiven. Cormoran is de Franse naam voor de 'aalscholver'. In Duitsland spreekt men ook van der Kormoran. De aanduiding komt van het oudfrans cormareng, corp mareng en dat weer van het laatlatijn corvus marinus. Corvus 'raaf' en het adjectief marinus 'van de zee'.
Onze naam '(aal)scholver' (1868) is via het schorre geluid dat het dier produceert en het raafachtige ervan daarmee verwant. Scholver is een afleiding via het noordfri. (Helgolands) skaorver van 'des korvers / van de raaf'. Volksetymologie heeft 'schor' en 'corvus' samengebracht in 'skorver, scholver'. In het du. heette de Kormoran vroeger die Scharbe, daarmee refererend aan het schorre.
Naast scholver kennen we ook scholverd en schollevaar (oudste vermelding 1287) de uitgang -aar zal beïnvloed zijn door het mnl. aren, aer (arend), het eerste lid is dan weer klanknabootsend, vgl. no. skrava 'krijsen'. Het synoniem van de grote aalscholver is (je raadt het haast niet): de waterraaf.Cornard: Zowel in het fra. als in het nl. wordt met deze term een man bedoeld die door zijn vrouw wordt bedrogen. Als bijnaam zou dit best tot familienaam kunnen worden en dat zal ook wel gebeurd zijn, maar de term is voor Nederland te jong, nl. van 1847. Synoniemen van cornard als 'bedrogen echtgenoot' zijn 'hoorndrager' en 'cocu' (van fra. coucou 'koekoek'). Toch, zwervend over het internet, blijken er velen met deze familienaam te zijn. Wat blijkt, het kan ook een herkomstnaam zijn. In Suffolk (Engeland) ligt het plaatsje Great Cornard dat in 1086 Corn-erda 'koren-aarde' heette, i.e. akkerland in gebruik voor koren'.
Corneille: Bijnaam die tot familienaam is geworden voor een persoon met 'een kraai-achtig uiterlijk'; van het fra. corneille 'kraai'.
Corvinus, Korvinus: Corvinus is de Latijnse adjectiefvorm van corvus 'raaf' met de betekenis 'van de raaf, rave(n)-'. Jakob Corvinus was het pseudoniem van de Duitse schrijver Wilhelm Raabe (1831-1910). Een eigenschapsnaam van een donkere of donkerharige voorvader.
Cosijn(se), Cousijn(se): Verwantschapsnaam die de functie van een patronym heeft aangenomen; bij de voornaam of roepnaam couzijn Fra. 'neef', die bij de naamsaanneming in 1811 de eigen voornaam heeft verdrongen; vgl. Broer, Broertjes, Neef, Neefjes. Vormen waarbij C = K komen frequent voor.
Cousin: Verwantschapsnaam met de betekenis 'neef'; van het fra. cousin 'neef', i.e. die kinderen die een ouder hebben die 'Geschwister' zijn.
Couteaux: Franse beroepsnaam (door ellips ingekort) met de betekenis van 'messenmakerij', dan wel 'messenwinkel' of nog algemener 'verkooppunt van snijgereedschap'; van fra. couteaux 'messen'.
Cronkite: Walter Cronkite, de anchorman 'nieuwsbrenger/journalist' van de Amerikaanse televisie, had Nederlandse voorouders (ca 1642) met de naam Krankheit. Zijn betbetovergrootmoeder heette Wijntje Boots.
Dat men voor deze misspelling koos kan komen door de elementen to croon 'half neuriënd zingen' en kite 'wouw'. De wouw heeft een hoog miauwend geluid met soms wat gekekker.
Krankheit duidt op zwakke voorouder. In het mnl. betekende cranc 'zwak', crancheit 'zwakheid, zwakte', dus niet 'ziek', want dat was in het mnl. siec of ziec.Cruijff, Cruyff: Zie Kruif.
Cruquius: Verlatijnste naam van Kruik, die de verkorte ambachtsnaam weergeeft van een voorvader die kruiken produceerde of verkocht.
Munter van deze naam is vermoedelijk Nikolaas Kruik (1678-1754), waterstaatkundige en cartograaf. Hij nam net als veel tijdgenoten de Latijnse naam Nicolaus Cruquius aan. Hij begon van 1706 tot zijn dood met systematische waarnemeningen m.b.v. baro- en thermometer, de eerste ononderbroken reeks ter wereld.
Het telefoonboek van 1996 geeft deze achternaam niet meer als familienaam. Herinneringen aan deze naam (en persoon) zijn o.a.: dorpje in de Haarlemmermeer, stoomgemaal en museum, epileptisch centrum, woonboulevard, theehuis aan de Cruquiusdijk, trainings- & pensionstal voor paarden en pony's.Crusoe: In Engeland verhaspelde schrijfwijze - daarna ook door de familie aangenomen - van Kreutznaer (hyp. 'kruisenaar'; mhd. kriuze 'kruis'). Het is daarmee een adresnaam van een voorvader die woonde nabij een 'kruis'.
Inleiding + letteroverzicht