Achternamen op A


Aa; van der Aa: Familienaam afgeleid van de waternaam Aa. Het is een oeroude benaming voor stromend water (zie A). Er zijn veel van deze riviertjes in Gelderland en Brabant. Eertijds ook de naam van riddergeslachten in Westfalen en in Zwitserland.

Aaftink: patroniem voor de nakomelingen van Aaft of Ave. Zie -ink. Van de sterk verkorte roepnaam Ave is nauwelijks een etymologie te geven. Zie 'vd Schaar'.

Aalderink: Patroniem met de betekenis 'de nakomelingen van Aaldert'. Zie verder het voornamenboek van Van de Schaar en het suffix -ing, -ink. Er waren meerdere Aalderts met een boerenerf, nl. in Hertme, Breklenkamp, Warken en Hardingen (onder Bentheim). Hierdoor zullen de meeste Aalderinks de boerderijnaam, dus de adresnaam, als achternaam hebben aangenomen. Voorbeeld: Een voorvader die zelf Ulderinks heette had vier zoons, die door de specifieke boerderij waar ze werkten - en eventueel introuwden - in 1811 de namen Kolkman, van Lente, Volkerink en Nevenzel als familienaam aannamen.

Aangeenbrug: Verbasterde adresnaam van een Duitse voorvader die "Enkenbruck" luidde.

Aangeenburg: Adresnaam. Verschrijving van "Aangeenbrug".

Aangenend: Adresnaam met een dialectische vorm - vooral Limburgs (Reuver) - met de betekenis 'aan het eind'.

Aangenendt: Adresnaam met een dialectische vorm - vooral Limburgs, maar hier Brabants (regio 's Hertogenbosch, Eindhoven) - met de betekenis 'aan het eind'.

Aangenent: Adresnaam met een dialectische vorm - vooral Limburgs (Milsbeek) - met de betekenis 'aan het eind'.

Aangeveld: Een Limburgse (Nederrijnse) adresnaam met de betekenis 'aan den veld(e)'; Limburg (Stramproy/Stamprooi bij Weert).

Aanholt, van: Herkomstnaam van een persoon uit Anholt 'plaats aan gene zijde der grens bij Gendringen', het Anholtse broek aan deze zijde of uit Drente, waar we de keuzemogelijkheid hebben uit Anhalt of Anholt, een gehucht en ook huis in de gem. Ruinen of Den Anholt, een buurt in de gem. Coevorden. Genealogie zal de uitslag moeten geven.

Aar, van der: Herkomstnaam of adresnaam (zie aar hierboven) van een voorvader die kwan uit Ter Aar of woonde aan de Aar.

Aarts: patroniem met sterke genitief 'van Aart', van Arnout, een germaanse naam met ongeveer de betekenis 'als een adelaar (aran) heersend (wald)'.

Aardema: patroniem bij Arend; zie -ma. De naam dient gelezen te worden als: nakomeling van Arend.

Abacı: Turkse beroepsnaam voor iemand die 'overjassen maakt of verkoopt', evt. een 'overjassenwinkel' (dükkân abacı; dükkân 'winkel') heeft. Van tu. aba 'overjas' welke wsch. vroeger van vilt waren, want aba is ook 'vilt'.

Abbas: Beroepsnaam van abbas (= abt), bijbels-Aramees abba 'vader'. Toch lijkt me het meer een verschrijving van Abbes, 'van Abbe', een sterke genitief bij deze persoonsnaam. Het is dan een verkorting van de tweeledige germaanse naam, waarvan het eerste lid begint met adel 'edel' en het tweede lid met een b, bijv. bert 'schitterend' of burg 'bescherming'.

