Het oudste document.

Het document komt uit het Rijksarchief van Gelderland (RAG) gevestigd te Arnhem. Hier heeft Mr. A.P. van Schilfgaarde in 1955 het archief van het Huis Keppel (westelijk van Doetinchem) gecatalogiseerd. Hierin vond ik de volgende aantekening:

Het archief van het huis Keppel 1272 - 1853, dl. I en II (1975); RAG ingang 0409, inv. 1210.
Renversaal voor den heer van Keppel van Johan Redinc voor de beleening met de goederen de Borch en de Everzul onder den Ham, 1356. 1 charter (reg.nr. 33).

1356 Juni 8 (des Wonsdaghes nae sente Bonifacius'dach): Johan Redinc, ridder, draagt het eigen goed die Borch ((zie 1443)), en die Everzul, in het kerspel Hamme gelegen, op aan heer Sweder, heer van Vorst en Keppel, en verklaart deze goederen weer van hem in leen te hebben gekregen. Oorspr. (Inv. no. 1210), met geschonden zegel van den oorkonder.

Dan volgt hier de originele tekst van het renversaal (= schriftelijke tegenbelofte, een copie):

Ic Johan Redinc Ridder, make kundich allen luden, Die desen breijf zullen sien, of horen lesen, ende ghelyc apenbaer, dat ic opghedraghen hebbe, ende opdraghe mit desen breijv heren Sweder heer van vorst ende van keppel, een guet dat gheheyten is die borch, ende een guet dat geheyten is die Everzul, gheleghen in den kerspel den hame die Eghen waren, Ende die ic hem Eghen waren zal, die ic weder ontfanghen hebbe, van hem, ende van sinen erfghenamen, to zutfen recht to holden, mit ene ponde te verherweden, hiijr waren over ende aen, manne die heren van vorst, her vrederijc van heker, ende henrijc van Essen. In orcunde deser dinc, heb ic desen breijf besegelt mit minen segel, Gegheven intjaer ons heren dusent drehundert zes ende vijftich, des wonsdages nae sente bonifacius dach.

Verschillende Sallandse edelen schonken hun goederen aan de bisschop of kerk van Utrecht, soms deden zij dat uit oogpunt van bescherming of om louter geestelijke motieven. De edelen waren uiteraard verplicht om hun bisschop hulp te verlenen, maar zij kregen ook voorrechten zoals vrijheid van tol of afzonderlijke rechtspraak. Echter hier worden de bezittingen opgedragen aan Sweder, heer van Voorst en Keppel. De reden? Johan zal deze roofridder te vriend moeten houden. Zie 1362 en topic Keppel.

Inhoudsopgave