Begrippenlijst biologie


De Begrippenlijst Biologie (1e druk) is opgezet door het NVON, de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen. Onderstaande lijst is in gedeelten eerder gepubliceerd in de NVON-maandbladen van 1988 t/m 1990. De lijst bestrijkt de disciplines celbiologie, genetica, fysiologie, ethologie, ecologie en evolutiebiologie.

Opm.:
- De gegeven omschrijvingen zijn op lerarenniveau.
- Het VWO-niveau bepaalde de keuze van de begrippen.

Commentaar kan gezonden worden naar drs. P.K. Leendertz, Hindelaan 8, 6705 CW Wageningen.

Het is mijn bedoeling de lijst te gebruiken als uitvalsbasis naar allerlei te bespreken en uit te diepen onderwerpen.


- A -

aangepastheid

aanpassing abiotisch accumulatie ophoping, vaak gebruikt voor concentratietoename van een schadelijke stof in een voedselketen adaptatie ademhaling aëroob agonistisch gedrag agressie allel altruïstisch gedrag ambivalent gedrag ammonificatie amyloplast anaëroob analogie antropomorfisme assimilatie autosoom autotroof autotroof organisme


- B -

balts

bekrachtiging bevolkingspiramide biogenese biologisch evenwicht biomassa biosfeer biotisch biotoop bronst
  1. paartijd bij zoogdieren
  2. bereidheid tot paring bij zoogdieren


- C -

carnivoor

cel cel celdeling celmembraan celwand centromeer chemo-autotroof chemosynthese chloroplast chromatide chromoplast chromosoom chromosoommutatie citroenzuurcyclus climax-ecosysteem commensalisme concurrentie conditionering
  1. leerproces ten gevolge waarvan een prikkel een bepaald gedrag veroorzaakt dat oorspronkelijk niet door die prikkel werd veroorzaakt
  2. leerproces waardoor een prikkel leidt tot frequentieverandering in de uitvoering van bepaald gedrag
    Voorbeelden:
    1. De honden van Pavlov.
    2. Proefondervindelijk Ieren ("trial and error)".
conflictgedrag consument convergentie crossing-over crossing-overpercentage cultuur cytoplasma


- D -

demineralisering

denitrificatie dictyosoom dihybride kruising diploïd dissimilatie divergentie diversiteit dominant allel donkerreactie draagkracht van een ecosysteem
  1. maximale grootte van een populatie die een ecosysteem kan verdragen
  2. maximale beïnvloeding van buitenaf die door natuurlijke regelmechanismen gecompenseerd kan worden
    Voor het toepassen van "draagkracht" wordt gedacht aan:
    1. een kokmeeuwenpopulatie in een oligotroof ven.
    2. het ecosysteem van een poldersloot, waar stikstofzouten in uitspoelen.
dreigen drempelwaarde


- E -

ecosysteem

eigenschap emigratie endoplasmatisch reticulum endosymbiose-theorie equatoriaal vlak erffactor ethogram ethologie eukaryoten eutrofiëring eutroof evolutie evolutietheorie


- F -

F1

F2 fagocytose fenotype fitness foto-autotroof fotosynthese


- G -

gameet

gaswisseling geboortencijfer
  1. aantal dieren van een populatie dat per tijdseenheid door voortplanting ontstaat
  2. demografie: aantal levendgeborenen per 1000 individuen per jaar
gedrag gedragselement gedragsketen gedragssysteem
  1. verondersteld inwendig regelsysteem voor een bepaald gedrag of een groep samenhangende gedragselementen
  2. groep van oorzakelijk met elkaar samenhangende gedragselementen
gen genenpool generatio spontanea genfrequentie genlokalisatie genmutatie genoom genotype geslachtschromosoom gevoelige periode gewenning gidsfossiel gisting glycolyse Golgi-apparaat groepsgedrag grondplasma grondstofwisseling


- H -

habitat

haploïd Hardyen Weinberg, wet van herbivoor heterotroof heterotroof organisme heterozygoot homeostase homologe chromosomen homologie homozygoot


- I -

immigratie

industrieel melanisme inprenting instinct interfase intermediair inwonersequivalent isolatie


- J -

J-curve


- K -

kern

kerndeling kernlichaampje kernmembraan kernplasma kernspoel knolletjesacteriën koolstofassimilatie koolstofkringloop koppeling koppelingsgroep kruising


- L -

leren

leukoplast levensgemeenschap lichtreactie locus lysosoom


- M -

meiose

membraan middenlamel migratie
  1. verplaatsing, gekenmerkt door gerichtheid en door periodiek vertrek en terugkeer
  2. emigratie en immigratie tezamen
milieu mineralisatie mitochondrium mitose modificatie monocultuur monohybride kruising motivatie mutageen mutant mutatie mutualisme


- N -

natuurlijk evenwicht

netto-reproductiefactor niche
  1. gezamenlijke milieufactoren, voor zover ze invloed hebben op het leven en het overleven van een soort
  2. rol die een soort in een ecosysteem speelt
nitraatbacteriën nitrietbacteriën nitrificatie


- O -

oersoep

oligotroof omgericht gedrag omnivoor ontwikkelingsreeks oppervlaktewater optimum organel organische stof overgangsvorm overspronggedrag oxidatieve fosforylering


- P -

P

parasiet parasitisme persistente stof pikorde pionier-ecosysteem piramide, ecologische piramide van aantallen piramide van biomassa piramide van energie plastide ploïdiemutatie pool poollichaampje populatie populatiedichtheid predatie prikkel prikkeldrempel producent produktie, bruto primaire produktie, netto primaire produktie, primaire prokaryoten proplastide protoplasma puntmutatie


- R -

ras

recapitulatiehypothese recessief allel recombinant chromatide recombinant individu recombinante gameet recombinantenpercentage recombinatie recycling reducent reductiedeling reflex replicatie resistentie reuzenchromosoom ribosoom ritualisatie rotting rudiment


- S -

S-curve

selectie selectie, kunstmatige selectie, natuurlijke selectiedruk signaalhandeling sleutelprikkel sociaal gedrag sociobiologie soort spoeldraad stamboom stereotiep gedrag sterftecijfer
  1. aantal individuen van een populatie dat per tijdseenheid sterft
  2. demografie: aantal sterfgevallen per 1000 individuen per jaar
steundraad stikstofassimilatie stikstofbinding stikstofkringloop stippel stofwisseling stress successie supernormale prikkel survival value systeem, kunstmatig systeem, natuurlijk


- T -

territorium

territoriumgedrag terugkoppeling thermische vervuiling tolerantiegebied transmutatie trekdraad trofisch niveau


- U -

uitscheiding

uitspoeling


- V -

vacuole

vacuolemembraan vacuolevocht variabiliteit variatie vertering verwantschap voeding
  1. opname van voedsel door een organisme of door een cel
  2. gezamenlijke voedingsstoffen voor een organisme of voor een cel; voedsel
    Gewoonlijk worden zuurstof en koolstofdioxide niet als voedingsstoffen beschouwd.
voedingsstof voedselketen voedselweb voortplantingssucces voorwaardelijke reflex


- W -

waterbloei


- X -

X-chromosoom


- Y -

Y-chromosoom


- Z -

zelfreinigend vermogen


Overzicht