Abbink: Een patroniem, dus van oorsprong een persoonsnaam met de varianten Abbing en Abbingh.
Er bestond in 1402 een erve Abbingh in Veldwijk bij Vorden. Het is een -ing-naam (z.a.) behorend bij de voornaam Abbo. Dit was een bij de Germanen veeldvuldig voorkomende vleinaam, die nu nog in Noordnederland bekend is als Abbe en Abe.
In 1428 stond er een erf Abbeking net over de grens bij Vreden. In 1627 wordt het opnieuw genoemd als Abbingh. Deze naam is afgeleid van de vleivorm van Abbo, nl. Abbiko. In het Fries kennen we deze vorm nog als Abke.
In het jaar 1050 leefde er ene Abbo bij Vasse. Verder komt de naam Abbo voor in de plaatsnamen Abbekerk, Abbenbroek, Abbeweer, Abbinga-wier (weer, wier 'kunstmatige heuvel'), Abcoude (= 1085 Abecenwalde 'bos van Abekin'), Abkoven (Abbinc-hoven 'boerderij van Abbo') en misschien in Absdale en Abstede.

Abdelrahman: Turkse familienaam verwijzend naar abdel 'mohammedaanse bedelmonnik, derwisj' en rahman 'barmhartig', zoiets als 'dienaar van de barmhartige'.
Heel vaak komen we samenstellingen tegen met het woord abd 'dienaar, slaaf', met één van de 99 mooiste namen van God, waaraan dan het arabische lidwoord al-, ul- met abd wordt gekoppeld.
Abdullah of Abdallah, 'dienaar van God';
Abdülkadir 'dienaar van de Almachtige';
Abdülhamit 'dienaar van de Geprezene';
Abdülbaki 'dienaar van de Eeuwig Bestaande';
Abdulhak 'dienaar van de Goddelijke Waarheid';
Abdülvahit 'dienaar van die Ene'.
De namen Abdurrahman en Abdurrahim 'dienaar van de Barmhartige' zijn erg geliefd. Je verwacht ook eens iets terug, de liefde kan immers niet van één kant komen!

Abeel, van den: Een adresnaam van een voorvader die woonde bij een opvallende abeel, een populier met wit viltige bladeren.

Abigaïl: Hebr. 'mijn vader juicht', de wijze vrouw van Nabal (wiens naam 'dwaas' betekent), die David behoedde voor bloedschuld (1 Sam. 25). Na de dood van Nabal nam David haar in zijn harem op. Zij werd de moeder van Davids tweede zoon Kileab (2 Sam. 3:3).

Abimelek: Hebr. 'mijn vader is koning'.

Abner: Hebr. 'mijn vader is een licht'.

Absalem, Absalom, Absalon: Patroniem bij de Hebreeuwse naam met de betekenis 'de vader (abu, z.a.) is vrede (salem)'.

Achab: Hebr. 'broeder van de vader'.

Achterberg: Adresnaam voor een persoon 'achter de (Grebbe)berg'.

Acronius: Een weinig voorkomende (humanistische) herkomstnaam voor iemand uit Akkrum. In 1996 kwam de naam 3x voor in het telefoonregister.

Adam: Patroniem gebaseerd op de bijbelse voornaam Adam. Met het Engelse Adam's ale of Adam's wine wordt 'water' bedoeld.

Adenauer: een herkomstnaam met de betekenis 'van Adenau', een plaatjse dat ligt dichtbij de Ahr (zie aar in het Rijnland (Rheinland-Pfalz). Laurentius de Adenau was in 1334 'cijnsplichtig' boer (Zinsbauer) in Sinzig aan de Rijn.

Adenet: verkleinwoord van Adam.

