5V - BIOLOGIE VOOR JOU
Inhoudsopgave:
5V-2 Vraag van Marije Marsman n.a.v. het proefwerk Stofwisseling
1. Waarom hebben eiwitten, in dit geval die in ons lichaam, eigenlijk een halveringstijd? Is het omdat bij het maken van dierlijke eiwitten uit plantaardige eiwitten makkelijk iets fout kan gaan, bijv. er wordt 1 H-atoompje per ongeluk afgesplitst en dat geeft een probleem, of is het iets anders?
2. Je gaat bij dit hoofdstuk ook denken dat er wel heel makkelijk iets fout kan gaan: Hier enkele C-atomen te veel, en een paar Mg-atomen te weinig. Wat knap eigenlijk dat uit zoveel C-,H-,N-,S-,O- atomen zoiets complex als een mens kan ontstaan.
De halveringstijd van eiwitten. Ik denk dat je de 'biologische halfwaardetijd' bedoelt. Dit laatste is een heel normaal begrip met name bij de hormonen. Met hormonen, die veelal eiwitten zijn, worden signalen gegeven. Signalen moeten een keer stoppen, m.a.w. van de hormoonmoleculen moet de aanmaak gestopt worden. De resterende moleculen moeten worden afgebroken, dan wel door denaturatie onwerkzaam worden. De halfwaardetijd van het antidiuretisch hormoon (= populair gezegd het 'anti-plashormoon') van de hypofyse is drie minuten, die van het schildklierhormoon thyroxine 5 tot 7 dagen.
Eiwitten hebben zeker niet het eeuwige leven en zeker niet bij een temperatuur van 37 oC. Zij denatureren, de natuurlijke vorm gaat verloren en zij zullen vernieuwd moeten worden. Misschien heb je dat bedoeld.Bij je laatste vraag moet ik wat filosofisch worden en herhaal misschien iets wat ik in klas IV ook al heb verteld. Als je een bordkrijtje ziet, dan kan ik je daar een aantal aspecten van vertellen zoals gewicht, kleur, smaak, vorm, etc. Als je nu twee krijtjes ziet dan zal misschien je eerste reactie zijn 'so what', wat is daar anders aan? Toch niet. Bij twee krijtjes duikt er onverwachts iets extra's op, bijv. doordat je met twee krijtjes een T-figuurtje kunt maken, of een L, of een galgje. Hoe meer krijtjes je aansleept des te meer van die onverwachte dingen kunnen zich dan voordoen, kunnen opduiken.
Vervolgens neem je geen krijtjes, maar atomen. Neem je C en H atomen dan kun je er alkanen mee maken. Neem je 6 C, 12 H en 6 O atomen, dan kun je er glucose van maken of fructose of galactose, gewoon door intern in het molecuul een beetje te herrangschikken. Welke komen ook alweer voor in een vetmolecuul? Neem je er N en S bij dan kun je ook al allerhande aminozuren maken. Met P erbij ligt DNA en RNA voor de hand. Al die grotere componenten kunnen zo worden samengesteld dat er iets heel leuks, iets heel onverwachts ontstaat, bv. een Marije.
Deze theorie heet dan ook de 'opduik'theorie ofwel 'emergentie- theorie'. 'To emerge' is opduiken. Denk ook aan het wapen van Zeeland: 'Luctor et emergo' (Ik worstel en kom boven.)
Het zal nog wel even duren voordat er een kopie van Marije kan worden gebouwd, maar ik heb net gelezen dat men voor de bouw van een eenvoudig mycoplasma, een heel simpel organisme maar zo'n kleine driehonderd genen nodig heeft. Het bouwen van kunstmatige gistchromosomen is al standaardwerk geworden. Wie weet.Met vriendelijke groet aan klas V - G. Nevenzel.
Overzicht