6V - BIOLOGIE VOOR JOU

Tips voor eindexamenkandidaten

Hoe bereid ik me voor op het biologie-examen vwo.


Zie ook:

In het februari-nummer van Niche (1999) las ik een alleraardigst artikeltje van de hand van Annemarie de Knecht-van Eekelen (vakmedewerkster biologie bij het Cito) over de voorbereiding voor het eindexamen.

Het examenmodel

Voor elk examen worden van tevoren afspraken gemaakt tussen CEVO en Cito hoe het examen zal worden samengesteld. Deze afspraken liggen vast in het examenmodel. Belangrijk voor examenkandidaten zijn de afspraken over:

Verder is het goed om te weten wat de regels van het correctievoorschrift zijn, dus waarvoor punten behaald kunnen worden.

De vakinhoud

De vakinhoud ligt vast in het examenprogramma. Het gemiddelde aantal vragen per leerstofonderdeel is te zien in de bijgaande tabel. Duidelijk is dat ongeveer
35% van de vragen over fysiologie van de mens gaan,
25% over ecologie en
20% over cellen. De overige
20% is verdeeld over onderwerpen als planten, erfelijkheid en gedrag.
(Voor een meer gedifferentieerde indeling, zie tabel beneden) Men moet zich realiseren dat in onderdeel 3.3.de volgende onderwerpen vallen: vertering, hart en bloedvatenstelsel, longen en ademhaling, nieren en uitscheiding, de lever en de functies daarvan;
in onderdeel 4.3. komen zintuigen, zenuwstelsel en hormoonstelsel aan bod.
Door het beperkte aantal punten dat voor deze leerstof beschikbaar is, worden dus niet ieder jaar over al deze onderwerpen vragen in het examen gesteld. De ene keer zal er niets over uitscheiding of vertering worden gevraagd, dan weer niets over het hormoonstelsel of over zintuigen en zo verder.



nummer uit aantal examen- scorepunten programma onderwerp ±3
1.1 + 1.2 structuur van ecosystemen, soort, populatie 8 1.3 structuur van organismen 4 1.4 structuur van cellen 4 2.1 erfelijke informatie 8 2.2 levenscyclus van de mens 6 2.3 levenscyclus van cellen 6 3.1 energiestromen en kringlopen 6 3.2 stofwisseling bij planten 4 3.3 stofwisseling bij de mens 12 3.4 stofwisseling van cellen 8 4.1 stabiliteit en verandering in ecosystemen 8 4.2 gedrag 4 4.3 regeling bij de mens 6 4.4 bescherming van de mens 6
totaal 90

Vaardigheden, gedragscategorieën, vraagvorm

In de examens ligt veel nadruk op vaardigheden. Mede daardoor heeft het examen een sterk productief karakter. 60-80 % van de vragen zijn produktief, dat betekent dat ze gaan over nieuwe onderwerpen of dat ze nieuwe problemen over bekende onderwerpen aan de orde stellen. Het direct terugvragen van geleerde kennis komt nauwelijks voor. Er wordt vooral getoetst of het geleerde kan worden toegepast voor het oplossen van een nieuw probleem. Daar komen de vaardigheden aan bod. Er worden drie groepen vaardigheden onderscheiden:

De nieuwe informatie staat bij de opgave in de vorm van tekst, afbeelding, tabel etc. en in het informatieboekje. Ongeveer de helft van de te behalen 90 punten kan worden behaald uit open vragen, de andere helft uit meerkeuze vragen.

Tips voor kandidaten