Adler: Het merk van mijn eerste typemachine heeft de betekenis 'van de adelaar'. Voor een deel zijn het joodse namen. In het ZW van Du. wordt de naam vaak aangetroffen en dat komt wsch. ook doordat men de witte huismuurvlakken beschilderde met bijv. een dier of wijnrank. Hierdoor treft men heden nog hotels aan met "Zum Adler" e.d.
De naam kan ook op een vergelijking berusten. Zo is er een mhd. klaaglied over Koning Ottokar van Böhmen (1278): 'Ein löwe an gemuete, ein adelar an guete, der werde künc ist tot'. Er is een Petsche adelar in 1372 in Liegnitz. Als huisnaam: Wernher ze dem adeler der win-schenke in 1316 in Freiburg (woonachtig in het huis 'zum schwarzen Adler). Hij werd in 1309 ook Wernher der Adeler genoemd! Zo is er in 1300 in Rottweil een K. Bletz zem adeler ook kortweg der adeler (Uit Bahlow - Deutsches Namenlexikon).

Adriani: Patroniem met lat. tweede naamvalsvorm met de betekenis 'van Adriaan'. Zie -ius.

Aelstius: Humanistische herkomstnaam met lat. uitgang voor iemand uit Aalst.

Aeneae: Patroniem met lat. tweede naamvalsvorm met de betekenis 'van Ane'. Zie -ius.

Agricola: Beroepsnaam van een voorvader die 'boer, akkerman' was; van het lat. agricola 'boer'.

Agtereek: Adresnaam van een voorvader die woonde 'achter een (markante) eik'.

Ahmad, Ahmed, Ahmet: Arabisch patroniem met de betekenis 'die het meest te prijzen is'.

Ahrend: een familienaamvariant die is ontstaan door rekking van de korte a van Arend, een nedersaksische verkorting van ® Arnold.

Ahrends: patroniem met genitief bij ® Ahrend.

Akbulut: Bijnaam die tot familienaam is geworden. Tu. ak 'wit, vlekkeloos', en bulut 'wolk'. Vgl. de familienaam Karabulut 'zwarte wolk'.

Aken, van: Herkomstnaam van een voorvader uit de Duitse stad Aachen 'Aken'. Minder waarschijnlijk is de herkomstnaam van een buurt Aken in de gem. Opmeer in N-H, of uit de Akenbuurt op Texel.

Akfidan: Turkse familienaam met de betekenis 'de vlekkeloze loot (aan de familiestam)'. Tu. ak 'wit, vlekkeloos', en fidan 'rank, scheut, spruit, loot'.

Akkerman: Een oud begrip voor de 'akker bewerkende boer in dienst van zijn heer'. Het is een veel voorkomende nam in Stuttgart, Basel en ook in Dresden. Vgl. 'den Ackermann aus Böhmen' (1401) een beroemd verhaal van Johann von Saaz over een twistgesprek met de dood. Van de dichter die zich achter dit pseudoniem verbergt is niets met zekerheid bekend. Waarschijnlijk is hij dezelfde als Johannes van Tepl (ca 1350 - 1414), een schoolrector en notaris te Saaz. Zijn werk is een van de uitzonderlijkste gedichten der middeleeuwse literatuur, een aangrijpende aanklacht van een weduwnaar, die in een dialoog met de dood, deze verwijt, dat hij hem zijn innig geliefde vrouw heeft ontroofd. Het werk is de eerste belangrijke schepping der du. renaissance.

Akkuş: Turkse familienam met de betekenis 'witte vogel'. Van het tu. ak 'witte' en kuş 'vogel'. In het Nederlands geschreven als Akkus. Vgl. de familienaam Karakuş 'zwarte vogel' en Alıcıkuş 'roofvogel'.

Albay: Turkse familienaam met de betekenis 'de kolonel'. Van tu. albay 'kolonel'.

Albayak: Turkse familienaam met de betekenis 'de kolonel' (zie Albay)

Albayrak: Turkse familienaam met de betekenis 'De Turkse vlag'. Van tu. Al bayrak met al 'rood' en bayrak 'vlag, vaandel'. Door de nl. verschrijving een extra stoere naam, want albay betekent 'kolonel' (zie hiervoor).
In 1996 waren er 25 telefoonaansluitingen onder deze naam.

Albeslo: Adresnaam van een voorvader die woonde bij het lo van Albe. Zie lo. De roepnaam Albe komt net als Albert van Adelbert met de betekenis 'door adel schitterend'.

Alen, van: Herkomstnaam vanuit Ahlen, een plaats in N-W. ca. 35 km ten z.o. van Münster.

Alıcı: Turkse beroepsnaam met de betekenis 'inkoper'. Van tu. alıcı, o.a. 'inkoper'. In het nl. telefoonboek als Alici vermeld. N.B.: De letter 'ı' klinkt als onze 'stomme e', dus als 'u'.

Alıcıhava: Turkse beroepsnaam voor een 'weerman'. Van tu. alıcı 'keurder' en hava 'weer'. In het telefoonboek van Nederland geschreven als Alicihava.

Alıcıkuş: Turkse familienaam met de betekenis 'roofvogel'. Van tu. alıcıkuş 'roofvogel'. In het nl. telefoonboek als Alicikus vermeld.

Alkema: Patroniem afgeleid van de voornaam Alke of Alko (Aalko). Zie voor het 2e deel -ma.

Alkemade: Herkomstnaam van een voorvader uit Alkemade (later Nieuwe Wetering bij Roelofarendsveen) of adresnaam van een voorvader die woonde bij de 'made van Alke (Aalko)', hetgeen ook de verklaring moet zijn voor de 'heerlijkheid Alkemade'. Een made, maat (en. meadow) is een bij de boerderij gelegen hooiweide.

Allemekinders, Almekinders: Voorvader die dit, bij de naamgeving in 1811, deed (als grap) voor al zijn kinderen. Waarschijnlijk niet, want in Goes is een grafsteen van Jacob Almekinders overleden in 1794. F. Debrabandere maakt melding van een Jacob Janse Almekinders, 1619 in Nisse (Zuid-Bev.).
De naam Allemekinders, Almekinders duidt wel op een bepaalde regio. Van de 101 Almekinders in 1996 vermelde telefoonaansluitingen komen er 43 in Zeeland (m.n. Beveland) voor en van de 28 Allemekinders komen er 18 op Beveland voor.
Het feit dat daar de plaatsnamen Abbekinderen en 's Heer Hendrikskinderen voorkomen en die namen respectievelijk verwijzen naar 'de bezittingen van de kinderen van Abbe' en die van 'Heer Hendrik' doet vermoeden dat het ook hier om een voornaam gaat, i.e. de bezittingen van de kinderen van de persoon Alme, met sjwa Alleme, Ale, Aleman ofwel Alman, een naam die afgeleid kan worden uit Adalman 'man van adel'.
In het Middelnederlands is almen, halmen het 'plechtig afstand doen van iets, overdragen; plechtig afzweren, verloochenen' en doet de overtuiging bij mij post vatten dat een voorvader een al(le)mekind is geweest, de nazaten daarvan 'al(le)mekinders'.

Allerding: Adresnaam van een voorvader van een erf met deze naam. De naam zelf is weer een patroniem bij de roepnaam Adalhard. Zie Aalders en -ing.

Alparslan: Turkse familienaam met de betekenis 'leeuwenheld'. Van het tu. alp 'held' en arslan 'leeuw'.

Altun: Turkse familienaam met de betekenis 'goud', van het turks altin, altun 'goud'.

Ambrose: Engelse familienaam met de betekenis 'onsterfelijk'; van het gr. ambrosios 'onsterfelijk'.

Amsing, Amsink: Volgens Hekket een erf bij Mander (Twente), in 1391 Ammesing. Het saksische ink heeft dezelfde waarde als het frankische ing en betekent 'zoon van, nakomeling, afstammeling' en in dit geval van Amme. Het eerste lid van een tweestammige germaanse naam die begint met amal- 'heldhaftig, strijdlustig'.

André: Patroniem van Griekse origine, nl. van Andreas, van het gr. andreios 'mannelijk, krachtig'.

Angermüller: Duitse beroepsnaam annex adresnaam met de betekenis 'molenaar in de weide'; van mhdu. Anger 'weide' en Müller 'molenaar'.

Annegarn: Deze naam komt 36x in de telefoonlijst van 1996 voor. Als we Amsterdam, Den Haag en Rotterdam buiten de boeken houden, dan is er een zekere tendens naar een Rheinische naam passend in de reeks van Ingenhoes, Angenent. Echter bij de betekenis 'aan de gaarde' (in mijn Sallands dialect an'n goarn) is dit verbasterd tot An-ne-garn; 'ng' gevolgd door 'g' is iets teveel van het goede, vandaar dat de eerste 'ng' niet veranderde in 'nn'.

Antoine: Patroniem bij de van oorsprong latijnse roepnaam Antonius; betekenis onzeker, door kruistochten populair geworden.

Aragon: Herkomstnaam van een voorvader uit de regio Aragon in het n.o. van Spanje met als hoofdstad Zaragoza.

Arend: 1. Uit een nedersaksische verkorting van Arnold ontstane patronymische familienaam.
2. Vanwege de gelijkenis met Aaron kom je Arend ook als joodse familienaam tegen.

Arentsen: Patroniem met de betekenis 'zoon van Arend'.

Arfman: Adresnaam van een voorvader die bewoner was van een (mnl.) arf 'erf, erve'. Zie -man en Hekket bij 'Ten Arve'. Er zijn onder deze naam 59 telefoonaansluitingen in 1996, waarvan 46 in de Achterhoek en Zuid-Salland.

Arkes: Betekent van Arke, een patroniem bij de roepnaam Arke. Dit is een vleivorm van een tweestammige germaanse naam, waaraan niet meer is te zien wat het tweede deel was. Het eerste deel heeft de betekenis 'arend'.
Van de 97 geturfde namen kwamen er in 1996 ruim 40 in en rond Slagharen voor.

Armbrister, Armbrust, Armbruster: Beroepsnaam van de gebruiker of maker van 'amborsten', een volksetymologische vorming via het mnl. arborst, armborst, uit het oud-fra. arbaleste van het klass. lat. arcubalista 'werpmachine'. Bedoeld is een 'middeleeuwse kruisboog'. De boog bestond uit ebbenhout, hoorn en staal, de pees was gemaakt van runderpees, darmen of zijde. De schacht werd van dennen- of beukenhout gemaakt en was met snijwerk en metaalbeslag versierd.
N.B.: Niet verwarren met het hiervoor genoemde Ambrose (z.a.).

Armoede: Adresnaam van o.a. plaats in België.

Armut: Anders dan het zich laat denken is het geen Du. naam met de betekenis 'armoede', maar een Turkse adresnaam die familienaam is geworden en wel met de betekenis armut 'peer'. Het was dus een voorvader die woonde bij een 'peer = perenboom'.

Arslan: Turkse familienaam met de betekenis 'leeuw'. Van tu. arslan 'leeuw'.

Attenburough - Eng. adresnaam van een voorvader die woonde At the Bury 'op de burcht'.

Avontuur: Gekozen familienaam van een voorvader 'die wel zag wat op hem afkwam'. Van het lat. adventūra res, van ad 'naar, tot', venire, ventum 'komen', res 'ding, zaak', dus 'ding dat staat te gebeuren'.
Van de in 1996 ruim 100 geturfden woonde de helft in Made (gem. Drimmelen) en omgeving, het stukje Noord-Brabant tussen de Biesbosch en Breda.

Aziz: Turkse familienaam met de betekenis 'heilige, sint'. Van tu. aziz 'heilige, sint'.

Aznavour: Charles Aznavour (*1924), eigenlijk Aznavurjan, is een Franse chansonnier en auteur van Armeense afkomst. Vgl. tu. aznavur 'bandiet'.


Inleiding + letteroverzicht